Weg met de klimaatklif! Het is een glijdende schaal


Column Het is nooit te laat om klimaatmaatregelen te namen, stelt Peter Kuipers Munneke.

Peter Kuipers Munneke

We hebben nog twintig jaar om het klimaat te redden. Of misschien maar acht. Het is nu echt vijf voor twaalf voor het klimaat. In aanloop naar de volgende klimaattop, die zondag begint in Sharm el-Sheikh, zie je dit beeld van een steeds sneller naderende deadline op veel plaatsen opduiken. Maar dit is onjuist en contraproductief. We moeten ons krachtig verzetten tegen het beeld dat het over X jaar te laat is – waarbij de waarde van X soms lijkt te worden bepaald door wie het laagst durft te bieden. We moeten af van het idee dat het ooit te laat is om nog iets aan de opwarming van de aarde te doen. Dat is het namelijk nooit.

Zoals we het klimaatsysteem begrijpen, is er niet een harde grens die het verschil maakt tussen wel of geen klimaatcatastrofe. Er bestaat geen scherp afgebakende temperatuur waarbij er ineens grote rampen op ons af komen. Het is niet zo dat er bij anderhalve graad niets gebeurt, en bij 1,6 plotseling van alles.

Voor heel veel klimaatprocessen geldt de glijdende schaal. Zoals extreme weersomstandigheden. Als de gemiddelde temperatuur stijgt, neemt het aantal hittegolven sterk toe, krijg je vaker droge periodes, maar worden buien ook heviger. Dat gaat onevenredig snel en daardoor zie je de laatste jaren een sterke toename van droogte, overstromingen en hitte. De schaal is sterker dan lineair, maar geen verticale klif. Dat betekent dat elke opwarming die je voorkomt de totale hoeveelheid extreem weer beperkt. Anderhalve graad opwarming is beter dan 1,6, maar die 1,6 is altijd nog een heel stuk beter dan 1,7. Enzovoorts. Als we het doel van anderhalve graad opwarming niet halen, is er geen enkel argument om het beperken van onze broeikasuitstoot dan maar op te geven.

Vele meters zeespiegelstijging

Kantelpunten in het klimaat lijken wél een abrupte grens waarboven een proces onherroepelijk op hol slaat. Zoals het smelten van de West-Antarctische ijskap, wat uiteindelijk vele meters zeespiegelstijging oplevert. Bij een opwarming van meer dan anderhalve graad wordt het waarschijnlijk dat het smelten onherroepelijk in gang wordt gezet, blijkt uit de meest recente literatuurstudie over kantelpunten. Maar dan nog is er geen reden om de handdoek maar in de ring te gooien als je het kantelpunt voorbij bent. Bij een kantelpunt hoort namelijk altijd een tijdschaal. Als je een kantelpunt maar een heel klein beetje overschrijdt, duurt het kantelen voor bijvoorbeeld het smelten van West-Antarctica of het dooien van de permafrost nog eeuwen. Maar als je een kantelpunt heel fors overschrijdt, kan het veel sneller gaan. Hoe meer je de opwarming beperkt, hoe meer tijd je koopt om te bedenken hoe je met de gevolgen van een overschreden kantelpunt om wilt gaan.

De verticale klif maakt ons moedeloos, en voedt lethargie als een nieuw soort klimaatontkenning, waarin klimaatbeleid geen zin heeft omdat het toch allemaal niet meer gaat lukken. De verticale klif moeten we daarom hoognodig vervangen door een glijdende schaal. Volgens de klimaatwetenschap rennen we van een berg af, eerst over een flauwe helling maar later steeds steiler. Hoe steiler we naar beneden rennen, hoe groter de kans op een struikelpartij met steeds grotere gevolgen. Maar zo lang je nog rent is het nooit te laat om af te remmen en te stoppen.

Hoopvol alternatief

De helling is beter dan de klif. Maar nog steeds niet perfect. Het blijft een negatief beeld, dat uitgaat van het probleem dat moet worden voorkomen. In plaats daarvan zouden wij veel vaker het hoopvolle alternatief moeten presenteren. Niet alleen wij wetenschappers, maar ook wij nieuwsorganisaties. Vergelijk het persbericht of de nieuwskop Als we de uitstoot snel terugbrengen, blijft zeker de helft van het gletsjerijs in de Alpen behouden versus Als we de uitstoot niet snel terugbrengen, verdwijnt 90 procent van al het gletsjerijs in de Alpen. Beide zijn waar, maar die eerste geeft hoop en perspectief. En wordt vast een stuk vaker gelezen. Laten we vaker proberen zo levendig mogelijk te verbeelden hoe de wereld eruit gaat zien als we de opwarming stoppen en onze verhouding tot de aarde duurzaam maken.

Het mooiste voorbeeld dat ik de afgelopen jaren ben tegengekomen is Een natuurlijkere toekomst voor Nederland in 2120, een toekomstvisie van een groep onderzoekers aan de Wageningen Universiteit. Een visie waarin lastige onderwerpen niet worden geschuwd – zoals een decimering van de vee-industrie en het onder water zetten van diepe polders – maar toch een intrinsiek positief beeld centraal staat. Een land met andere vormen van landbouw, meer water, meer bos, een circulair gebruik van grondstoffen. Kortom, een toekomstig land waarin je als Nederlander hooguit zo veel van de aarde vraagt dat er voor je kinderen en kleinkinderen nog voldoende overblijft.

Niet de klif, niet de helling, maar het weidse uitzicht.

Peter Kuipers Munneke is glacioloog bij de Universiteit Utrecht en weerman bij de NOS