‘Wees nou gewoon eens aardig’, zei Ruud Lubbers tegen koningin Beatrix toen Máxima in beeld kwam

Op een dinsdagavond in december 1980 loopt Ruud Lubbers van het Haagse Binnenhof naar de Kabouterbar aan de overkant, het Buitenhof. De CDA-politicus weet dat daar op avonden als deze Ruud Nijhof te vinden is. Nijhof is het enige Tweede Kamerlid van DS’70.

Met zijn ene stem heeft Nijhof mogelijk een sleutelpositie in een debat dat het land sterk verdeeld houdt, maar ook de CDA-fractie, die Lubbers op dat moment leidt: moet abortus onder voorwaarden legaal worden? Om aan de polarisatie een einde te maken, heeft de CDA/VVD-coalitie onder leiding van Dries van Agt een klassiek compromis gesmeed: abortus mag, maar wel na een verplichte bedenktijd van vijf dagen.

De DS’70’er Nijhof vindt het slechte wetgeving en wil tegenstemmen. Lubbers vraagt hem aan de bar dringend zijn stem te heroverwegen als hij er zelf in slaagt voldoende medestanders in – de zwaar tegenstribbelende – CDA-fractie te vinden. Nijhof gaat akkoord, maar maakt Lubbers tevens duidelijk dat zo’n belangrijke wetsverandering niet van één stem verschil mag afhangen, en al helemaal niet van de zijne. Toch is dat precies wat er gebeurt. Tijdens de stemming op 18 december blijkt de CDA-fractie alsnog verdeeld. Nijhof stemt toch voor, en redt daarmee het wetsontwerp (76 tegen 74 stemmen).

In de nieuwe biografie door de Nijmeegse historici Johan van Merriënboer en Lennart Steenbergen van Ruud Lubbers figureert het voorval in de Kabouterbar als fraai voorbeeld van diens scherpe manoeuvres bij het tot stand brengen van een historische verandering (de abortuswetgeving hield veertig jaar stand) . Het compromis – een bijkans heilige categorie in het vaderlands politiek vocabulaire – bleek het sluitstuk van een uiterst rommelig proces waarvan vooral het resultaat telde. Lubbers beheerste dat proces tot in de vingertoppen, ook tijdens zijn premierschap (1982-1994). Niet voor niets scoort hij, ook onder NRC-lezers, hoog als een van de beste premiers van na de oorlog.

800 pagina’s

Alweer een boek over Lubbers? Wat kunnen zo’n 800 pagina’s aan uitgebreide beschrijvingen van diens jeugd, activiteiten in het Rotterdamse bedrijfsleven en in katholieke organisaties, ministerschappen en internationale belevenissen toevoegen aan de toch al indrukwekkende berg Lubbers-literatuur, inclusief zijn eigen memoires? De website van het Nijmeegse Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, dat het project samen met enkele christen-democratische stichtingen financierde, belooft het nodige. Er wordt gesproken van „een kritische, wetenschappelijk verantwoorde biografie, gebaseerd op nieuwe bronnen en inzichten”.

1986: Ruud Lubbers en koningin Beatrix op vliegveld Zestienhoven.
Foto Vincent Mentzel

Wetenschappelijk verantwoord is het boek zeker: er ligt een ontzaglijke hoeveelheid schriftelijke en mondelinge bronnen aan ten grondslag, die een breed en afgewogen beeld geven van de CDA-politicus die de jaren tachtig politiek gezicht gaf. Ze werpen vooral een nieuw licht op Lubbers’ activiteiten in het buitenland. De Amerikaanse president George Bush senior, wiens archief de auteurs konden inzien, bleek zich te hebben gelaafd aan Lubbers’ optimistische kijk op de Europese eenwording. Binnen de Europese Raad trok Lubbers vooral op met de Britse premier Margaret Thatcher, en veel minder met de Duitse bondskanselier Helmut Kohl. Die vond Lubbers een onberekenbare politicus en blokkeerde hem later mede daarom als kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.

De vele details en voetnoten getuigen van de grondige aanpak van een van de twee auteurs. Johan van Merriënboer schreef eerder een biografie van twee andere katholieke minister-presidenten: Piet de Jong en Dries van Agt. Op de eerste wierp hij een heel nieuw licht, als iemand die effectief de roerige jaren zestig in goede banen had weten te leiden.

Intrigerende inkijkjes zijn er ook nu weer genoeg, bijvoorbeeld over de dramatische wending die Lubbers’ verhouding met koningin Beatrix in 2013 nam. Haar vertrouweling had op televisie verteld dat het toenmalige staatshoofd voortdurend de neiging had nieuwe vriendinnen van haar drie zoons kritisch te bejegenen. „Ik zei tegen haar, toen Máxima kwam: wees nou gewoon eens aardig.” Na deze ontboezeming wilde Beatrix nooit meer iets met hem te maken hebben, vertellen goede vrienden van Lubbers, zoals onderneemster Sylvia Tóth, bijna verontwaardigd aan de biografen.

Een heel nieuw beeld van Lubbers ontstaat echter niet. Hij blijft, ook in dit boek, de hyperintelligente, zichzelf uiterst serieus nemende, dossiers vretende, zeer hardwerkende en creatieve politicus zoals we ons hem herinneren. Een politicus die zich inzette voor vluchtelingen, maar als kabinetsinformateur in 2010 ook de weg plaveide voor samenwerking met de PVV – om daar tijdens een CDA-congres juist weer tegen te stemmen. „De biografen vragen zich eigenlijk nog steeds af wat zijn opvattingen precies waren”, verzuchten de auteurs aan het eind van hun zoektocht.

Daarnaast valt het dominant politieke karakter van de biografie op. Er komen weinig maatschappelijke leiders of (vredes-, abortus-, of milieu-) activisten uit die tijd aan het woord. Die hadden kunnen vertellen hoe zij het ‘Samen onderweg’ van Lubbers hebben beleefd. Deze twee woorden gebruikte de CDA-politicus als etiket voor zijn politieke missie, „zodat de mensen op rechtvaardige wijze in vrede kunnen samenleven.”

Geamuseerd

De biografen oordelen tamelijk evenwichtig over de hoofdpersoon. Van Merriënboer en Steenbergen zijn positief, soms zelfs onder de indruk van Lubbers’ regeerprestaties. Anderzijds schrijven ze geregeld kritisch, soms geamuseerd, hoe Lubbers de werkelijkheid op heel eigen wijze boetseerde. Zo beweerde hij in 1990 dat Sovjet-leider Michael Gorbatsjov hem in een boek had genoemd als een van de Europese leiders die bijdroegen aan een nieuwe stijl van regeren in Europa. De passage is echter nergens te vinden; Lubbers „had het verhaal wat opgeleukt”, aldus de biografen.

Beduidend minder evenwichtig en zorgvuldig opereren de auteurs inzake een erkend lastig onderwerp: Lubbers’ omgang met vrouwen. De biografen schrijven hier niet omheen te kunnen, vanwege Lubbers’ reputatie als ‘Stier van Kralingen’ en de gegroeide gevoeligheid (#MeToo) voor seksueel overschrijdend gedrag. In 2005 werd Lubbers daarvan zelf beschuldigd, destijds als Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen. Een Amerikaanse medewerker op het hoofdkantoor in Genève klaagde onbetamelijk te zijn vastgepakt door Lubbers. De kwestie zelf wordt in het boek als vrij klein voorgesteld, maar werd Lubbers fataal nadat hij zich met de klachtprocedure had bemoeid, schrijven de biografen mede op basis van een stuk uit het archief van oud-minister Max van der Stoel (PvdA).

Van Merriënboer en Steenbergen laten weinig twijfel bestaan over Lubbers’ betrokkenheid bij buitenechtelijke affaires. Een specifiek geval halen ze eruit om er bijna drie pagina’s aan te besteden. Lubbers zou de gehuwde vrouw in kwestie hebben bezwangerd, waarna een abortus zou zijn gevolgd. Lubbers zou de lange relatie in de herfst van 1982 hebben afgebroken, in het zicht van zijn premierschap.

De biografen strooien met de nodige ‘zous’, zonder de zaak zelf goed uit te zoeken. Wel wekken ze de indruk het verhaal aannemelijk te vinden. De Telegraaf en HP/De Tijd berichtten er in 2013 over, Lubbers ontkende het niet. De biografen verwijten de betrokken journalisten echter „sensatiezucht” en contrasteren die met de „hoge moraal van de Nederlandse journalistiek”. Deze negeerde de zaak in hun ogen terecht, omdat de affaire geen politieke relevantie zou hebben.

Met deze katholieke keurigheid laten Van Merriënboer en Steenbergen de oud-premier te gemakkelijk wegkomen. Dat de affaire met de abortus politieke relevantie ontbeerde, is zeer betwistbaar: het onderwerp speelde destijds hoog op in de landspolitiek en Lubbers zat er middenin, getuige de scène in de Kabouterbar. Ook blijken enkele zaken na navraag bij betrokkenen ‘een slag anders’ te liggen, om met de titel van het boek te spreken – genoemd naar een favoriete uitdrukking van Lubbers. Zo was de abortusingreep volgens de vrouw om wie het ging aanmerkelijk eerder dan de biografen schrijven, namelijk niet in 1981, maar al in 1977. Dat was ruim voor de politieke apotheose rond dit onderwerp aan het Binnenhof, in 1980.

1981: Ruud Lubbers en zijn echtgenote Ria bij de Kralingse Plas in Rotterdam.
Foto Vincent Mentzel

Dementie

In de laatste jaren van zijn leven probeerde de controlfreak van weleer steeds wanhopiger om grip te houden op zaken om hem heen, zo laten de auteurs mooi zien. In 2014 probeerde Lubbers nog de voorbereidingen voor deze biografie naar zijn hand te zetten. Hij wilde eerst weten wat die zou melden over zijn aftreden als Hoge VN-Commissaris, een kwestie waarmee hij bleef worstelen.

Ook trof Lubbers voorbereidingen voor een voortijdig levenseinde, dit nadat dementie bij hem was geconstateerd. De biografen spreken over ‘afspraken over euthanasie’, net als bij zijn moeder, die in 1993 overleed. Februari 2018 was het zover. Na het drinken van een laatste korenwijn met zijn gezin stond Lubbers op en zei: „Dit was het. Het is over, het is klaar.” Nadat echtgenote Ria, zijn twee zonen en dochter afscheid van hem hadden genomen, overleed Ruud Lubbers op 78-jarige leeftijd in zijn huis in Rotterdam.