N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Eredivisie Ajax heeft de aanval van AZ op de derde plaats afgeslagen. Maar door het gelijkspel (0-0) lopen de ploeg van coach John Heitinga de voorronde van de Champions League vrijwel zeker mis.
Holle rug, hoofd naar achter, ogen ten hemel. In de 85ste minuut van de thuiswedstrijd tegen AZ, als een afgeketst schot van Steven Bergwijn net naast de paal valt, wordt de wanhoop zichtbaar bij Ajax-coach John Heitinga. Hij weet: dit gaat niet meer lukken.
Ajax won nog geen enkele topwedstrijd dit jaar, uitgezonderd een bekerduel tegen Feyenoord. Niet onder Alfred Schreuder, noch onder zijn opvolger Heitinga. Ook zaterdagavond tegen AZ krijgt Ajax het niet voor elkaar (0-0). Het is een gelijkspel met grote consequenties.
PSV, dat eerder op de avond met 1-0 won bij Sparta, heeft met nog drie wedstrijden te gaan een voorsprong van vijf punten. Daarmee is de tweede plaats, en dus deelname aan de voorronde van de Champions League, uit zicht voor de club met verreweg de grootste begroting van Nederland. Positief bekeken voor Ajax: het houdt naaste belager AZ voorlopig op twee punten.
De vraag voor Heitinga vooraf was: hoe motiveer je een ploeg die alleen nog maar speelt om de schade te beperken? Een team waarvan veel spelers bovendien vermoeden dat ze er volgend seizoen geen deel meer van uitmaken. Omdat ze aanspraak maken op een stap hoger (Mohammed Kudus, Edson Álvarez, Jurriën Timber) of omdat ze mogelijk geslachtofferd worden in de reorganisatie die de nieuwe technisch directeur Sven Mislintat komende zomer zal doorvoeren (Jorge Sánchez, Calvin Bassey, Owen Wijndal, Steven Berghuis). Bij een deel van het Ajax-publiek is het vonnis over rechtsback Sánchez al geveld. Zijn entree, halverwege de tweede helft, wordt met een fluitconcert begroet.
Voor Ajax zijn de laatste competitiewedstrijden cruciaal. Ze bepalen of Ajax volgend jaar uitkomt in de Conference League, Europa League of mag deelnemen aan de voorronde van de Champions League, zowel financieel als sportief een wereld van verschil. Maar wat zou het, als je er straks waarschijnlijk niet meer bij bent? Die vraag zal Heitinga zichzelf af en toe ook stellen. Begin april vroeg hij de clubleiding om „duidelijkheid”, hij zei graag aan te willen blijven als hoofdtrainer. Nu, ruim een maand later, is er nog altijd geen besluit genomen over zijn positie, maar het ziet er somber voor hem uit.
Van onzekerheid laat Heitinga zaterdagavond niets blijken. Hij staat, zoals altijd, het grootste deel van de wedstrijd fanatiek coachend op de krijtlijn van ‘zijn’ vak. Bij balveroveringen of geslaagde tackles applaudisseert hij driftig. Heitinga verwachtte „een reactie” van zijn team, zei hij vooraf tegenover de clubwebsite, zoals hij die vorige week gezien had tijdens de verloren bekerfinale tegen PSV (na strafschoppen). Ajax slaagde er toen in 120 minuten niet in één vloeiende aanval op te zetten, de ploeg schoot niet eens op doel. Maar aan vechtlust had het niet ontbroken, vond Heitinga. Het publiek zag een team dat technisch en tactisch onvermogen compenseerde met vervelend gedrag en harde overtredingen, de coach prees de onverzettelijkheid van zijn ploeg. Juist die had hij gemist tijdens de oorwassing (3-0) tegen PSV die aan de bekerfinale voorafging.
Gelatenheid op de tribunes
Van verbetenheid is in de eerste helft tegen AZ weinig te merken. Af en toe sticht Ajax gevaar door een individuele actie – na twintig minuten krult Steven Bergwijn de bal vanaf de hoek van het zestienmetergebied op de paal, vlak voor rust schiet spits Brian Brobbey van dichtbij op keeper Mathew Ryan – maar het aanvalsspel is veelal voorspelbaar en traag. Grote druk ontwikkelen op een tegenstander, jarenlang was het vanzelfsprekend in de Johan Cruijff ArenA, maar het lukt Ajax al maanden niet meer. Het leidt inmiddels tot een zekere gelatenheid op de tribunes.
Ook AZ slaagt er geen moment in de tegenstander langer dan een minuut zijn wil op te leggen. Af en toe combineert de ploeg vlot, meestal wanneer middenvelders Jordy Clasie en Tijjani Reijnders zich met een aanval bemoeien. Zoals halverwege de eerste helft, als Reijnders na een splijtende pass opduikt voor Ajax-doelman Géronimo Rulli. Reijnders aarzelt te lang, kans weg. Te vaak lopen AZ-counters dood door slordige passing en misverstanden.
AZ beleeft onder Pascal Jansen min of meer een seizoen zoals Feyenoord dat vorig jaar doormaakte. Wisselvallig in de competitie, verrassend in Europa. Donderdag wacht West Ham United in de halve finale van de Conference League. Prachtig, maar Jansen zal het gevoel hebben dat zijn ploeg zaterdagavond een uitgelezen kans heeft laten liggen om de gehavende rivaal Ajax voorbij te streven.
Na rust is de grootste kans voor AZ. Invaller Mayckel Lahdo schiet de bal na een vlotte combinatie over de linkerkant op de binnenkant van de paal. Daar staan grote mogelijkheden voor Ajax tegenover. Vooral Brobbey, vooraf geprezen door Heitinga omdat hij diepte brengt in het spel, mist een paar keer van dichtbij. Verder – opnieuw – uitingen van machteloosheid en frustratie. Timber die de bal zomaar over de zijlijn roeit, Álvarez die in een agressief gebaar zijn voorhoofd drukt tegen dat van AZ-verdediger Sam Beukema.
Na afloop is Heitinga kort in zijn analyse. Over consequenties van het mislopen van de Champions League wil hij het niet hebben, voor conclusies is het wat hem betreft nog te vroeg. „De jongens hebben gestreden, maar de bal wilde er niet in. We moeten weer door naar de volgende. Je moet je herpakken.”