We wilden demonstreren als hoogleraren

Academische vrijheid Mogen hoogleraren in toga aanwezig zijn bij een klimaatdemonstratie, vraagt .
Illustratie Cyprian Koscielniak

Illustratie Cyprian Koscielniak

Op zaterdag loop ik samen met mijn familie mee in de steunbetoging voor de Extinction Rebellion-blokkade van de A12. Ik zal dat doen als burger, niet als ‘scholar activist’. Enkele dagen geleden kregen ik en een aantal collega-hoogleraren aan mijn universiteit, in Nijmegen, de vraag toegestuurd of we de demonstratie in toga zouden willen steunen. „De toga’s staan symbool voor wetenschappelijke kennis”, stond in de oproep, „en we symboliseren hiermee dat de klimaatactivisten de wetenschap aan hun zijde hebben.”

Zelf neem ik gezien mijn voorkeur voor het vita contemplativa zelden actief deel aan demonstraties, maar ditmaal voelde ik me aangesproken. De recente schattingen over de omvang van fossiele subsidies toegekend aan Nederlandse grootverbruikers – meer dan wat het kabinet besteedt aan klimaatbeleid – deden bij mij de drang opwellen om ook maar eens op de barricades te staan.

Zelfs als die nieuwe schattingen, uitgevoerd door drie milieuorganisaties, enigszins overtrokken zijn, dan nog stemt de situatie tot bezorgdheid en leek het me een belangrijk signaal om deel te nemen aan het protest der hoogleraren.

Maar al snel ontspon zich onder de opgeroepen hoogleraren een discussie of wij dan de universiteit zouden vertegenwoordigen door in toga aanwezig te zijn op de demonstratie. Eén van de collega’s besloot dit toch maar even na te vragen bij de decaan – zo rebellious zijn we nu ook weer niet – en kreeg vervolgens te horen dat het College van Bestuur de actie niet ondersteunt. De toga, zo luidde het antwoord, wordt enkel gedragen op officiële gelegenheden en hoogleraren hebben daar niet zelf in te beslissen. Aan een universiteit die zich uitgesproken profileert als duurzame instelling, kan dat als boodschap wel tellen.

‘Noblesse de robe’

Als mogelijk alternatief voor de toga’s werd vanuit XR Nederland dan maar voorgesteld om laboratoriumjassen te dragen en zo onze identiteit als onderzoekers uit te drukken. Daarin konden de alfawetenschappers (onder wie ikzelf) zich weer niet helemaal vinden. Bovendien gaat van de laboratoriumjas, een functioneel eerder dan ceremonieel kledingstuk, niet dezelfde noblesse de robe uit als van de toga. Zelf bezit ik geen toga en ik ga niet aankloppen bij de pedel van mijn universiteit om er eentje te reserveren voor de 9e september. Dan maar zonder toga.

Achteraf beschouwd legde die discussie over de toga’s een zenuw bloot in het huidige universitaire bestel. Academici zijn niet enkel werknemers, maar ook responsible officers die in crisistijden mee het debat kunnen en moeten sturen. Naast onderwijs en onderzoek, behelst academische vrijheid ook het recht om in de hoedanigheid van onderzoeker deel te nemen aan politieke activiteiten buiten de universiteit. De voorbije protesten op de A12 hebben uitgewezen dat de vrijheid van betoging onder druk staat. We kunnen daar in feite ook de academische vrijheid bij rekenen. Een beetje rebellie kan dan allicht geen kwaad.

Michael Boyden
hoogleraar Engelse Cultuur en Letterkunde Radboud Universiteit