Wat vindt NRC | Weeg bij volgende pandemie belangen van jeugd beter mee

Als er iets geleerd kan worden van de coronapandemie is het dat bij een volgende grootschalige virusuitbraak de belangen van jongeren beter moeten worden meegewogen. De sluiting van het onderwijs, die vooral diende om kwetsbare ouderen tegen het virus te beschermen, had een keerzijde. Kinderen en jongeren moesten langdurig thuisblijven en achter een beeldscherm lessen volgen, het contact met leeftijdgenoten werd hun ontzegd. De negatieve gevolgen op hun ontwikkeling speelden in het beleid nauwelijks een rol.

Dat de lockdowns impact hebben gehad op kinderen en jongeren mag vijf jaar na dato wel geconcludeerd worden, ook al zijn de onderzoeken daarnaar niet helemaal eenduidig. Steeds moeilijker valt vast te stellen in hoeverre de dalende leerresultaten, de toegenomen behoefte aan psychologische hulp en de onrust in klassen nog te wijten zijn aan de coronatijd. Naarmate de tijd verstrijkt kunnen ook andere invloeden gaan meespelen. Bovendien was er ook vóór corona al sprake van dalende leerresultaten en stijgende psychische nood onder jongeren.

Dat het sluiten van onderwijsinstellingen geen gunstige factor is in het ontwikkelingsproces van jonge mensen lijkt iets wat je zelfs zonder onderzoek wel zou kunnen verzinnen. Toch was dat niet de mindset die in maart 2020 heerste. Integendeel: de roep om de scholen te sluiten klonk luid in die dagen. Dat was ook best begrijpelijk, gezien de karige informatie die destijds beschikbaar was over het oprukkende virus.

Het kan het toenmalige kabinet niet verweten worden dat het zich in dat prille begin vooral bekommerde om ouderen. Maar na de zomer van 2020 groeiden de zorgen over de negatieve gevolgen van het verplichte thuisonderwijs. Toen had het belang van de jeugd meer in het coronabeleid moeten gaan meewegen.

Toch gingen de scholen in december voor de tweede keer volledig dicht. Bij een virus als de Spaanse griep, dat vooral jongvolwassenen trof, was dat logisch geweest. Bij Covid-19 was inmiddels bekend dat kinderen niet de belangrijkste verspreiders waren. De schoolsluiting was vooral bedoeld om het thuiswerken van ouders af te dwingen.

Al tijdens de pandemie bleek uit onderzoek dat leerlingen in het basisonderwijs praktisch niets leerden of zelfs achteruitgingen. Als pleister op de wonde trok de overheid 8,5 miljard euro uit waarmee onderwijsinstellingen extra hulp konden organiseren. Deskundigen menen dat in elk geval kwetsbare leerlingen daarvan hebben geprofiteerd. Maar de achterstand die basisschoolleerlingen meenamen naar het voortgezet onderwijs is nog steeds niet weggewerkt.

Moeilijk te zeggen valt of de coronacrisis van blijvende invloed is geweest op het mentale welzijn van de jeugd. Een deel van de onderzoekers stelt dat al het al voor 2020 niet goed ging. De lockdowns zouden dat nog versterkt hebben. Maar er zijn ook onderzoekers die het anders zien: de mentale klachten zijn niet verergerd, alleen zijn de jongeren van nu beter in staat om erover te praten.

Hoe het ook zij, al vroeg in 2020 waren er genoeg aanwijzingen dat het niet goed ging met in elk geval een deel van de jeugd. Het kabinet hield daar in het coronabeleid onvoldoende rekening mee. Het duurde nog tot 2022 voor het onderwijs weer open mocht. Dat heeft ook het vertrouwen van burgers in de overheid geen goed gedaan. Als er ooit weer een virus over Nederland raast, laat de belangen van de jeugd dan meer meewegen.