Wat vindt NRC | Verzet tegen de noodwet is te prijzen, maar NSC hééft de rechtsstaat al in gevaar gebracht

Er is geen rechtvaardige, zuivere reden om het noodrecht te gebruiken voor asielbeleid. Het feit alleen al dat er al weken moet worden gezocht naar een „dragende motivering” om zo’n staatsrechtelijke sprong in het duister te maken, zegt alles. Die motivering is er niet. Het noodrecht is bedoeld voor rampen, oorlogen, pandemieën, extreme situaties. De gebrekkige opvang van asielzoekers is schrijnend en getuigt van politiek falen, misschien wel politiek cynisme. Maar om opvangproblemen is het verantwoordelijk minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) niet te doen, daar is ze transparant over. Ze wil beleidsmatige shocktherapie toepassen om de grenzen zoveel mogelijk te sluiten. Daarvoor acht ze het nodig de parlementaire controle tijdelijk buitenspel te zetten. Ideaal voor bestuurders die alles op hun eigen manier willen, maar hier is het staatsrecht niet voor bedoeld.

Bovendien: de procedure verloopt rommelig en weinig doordacht. Er ligt geen plan, geen argumentatie. Faber zei deze week dat haar ministerie klaar is met de ‘dragende motivering’ en dat de vier Kamerfracties (PVV, VVD, NSC en BBB) erover aan het onderhandelen zijn. Die bleken van niets te weten. Wat al wél bekend is, is dat ambtenaren van onder meer Binnenlandse Zaken niets heel lieten van de plannen. Dat werd duidelijk toen het kabinet onderliggende adviezen openbaar maakte. De Eerste Kamer heeft zich al tegen het staatsnoodrecht uitgesproken, en de kans is groot dat de Raad van State dat ook zal doen.


Lees ook

Wilders gebruikt alle ruimte die hij krijgt door de zwijgzaamheid van Dick Schoof

Geert Wilders reageert op vragen over zijn tweet over burgemeester Femke Halsema.  Foto Bart Maat

De vraag is, kortom: wie houdt wie voor de gek? Als het de PVV en Marjolein Faber er echt om te doen is dat er snel iets gebeurt aan het aantal asielzoekers dat zich in Nederland meldt, dan zijn daar allerlei parlementaire manieren voor. Maar het is allang duidelijk dat er geen noodwet voor asiel komt, en toch worden er maanden verspild aan het verkennen van deze route. Er is geen sprake van een asielcrisis, alleen een opvangcrisis. Maar áls die asielcrisis er al zou zijn, quod non, dan mag je van bestuurders verwachten dat ze écht beleid verzinnen, geen symboolpolitiek. Door het staatsnoodrecht door te drukken houdt het kabinet iedereen, onder wie de eigen kiezers, een illusie voor. Ten eerste dat er sprake is van een crisis, ten tweede dat democratische middelen opzij mogen worden geschoven, ten derde dat er iets krachtdadigs gebeurt. Dat is drie keer kwalijk.

Dat coalitiepartijen VVD en NSC dit allemaal laten gebeuren, is eveneens kwalijk. De VVD is de enige regeringspartij met bestuurlijke ervaring en zou beter moeten weten. NSC werd groot met de belofte van ‘goed bestuur’. Het verzet tegen de noodwet is op zichzelf te prijzen. NSC heeft de eis van dragende motivering in het hoofdlijnenakkoord weten te krijgen. Maar door de samenwerking met de PVV aan te gaan én in te stemmen met het principe van staatsnoodrecht voor asiel, hebben ze de democratische rechtsstaat al in de gevarenzone gebracht. Niet omdat er echt een noodwet gaat komen, maar omdat het nonchalante gebruik van het staatsnoodrecht, als fastfood uit de muur van de Febo, opeens politiek geaccepteerd lijkt. Natuurlijk, de instituties houden wel stand, de Raad van State, de ambtenarij en eventueel de rechter zullen misbruik niet toestaan. Maar tijdens de formatie ging NSC met het principe akkoord. Mogelijk komt er snel een compromis tussen PVV en NSC, waarbij de scherpe kantjes van de plannen zullen zijn afgevijld. Maar als de vette handen van de politiek aan het staatsrecht komen, blijven er altijd vlekken achter.


Lees ook

Geen regie, geen beleid en geen plan. Er heerst wanorde bij NSC

Interim-partijleider Nicolien van Vroonhoven (NSC), na afloop van het wekelijkse coalitieoverleg.