Wat vindt NRC | Trumps strijd met de wetenschap vereist een streep in het zand

De vernieuwings- en vernielingsdrang van Donald Trump is bijkans grenzeloos. Naast de ambtenarij, militaire bondgenoten, klimaatbeleid, handelspartners en migranten heeft zijn regering de afgelopen weken ook de wetenschap in de Verenigde Staten op de korrel genomen.

De National Science Foundation, die wereldwijd wetenschappelijk onderzoek financiert, heeft de oekaze ontvangen om duizenden projecten uit te pluizen op ‘problematisch’ taalgebruik. Daaronder kunnen woorden vallen als ‘trauma’, ‘divers’, ‘uitsluiting’, ‘intersectioneel’ en ‘gemarginaliseerd’, die door de regering-Trump worden geassocieerd met ‘woke’ of ‘marxistische’ opvattingen.

Daarnaast wil de Amerikaanse president miljarden dollars bezuinigen op de wetenschap – en dan met name op vakgebieden die hem irriteren, zoals gender en klimaat. Op Amerikaanse universiteiten verkeren veel wetenschappers in onzekerheid. Het voortbestaan van hun werk staat op het spel.

Wetenschap floreert bij samenwerking, en al die Amerikaanse onderzoekers hebben dus banden met collega’s in het buitenland – ook in Nederland. Uit een rondgang van NRC bleek dat de situatie in de VS meteen repercussies had voor Nederlandse wetenschappers: congressen werden afgezegd, subsidieaanvragen lagen stil en publicaties gingen niet door.

Dat was op zich al zorgwekkend, maar vorige week werd duidelijk dat de pogingen van de regering-Trump om wetenschappers te dicteren welke woorden ze wel en niet mogen gebruiken ook Nederland hebben bereikt. Op verschillende universiteiten kwam een lijst met vragen binnen waarin onder meer geïnformeerd werd of de organisatie van de onderzoeker werkt met „communistische, socialistische of totalitaire partijen” en of het onderzoeksproject „gepaste maatregelen” neemt om „te beschermen tegen gender-ideologie”.

Voor de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen waren de gebeurtenissen in de VS reden om een enquête uit te zetten onder haar leden om de onrust te peilen. Onderzoeksfinancier NWO inventariseert ondertussen welke kennis gevaar loopt om te verdwijnen, terwijl het Netherlands Institute for Advanced Study in Amsterdam (NIAS) zijn deuren nadrukkelijk openzet voor Amerikaanse wetenschappers die in de klem komen. Dit zijn allemaal verstandige acties.

Minister Eppo Bruins (Wetenschap, NSC) ziet de ernst van de situatie helaas niet in. Om een reactie gevraagd op de Amerikaanse vragenlijst, kwam hij niet verder dan de verzuchting dat hij het niet zinvol vond om uitspraken van de regering-Trump van commentaar te voorzien. Het was niet aan hem om te bepalen „welk beleid de VS voeren en daarmee ook niet om te bepalen of en welke vragen de VS stellen.”

Deze laconieke houding miskent de ernst van de situatie. Instellingen uit de VS staat het vrij om mails te sturen naar partners in het buitenland, maar als daarin aan Nederlandse wetenschappers wordt gevraagd om toezeggingen die op gespannen voet staan met de academische vrijheid, dan is het juist aan de minister om pal te gaan staan voor die vrijheid.

Nu gaat het nog maar om een handvol Nederlandse onderzoekers dat te maken heeft gekregen met het effect van Trumps optreden in de VS, maar zijn ambtstermijn duurt vier jaar. Wie weet wat er nog komen gaat? Het is daarom beter zo snel mogelijk een duidelijke streep in het zand te trekken.