Wat vindt NRC | Trumps aanval op Iran is roekeloos en ondergraaft het internationale recht verder

Het is altijd makkelijker een oorlog te beginnen, dan er een te eindigen. Het is een cliché, maar wel een met een grote kern van waarheid, zoals nog bleek tijdens de onfortuinlijke Amerikaanse interventie in Irak ruim twintig jaar geleden. Een wijze les kortom die president Trump ervan had moeten weerhouden om te doen wat hij zondagnacht toch deed: Iran aanvallen. Trump zelf maakte er tijdens zijn verkiezingscampagne een punt van dat ‘America first’ ook betekent dat de VS in de wereld militair minder actief willen worden. Zondagnacht brak hij die belofte. Zijn land is nu verwikkeld in een nieuw, gevaarlijk conflict.

Met zijn besluit om verschillende Iraanse nucleaire installaties te bombarderen, kwam Trump tegemoet aan de wens van de Israëlische premier Netanyahu, die zelf niet over de zware bommen beschikt om de diep in de grond verstopte faciliteiten in Iran te bereiken. In zijn toelichting maakte Trump duidelijk dat hij hoopt dat Iran met deze actie in één keer op de knieën te krijgen is, en dat het conflict dus ook weer snel voorbij kan zijn wat hem betreft. Of dit realistisch is of wensdenken zal de komende tijd moeten blijken, maar de kans op escalatie in het Midden-Oosten was in lange tijd niet zo groot. Om geloofwaardig te blijven zal het regime in Iran hard willen terugslaan, ook als dit niet meteen kan.

Het is te hopen dat zowel de leiders van de Golfstaten als de NAVO-lidstaten komende week op de top in Den Haag de gemoederen kunnen bedaren. Een uitdaging die wel steeds complexer wordt. Behalve de tot voor kort nog lopende gesprekken over de beperking van Irans nucleaire programma ligt ook de basis waarop zulke gesprekken gevoerd zouden moeten worden – het internationale recht – in duigen. Niet in de laatste plaats omdat de democratieën die deze rechtsorde zouden moeten verdedigen, de leden van de Europese Unie voorop, inconsequent en slap handelen. Waar Rusland meteen sancties kreeg opgelegd na de invasie van Oekraïne mag Israël straffeloos zijn gang gaan, of het nou in Gaza, de Westelijke Jordaanoever, Syrië of Iran is. En nu doen de VS actief mee, op dezelfde gammele juridische basis.

Dat het regime in Teheran de eigen bevolking keihard onderdrukt, moge duidelijk zijn. Dat Iran kernwapens ontwikkelt, is volgens het atoomenergie-agentschap IAEA van de Verenigde Naties ook duidelijk: het land bezit genoeg verrijkt uranium voor negen kernbommen. Dat het daarmee een onmiddellijke bedreiging is voor buurlanden, is echter niet duidelijk. Israël, dat zich bedreigd voelt door de decennialange oorlogsretoriek van de ayatollahs, heeft sinds zijn aanval een week geleden geen bewijs geleverd dát Iran daadwerkelijk bezig was een kernbom te bouwen. De VS evenmin. Dat is een schending van internationaal recht. Hoe verwerpelijk een regime ook, hoe bedreigend een ander land kan voelen, er is juridisch bewijs nodig voor een aanval. Dat is die andere les van Irak uit 2003, toen het door de VS en het Verenigd Koninkrijk aangeleverde bewijs voor massavernietigingswapens niet bleek te bestaan.

Nu Trump het internationale recht in Iran zo terzijde schuift, is het van het grootste belang dat de EU er juist pal voor gaat staan. De enige weg vooruit is diplomatie en respect voor mensenrechten en internationale afspraken. Ten aanzien van Gaza verzaakt de EU al ernstig. Als het dit nu ook gaat doen met Iran, dan helpt het de facto met het openzetten van de deur naar een wereld waar alleen het recht van de sterkste nog geldt.