Wat vindt NRC | Systematische fraude met Europees geld kan ook bij een kanshebber op het Franse presidentschap niet onbestraft blijven

Voor Marine Le Pen had haar veroordeling maandag niet op een ongelukkiger moment kunnen komen. Twee jaar voor de Franse presidentsverkiezingen stond ze bovenaan de peilingen voor de eerste kiesronde. De verkiezing van april 2027 zou haar grootste kans tot nu toe op het presidentschap zijn. De uitspraak van de rechter zette daar een streep doorheen. Vanwege grootschalig misbruik van Europees geld kreeg de leider van de radicaal-rechtse Rassemblement National vier jaar cel, waarvan twee voorwaardelijk en twee thuis met enkelband uit te zitten. Maar vooral: per direct ontnam de rechter Le Pens passief kiesrecht. Als het notoir trage Franse justitie-apparaat er niet in slaagt om tijdig haar beroep te behandelen, kan ze zich niet kandidaat stellen voor de verkiezingen van 2027.

Dat is volgens haar partijgenoten en medestanders van de extremistische internationale een „aanval op de Franse democratie”. Ook meer gematigde politici opperden dat een rechter zich niet zodanig in wezenlijke electorale processen had moeten mengen. Dat zijn op het moment dat de rechtspraak door opkomend populisme wereldwijd onder druk staat gevaarlijke uitspraken, die Le Pens jarenlange klaagzang over een ‘systeem’ dat haar zou dwarsbomen ten onrechte legitimeren.

Feit is dat haar partij, destijds nog onder de naam Front National (FN), voor vele miljoenen euro’s aan publieke middelen misbruikt heeft. Geld van het Europees parlement, dat bedoeld was voor het aanstellen van fractiemedewerkers, werd doorgesluisd naar het partijbureau om nationale medewerkers mee te betalen. Uit e-mails blijkt dat Marine Le Pen hier niet alleen van wist maar zelf sinds 2009 volgens de rechter „in het hart van dit systeem” stond. Dat dit soort systematische fraude niet onbestraft kan blijven is evident.

Dat in de Franse politiek van links tot rechts, en zelfs bij centrumpremier François Bayrou ongemak over het vonnis bestaat is te begrijpen. Le Pen is helaas niet de enige politicus die de laatste jaren in Frankrijk om fraude of corruptie met justitie in aanraking kwam. De oud-premiers Juppé en Fillon liepen tijdens hun politieke loopbaan een strafblad op en ex-president Sarkozy draagt op dit moment een enkelband. De Europese route gebruiken om een nationale politieke carrière te lanceren of te financieren is niet ongangbaar vanwege het op absolute meerderheden gebaseerde Franse kiesstelsel en de hoge drempels die er voor financiering van nieuwe politieke partijen zijn. Diezelfde Bayrou en ook de linkse leider Jean-Luc Mélenchon liggen voor vergrijpen met Europees geld onder vuur. Hun zaken zijn in omvang en schaamteloosheid echter onvergelijkbaar met die van Le Pen.

Juist om die zweem van corruptie rond Franse ambtsdragers aan te pakken en het vertrouwen in de politiek te herstellen, is in 2016 een strenge wet aangenomen die tot meer transparantie in het politieke bedrijf moest leiden. Deze wet, ‘Sapin II’, verplicht de rechter bij dit soort fraude het passief kiesrecht af te nemen, zoals nu is gebeurd.

Le Pen en haar partij hebben zich altijd uitgesproken voor strengere straffen, ook bij financiële malversaties en in het bijzonder bij politici. Voor de wet is en blijft iedereen tenslotte gelijk. Terecht hamerde de rechter er maandag op dat Le Pen een voorbeeldfunctie heeft. Omdat ze geen enkel berouw heeft getoond, achtte ze de kans op recidive groot en is die onverkiesbaarheid meteen ingegaan.

Dat neemt niet weg dat de veroordeling voor Le Pen en voor de Franse politiek als geheel aankomt als een mokerslag. Maar dat Le Pen zelf nu spreekt van praktijken uit „autocratische regimes” is een gotspe. De rechter heeft gedaan wat ze zeker in deze tijden moest doen: de rechtsstaat beschermen tegen politici die zich, zoals in autocratische regimes, boven de wet achten.


Lees ook

Na vonnis kan Marine Le Pen geen presidentskandidaat zijn in 2027, maar: ‘Ik laat me zo niet elimineren’

Marine Le Pen bij haar aankomst maandagmorgen bij de rechtbank in Parijs. Foto Stephanie Lecocq / Reuters