Het nieuwe medicijn dat patiënten met obesitas echt laat afvallen, semaglutide, mag niets minder dan een wetenschappelijk wonder genoemd worden. Het is nog schaars maar op termijn zal het naar verwachting breed verkrijgbaar zijn. Het werd voorgeschreven voor diabetespatiënten maar blijkt bij iedereen de eetlust te verminderen – ook bij veel te zware patiënten.
De beurskoersen van Amerikaanse supermarktketens zoals Walmart daalden vorig najaar toen bekend werd hoe effectief semaglutide is. Ook het aantal maagverkleiningsoperaties lijkt, na jaren te zijn gegroeid, nu te stabiliseren. Tijdens studies met semaglutide verloor bijna 78 procent van de patiënten binnen twee jaar grofweg 10 tot 15 procent van zijn gewicht.
Overgewicht en obesitas zijn lastige kwesties. Want er kleefde altijd al een zweem van schuld en schaamte aan – kan die persoon er iets aan doen dat hij of zij te dik is? Beweegt hij gewoon te weinig? Eet ze te veel taart en hamburgers? En wie bepaalt dan wel wat ‘té’ dik is? Inmiddels heten zulke insinuaties ‘fat shaming’, heet dik ‘vol slank’ en ‘veel te dik’ is ‘iemand die lijdt aan obesitas’. Dat geldt dan ook al voor 16 procent van de volwassen bevolking in Nederland. In Ierland zelfs 26 procent en in de VS 40 procent van de volwassenen. Aan het mildere ‘overgewicht’ lijdt ruim de helft van de bevolking in veel westerse landen. Ook in Afrika en Zuid-Amerika hebben steeds meer mensen obesitas – wereldwijd één miljard mensen.
Het is voor veel mensen moeilijk om een gezond gewicht te behouden. Dat is, ongeacht de schuldvraag, een groot probleem. Patiënten met ernstig overgewicht, en zeker met obesitas, krijgen last van hun gewrichten, het hart, en veel vaker dan gemiddeld diabetes en depressies. Ze raken vaak geïsoleerd en dus eenzaam. Ze genezen minder snel van infecties. Tijdens de coronapandemie waren er twee groepen bij uitstek die een hoge kans hadden om te bezwijken onder het virus: ouderen en patiënten met overgewicht.
Economisch bekeken is semaglutide dus een uitkomst – het medicijn kost veel minder dan de optelsom van behandelingen voor nevenkwalen van obesitas-patiënten.
Obesitas is een welvaartsziekte en tegelijk zijn het vooral de armere delen van rijke samenlevingen die eraan lijden. Onwetendheid, impulsief gedrag, stress – allemaal factoren die slechte eet- en leefgewoontes versterken. De gemiddelde levensverwachting in arme regio’s zoals Rotterdam-Zuid en Heerlen-Noord is zeven jaar korter dan in rijke regio’s. Het verschil in als ‘gezond ervaren levensjaren’, zonder ernstige kwalen dus, is zelfs negentien jaar.
Alleen al daarom is de komst van semaglitude mooi maar ook verhullend: de echte leefstijlproblemen in westerse landen veranderen er niet door. Velen nemen liever de auto dan de fiets en kunnen dat ook. Gaan liever met de lift dan met de trap, met de e-bike in plaats van een gewone fiets. Meer mensen zitten de hele dag op kantoor dan dat ze fysieke arbeid verrichten. Veel mensen kíjken liever naar een voetbalwedstrijd dan dat ze zelf voetballen. Eten liever een kant-en-klare maaltijd dan zelf koken. Zoet drinken en eten waar verzadigd vet in zit, is goedkoop en overal verkrijgbaar.
Is dat allemaal erg als je uiteindelijk een medicijn kunt krijgen dat de behoefte aan eten weer doet afnemen? Wel als het alle remmen losgooit – waarom zou iemand nog gezond proberen te leven als de schade alsnog met een medicijn beperkt kan worden? Medicalisering heet dat, medische ingrepen als antwoord op bepaald gedrag. Bovendien moet je dit medicijn blijven innemen, anders komt de eetlust weer terug.
Momenteel wordt semaglutide alleen vergoed voor diabetespatiënten en een kleine groep patiënten met ernstige obesitas. Als het op een goed moment vergoed wordt voor iedereen met overgewicht, die het wil, dan wordt dat de grote vraag: leidt het medicijn ertoe dat veel meer mensen ongezond gaan leven of wordt de volksgezondheid er gemiddeld beter van?
Gezien de toenemende kosten voor de gezondheidszorg is het een goed idee om ook te investeren in andere manieren om een gezond gewicht binnen bereik te houden. Betaalbaar gezond voedsel en bewustwordingscampagnes blijven van belang.