Wat vindt NRC | Oude BVD-mappen tonen te makkelijke inbreuk op privésfeer

Rechtsstaat

Commentaar

Wat zegt de reportage in NRC over de gedetailleerde dossiers die de BVD in naoorlogs Nederland bijhield over verdachte radicalen en politieke rebellen? Vooral dat de tijden enorm veranderd zijn – dat de bedreigingen van toen veelal verdampt zijn, zelfs zó dat de bezorgdheid van toen nu overdreven schijnt. En het geheel een historisch pantomime lijkt, met zwart-withoofdrolspelers in een kostuumdrama van regenjassen en gleufhoeden.

Oordelen met wijsheid achteraf is dan ook meteen het grootste risico. Wie alleen in het nu leeft, de historische uitkomst kent, kan zich al nauwelijks meer de atoomdreiging voorstellen. En zwiept de zorgen van toen makkelijk terzijde. Met courantier/uitgever Derk Sauer (70) als voorbeeld. Diens levensloop van jonge radicaal, ambitieuze rebel en ‘uitreiziger’ naar de IRA, tot succesvol journalist/uitgever was destijds geen gegeven. Sterker, de scholier en student Sauer was bij uitstek een kandidaat voor observatie, ook achteraf.

Tegelijk is zijn dossier, maar ook dat van Joseph Luns en andere politici en journalisten een voorbeeld van de intimiderende inbreuk op het privéleven die er toen (en nu?) kennelijk is gemaakt. Seksuele relaties, medische details – ook decennia later is het vergaren van dergelijke hoogst persoonlijke informatie aanstootgevend en laakbaar. Ook omdat het vooral om van ‘horen zeggen’ ging. Wat tot onvolledige, eenzijdige of foutieve informatie leidde, die toch maar mooi in een mapje werd bewaard. Maar waartoe? In de Russische politiek heet zoiets ‘kompromat’ en is het vooral een chantagemiddel. Wat wil een geheime dienst in een rechtsstaat ermee? Dat dergelijke informatie nu is op te vragen en tegen te spreken, herstelt dan het evenwicht, althans enigszins. Het zou de dienst moeten stimuleren om scherper te selecteren wat het wil weten en waarom. En of het bewaard moet worden.

Dat mapje van toen is intussen gemoderniseerd, net als de BVD zelf – omgevormd tot de AIVD. De samenleving is gedigitaliseerd, wat tot geheel andere zorgen leidt. Woont u ergens waar de dienst uw overbuurman wil observeren, dan haalt de dienst al gauw ook uw mail en uw internetverkeer in bulk naar de eigen servers, waar het dan een tijdje opzij gezet wordt. Om dan te worden geselecteerd. Volgen gaat nu op afstand, met straatcamera’s, op internet, via de gsm, met herkenningstechnieken.

De burger moet maar geloven dat de toestemmingseisen vooraf en het toezicht achteraf voldoende zijn om daar een gerust gevoel bij te houden. Dat de AIVD niet gebruikt wordt, zich niet laat inhuren door binnen- of buitenlandse belanghebbenden. Maar voldoende rechtsstatelijk benul heeft om in te zien wanneer het mapjes vult met onzin of laster. Dat vraagt om een kolossaal vertrouwen, dat in de high-trust-samenleving die Nederland tot voor kort was, ook al veel gevraagd was. In de vertrouwenscrisis burger-overheid van nu spreekt dat nóg minder vanzelf. Bij velen komt zo’n historisch BVD-verhaal binnen als de bevestiging van een kwaad vermoeden. Dat de staat niet is te vertrouwen, toen niet en ook nu niet.

Voor nu betekent het dat de AIVD nog meer dan de BVD destijds z’n democratische legitimiteit scherp moet bewaken. Dat kan door z’n toezichthouders onder álle omstandigheden tevreden te stellen. En zo terughoudend mogelijk te zijn bij al z’n operationele activiteiten die rechtstreeks aan eigen vrije burgers raken. Met een extra drempel bij het binnendringen en observeren van de privésfeer.