Wat vindt NRC | Opgedoken bewijs uit Hawija schaadt vertrouwen

‘Uiterst onaangenaam getroffen”, was de onderzoekscommissie die onder leiding van minister van staat Winnie Sorgdrager onderzoek deed naar het Nederlandse bombardement op het Iraakse Hawija in 2015. En terecht: Defensie, zo bleek, heeft jarenlang een video achtergehouden waarop duidelijk zichtbaar is hoe groot de verwoesting was die de luchtaanval indertijd in een woonwijk aanrichtte. Er vielen ten minste 85 burgerdoden.

Want dát er twee video’s waren gemaakt, was duidelijk. Eén video dateert van ’s nachts, direct na de aanval, de andere, waarop de schade echt goed te zien is, werd de volgende ochtend gemaakt. Die laatste werd bekeken door de commandant die verantwoordelijk was voor de aanval en werd doorgestuurd naar Den Haag.

De commissie, die na vier jaar onderzoek in januari haar eindrapport presenteerde, had „anderhalf jaar lang meermalen” aan Defensie gevraagd om de video. Met als onbevredigend antwoord dat de gemaakte beelden al direct na de aanval waren verwijderd. De video zou „niet relevant om te bewaren” zijn, aldus Defensie. „De data is [sic] de volgende dag weer overschreven.”

Waar het ook alweer om draait: vanaf 2014 voerde Nederland als onderdeel van de internationale coalitie tegen IS luchtaanvallen uit in Irak. In de nacht van 2 op 3 juni 2015 hadden twee Nederlandse F-16’s de opdracht om een autobommenfabriek van IS uit te schakelen in Hawija. Dat daarbij zoveel burgerdoden vielen, was snel duidelijk. De Nederlandse betrokkenheid werd pas onthuld in oktober 2019, door journalistiek onderzoekswerk van NRC en de NOS.


Lees ook

Het leed in Hawija erkennen en verzachten is mislukt

Abdallah Rashid Saleh (51) knielt bij de graven van zijn familieleden in  Hawija, februari 2023.

Ook nu weer ligt journalistiek onderzoekswerk ten grondslag aan het opduiken van deze video. Ben Meindertsma, die indertijd voor de NOS en nu voor de Volkskrant werkt, werd nieuwsgierig door een zinnetje in het eindrapport van de commissie-Sorgdrager over de verdwenen video’s. Hij reconstrueerde hoe de video, met daarop zulk cruciaal bewijs, „overschreven” had kunnen worden. Drie dagen later dook de video toch op, gevonden in de archieven van vliegbasis Leeuwarden, waar de commissie zelf ook al had gezocht.

Of de video bewust is achtergehouden is nog niet duidelijk, maar onaannemelijk is het niet. Niet alleen in dit dossier wordt transparantie bij Defensie meer met de mond beleden dan dat het daadwerkelijk in praktijk wordt gebracht, talloze beloftes ten spijt. Het meest bekende voorbeeld is een in 1995 foutief ontwikkeld en vervolgens verdwenen filmrolletje van een Dutchbat-militair met daarop mogelijk bewijs van Servische oorlogsmisdaden in de moslimenclave Srebrenica.

Die cultuur van achterhouden is kwalijk. Het wijst op een diepgeworteld gevoel van onaantastbaarheid bij sommigen binnen Defensie, die denken weg te kunnen komen met ernstige zaken, ook als die niet met opzet zijn gepleegd.

Ook spreekt er minachting uit de houding van enkele hoge militairen: tegen de commissie-Sorgdrager hielden betrokkenen vol dat de video was overschreven.

De huidige minister van Defensie Ruben Brekelmans (VVD) toont zich bewust van deze cultuur. Hij gaf opdracht nogmaals goed te zoeken, waarna de beelden opdoken, en geeft nu zijn volledige medewerking aan eventueel verder onderzoek van de commissie.

Die houding is een eerste stap en cultuurverandering begint aan de top. Maar met het toenemende belang van Defensie in deze onrustiger wordende wereld, moet de organisatie ook doordrongen zijn van het wantrouwen dat deze zaak teweeg kan brengen. De krijgsmacht zal de steun en het vertrouwen van de maatschappij in de nabije toekomst nog hard nodig hebben.


Lees ook

‘Het leek net de atoombom die op Hiroshima werd gegooid’

Alaa Qader Ridha, overlevende van het bombardement op Hawija.