Wat vindt NRC | Ook Israël heeft niets aan vrienden die niet zeggen waar het op staat

75 jaar Israël

Commentaar

Iedere natie kent haar verhalen en mythes – soms waar, soms onwaar, soms een beetje waar. Verhalen over de ontstaansgeschiedenis, oorlogen, natuurrampen of nationale helden, bedoeld om een gevoel van nationale eenheid te creëren. Israël, dat deze week het 75-jarige bestaan vierde, kent misschien wel de grootste mythologisering, deels zelf gecreëerd, door de buitenwereld opgelegd. Aan Israël worden buitenaardse krachten toegedicht, ten goede en ten kwade. Het land van melk en honing, het land dat de woestijn tot bloei bracht, het land dat onwaarschijnlijke overwinningen boekte in oorlogen tegen Arabische buurlanden, de enige democratie in het Midden-Oosten. Dan is Israël weer het land dat het absolute kwaad in de wereld vertegenwoordigt. En die beelden vertroebelen het zicht op wat Israël voorál is: een land waar mensen wonen, werken en leven. Een problematisch, maar in de kern ook een heel gewoon land. Als één verhaal over Israël de afgelopen 75 jaar onderbelicht is gebleven, dan is het dát. Het gesprek over Israël is van menselijkheid ontdaan, zowel in Nederland als internationaal, en mondt meestal uit in een politieke geloofsbelijdenis. Niemand heeft daar wat aan, Israël al helemaal niet.

Een zekere ontmythologisering van Israël kan heilzaam zijn, zonder de bijzondere plaats in de wereldgeschiedenis te veronachtzamen. Na de Tweede Wereldoorlog en de verschrikkingen van de Holocaust was er voor het eerst internationaal steun voor de zionistische droom van een Joodse staat in het Midden-Oosten. Israël werd meerdere malen in zijn voortbestaan bedreigd, onder meer in de oorlogen van 1967 en 1973, maar wist zich staande te houden. Sindsdien is Israël, tijdens de stichting gebouwd op socialistische principes, uitgegroeid tot een succesvol kapitalistisch land, met een toonaangevende tech-economie, een overweldigend militair overwicht in de regio en een bloeiende culturele sector.

Oorlog en bezettingspolitiek zijn een rode draad in het verhaal over 75 jaar Israël. Volgens het principe van de ‘ijzeren muur’ hebben Israëlische regeringen in meer of mindere mate het idee omarmd dat Israël als eerste én als hardste een klap uitdeelt. Angst is daarbij vaak een drijfveer. Alleen met militair machtsvertoon kan Israël overleven in een vijandige omgeving. Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 zijn ruim 700.000 Palestijnen verdreven, en zijn vele dorpen verwoest. Ruïnes van die dorpen zijn op veel plekken nog altijd zichtbaar in het landschap. Het verjaardagsfeest van Israël is ook de 75-jarige herdenking van al-Nakba, de Catastrofe, die Palestijnen elk jaar gedenken. Internationale erkenning voor deze kant van het verhaal is hard nodig.

De Zesdaagse Oorlog van 1967 leidde onder meer tot een annexatie van Oost-Jeruzalem en een bezetting van de Palestijnse Westelijke Jordaanoever, die tot vandaag voortduurt. De rechteloosheid in bezet gebied verdient veel steviger internationale afkeuring, ook van Nederland. Nederzettingen (en vooral de wegen er naartoe, wegversperringen, muren en militaire controleposten) hebben het gebied praktisch onleefbaar gemaakt voor de Palestijnse bevolking. Palestijnen worden via een politiek van intimidatie, geweld, rechteloosheid en Verelendung langzaam weggepest van hun land. Dat geldt ook voor de Gazastrook – niet meer bezet, maar via land, zee en lucht volledig onder controle van Israël en Egypte. De prijs voor de relatieve rust en het succes van Israël wordt betaald door de Palestijnen.

De Verenigde Naties hebben de nederzettingenpolitiek van Israël altijd scherp veroordeeld, en ook het internationaal recht is er glashelder over. Toch hebben veel landen, waaronder Nederland, zich altijd ambigu opgesteld. Nederland streeft naar een tweestatenoplossing, waarbij onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit uiteindelijk moeten zorgen voor een levensvatbare Palestijnse staat. Het standpunt klinkt redelijk, als de enig mogelijke oplossing. Er klinkt een echo in door van de hoop die de Oslo-akkoorden in 1993 brachten, toen onder meer Palestijns zelfbestuur werd afgesproken op de Westoever en in Gaza. Maar de tweestatenoplossing is een illusie. Honderden Joodse nederzettingen maken een Palestijnse staat in de eerste plaats al fysiek onmogelijk. Daarbij is de Israëlische politiek verrechtst en verhard. Het debat gaat daar over annexatie van bezet gebied, nooit meer over het opgeven van land. Het Palestijnse leiderschap is verdeeld en gecorrumpeerd, en vertegenwoordigt niets meer dan alleen zichzelf. Nederland heeft zich altijd als een vriend van Israël gepresenteerd, maar heeft vriendschap vaak verward met kritiekloosheid. Juist een vriend vertelt je soms de waarheid, ook als je die liever even niet wil horen.