Wat vindt NRC | NSC moet negatief pensioenadvies van raad serieus nemen

Een voorstel van een Kamerlid dat op „ernstige bezwaren” stuit, „onvoldoende doordacht” is en ook nog eens „onevenredig ongunstige gevolgen” heeft voor deelnemers. De oude Pieter Omtzigt zou na zo’n vernietigend advies van de Raad van State vooraan gestaan hebben om een dergelijk onuitvoerbaar stukje wetstekst naar de prullenbak te verwijzen. Maar nu het zijn eigen amendement betreft over verplichte pensioenreferenda op weg naar een nieuw stelsel, blijkt er ineens een nieuwe Pieter Omtzigt in de Kamer te zitten.

Wat is er aan de hand? Begin dit jaar diende NSC, gesteund door BBB, een wetswijziging in op de nieuwe pensioenwet. Doel van dat amendement is deelnemers aan pensioenen verplicht inspraak te geven in de vraag of het pensioenfonds wel of niet zal ‘invaren’ in het nieuwe stelsel. Fondsen die geen meerderheid van de deelnemers achter zich krijgen, of zelfs onvoldoende deelnemers aan het referendum hebben, zouden een hybride stelsel moeten optuigen. Al opgespaard geld blijft in het oude stelsel, nieuw opgebouwd geld in het nieuwe.

Dat nieuwe pensioenstelsel is het resultaat van jarenlang onderhandelen van de politiek, maar ook van werkgevers en werknemers, de eigenaren van de pensioenmiljarden. In 2023 bereikte de polder een akkoord. Afgesproken werd dat alle fondsen – die gezamenlijk 1.500 miljard euro aan pensioengeld beheren – hun tegoeden tussen januari 2025 en 2027 overhevelen naar een nieuw, houdbaarder stelsel met persoonlijke pensioenpotjes. Dat akkoord stellen NSC en BBB nu weer ter discussie.

Volgens de Raad van State raakt de omkering, waarin overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel niet langer het uitgangspunt is, maar juist ‘niet overstappen, tenzij’, de kern van het oorspronkelijke wetsvoorstel. Er is daarmee sprake van een „ernstige verstoring” van het transitieproces, dat al in volle gang is. Ook doet het amendement afbreuk aan het collectieve karakter van het pensioenstelsel. De rol van sociale partners daarbij is miskend.

De raad heeft gelijk. Pensioenen zijn enorm belangrijk en enorm complex. Dat op zich is een reden om er een volksraadpleging over te houden. Tegelijkertijd: het pensioenakkoord is een kwetsbaar akkoord. Groepen die erop achteruit zouden gaan in het nieuwe stelsel, zoals veertigers en vijftigers, worden daarvoor gecompenseerd. Dat kan alleen als het hele stelsel verandert: dan zijn de buffers voorhanden voor deze herverdeling. Morrelen aan dat bouwwerk, zorgt voor het ineenstorten ervan, met alle gevolgen van dien, zo waarschuwde eerder al toezichthouder DNB. Het zou leiden tot „onnodig complexe uitvoering”, „spanningen tussen generaties” en jarenlange vertragingen.

Garanties dat het nieuwe stelsel per definitie beter zal zijn dan het huidige zijn er niet. Mensen hechten over het algemeen aan de status quo, zeker als de toekomst complex en onzeker is. Er mag, gezien de betrokkenheid van alle partijen en toezichthouders, van uitgegaan worden dat het nieuwe stelsel de juiste afweging van de verschillende belangen bevat. Een referendum over pensioenen is mede daarom een slecht idee en een stap te ver. Beter is het om de noodzakelijke overgang naar het nieuwe stelsel zorgvuldig te monitoren en waar nodig bij te sturen als het misgaat.

Dat NSC, een partij die rechtsstatelijkheid en uitvoerbaarheid hoog in het vaandel heeft staan, het zwaar negatieve advies van de Raad van State nu af lijkt te doen als beside the point, is zorgelijk. Te hopen valt dat verantwoordelijk minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC) het aandurft tegen zijn eigen partijleider in te gaan.