Nederland eerst! In de aanbestedingsstrijd rond vier nieuwe onderzeeboten voor de Koninklijke Marine ging het vorige week opeens over de vraag of de eigen industrie bij zo’n grote order geen voorrang moet krijgen. Na het uitgelekte nieuws dat niet de Zweeds-Nederlandse combinatie Saab Damen maar het Franse Naval Group de order krijgt, schoot een deel van de politiek in een nationale kramp. De SGP vroeg een spoeddebat, want wie aan Damen komt, komt kennelijk aan Nederland. En Frankrijk, tja, mooi vakantieland, land van stokbrood en camembert, maar van oudsher geen natuurlijke partner voor Europese defensiesamenwerking.
Gelukkig heeft demissionair staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat (VVD) zich niet van de wijs laten brengen. Vrijdag maakte hij bekend dat Naval inderdaad de opdracht krijgt om de onderzeeboten te bouwen. De werf in Normandië levert „de beste balans wat betreft het beste product voor de beste prijs, risicobeheersing en de waarborging van het wezenlijk nationaal veiligheidsbelang en de strategische autonomie”, schrijft Van der Maat in zijn brief aan de Kamer. Naval Group kan „op tijd leveren”, verzekert hij optimistisch. De eerste twee boten zullen op zijn vroegst in 2034 te water gaan.
Natuurlijk is prijs belangrijk, maar in de brief zijn vooral de woorden ‘strategische autonomie’ essentieel. Dat Nederland voor de Fransen kiest, is vooral om die reden betekenisvol. Al jaren bepleiten leiders van EU-lidstaten meer defensiesamenwerking. De meeste EU-landen zijn lid van de NAVO en alle beschikbare Europese middelen bij elkaar leveren een stevige krijgsmacht. Maar dat is alleen op papier. Met al het verschillend materieel kent de Europese defensie een lappendeken van systemen die moeilijk samenwerken. Pogingen om tot een Europees gevechtsvliegtuig of een Frans-Duitse tank te komen zijn in het verleden wel ondernomen, maar strandden op nationale sentimenten.
Sinds het vertrek van de Britten is kernmacht Frankrijk in de EU de dominante militaire speler. Wie bij Frankrijk slechts aan camembert denkt, heeft iets gemist: het land is nu na de Verenigde Staten de tweede wapenexporteur in de wereld. Ook de nieuwe Nederlandse en Belgische mijnenjagers worden gebouwd door Naval. De keus voor Frankrijk is dus goed te verdedigen. Dat de Nederlandse industrie, zoals scheepsbouwer IHC uit Kinderdijk, aan de onderzeeërs van Naval mag meewerken, is economisch mooi meegenomen, maar nationalistische motieven kunnen bij zulke fundamentele investeringen, in een steeds hechtere EU, nooit de doorslag geven. Nederland eerst is Europa eerst.
Lees ook
Nederland kiest voor Franse onderzeeboten
