Wat vindt NRC | Laat school en ouder elkaar helpen bij seksuele vorming

Wat moet de basisschool haar leerlingen onderwijzen over seksualiteit? En op welke leeftijd begin je ermee? Die vraag leidt weer tot verhitte debatten nu de Week van de Lentekriebels op de basisschool begint.

Dát de basisschool een taak heeft op dit gebied, staat sinds 2012 vast: toen nam de Tweede Kamer seksuele vorming op in de ‘kerndoelen voor het onderwijs’. Wat vroeger het exclusieve terrein was van ouders, leeftijdgenoten of de kerk, is sinds elf jaar opgenomen in het lespakket. Volgens ‘Kerndoel 38’ moeten kinderen: ‘hoofdzaken leren over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een rol spelen, en respectvol leren omgaan met seksualiteit en diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.’ De gedachte erachter is dat aandacht in het onderwijs voor seksualiteit „van groot belang is voor seksuele weerbaarheid, een veilig schoolklimaat, tolerantie en acceptatie van homoseksualiteit”, aldus SLO, de makers van het schoolcurriculum.

Hoe scholen deze zinvolle taak uitvoeren, is geheel aan hen. En dát leidt tot discussie – over het hoe en het wanneer. Een jaar geleden zelfs tot Kamerdebatten waarin de partijen Denk, PVV, Forum voor Democratie en de SGP op één lijn bleken te zitten. Zij hadden moeite met het lesmateriaal van expertisecentrum Rutgers dat onder de titel ‘Wat vind ik fijn?’ op basisscholen was verspreid voor de Week van de Lentekriebels. In een online film, bedoeld voor ouders, besprak onder anderen een 9-jarig meisje met haar ouders de clitoris, de zaadlozing en wat er allemaal fijn aan is. Dat vonden sommige politici aanstootgevend – op sociale media uitten ze luid hun afkeer. Ouders overlaadden op hun beurt de school van hun kinderen met allerlei vragen: tonen jullie echt beelden van zoenende mannen aan groep drie? Scholen, zo vertelden ze in de media, hadden er een dagtaak aan ouders gerust te stellen. Een petitie met de tekst ‘Wij vinden dat elk kind een natuurlijk tempo heeft op dit vlak en niet al (gedwongen) in groep 4 over bloot, voorkeur, of piemels en vagina’s hoeft na te denken in de klas’, werd 66.000 keer ondertekend.

Hoewel het onderwerp verplichte kost is, neemt maar 43 procent van de basisscholen officieel erkend lesmateriaal af. Van die 43 procent gebruiken de meeste het voordelige materiaal van Rutgers, dat 99 euro kost per school. Een kleine groep koopt het uitgebreide pakket van Veiligwijs, dat 2.500 tot 5.000 euro kost per school en niet naar bloot-foto’s of bloot-filmpjes verwijst, en reformatorische scholen gebruiken het pakket ‘Wonderlijk gemaakt’. Er zijn drie officieel goedgekeurde smaken, die allemaal met de beste bedoelingen proberen kinderen en ouders te loodsen door thema’s die in het ene gezin amper een issue vormen en in het andere een mijnenveld zijn.

De overige scholen gebruiken niet-erkende lespakketten of eigen materiaal of beperken de voorbereiding op Kerndoel 38 tot enkele groepsgesprekken. De vrijheid is groot, conform de grondwettelijke Vrijheid van Onderwijs.

Om misverstanden en ruzie te voorkomen, zou het beter zijn dat scholen in hun schoolgids opschrijven wat ze met de leerlingen zullen bespreken en op ongeveer welke leeftijd. Hebben ouders daar moeite mee – te vrij, te vroeg of juist niet vroeg genoeg – dan kunnen ze dat van tevoren weten. In elk geval is een open gesprek tussen ouders en schoolleiding altijd aan te bevelen, ook op dit gebied.