Artikel 99 uit het VN-handvest? Tot vorige week hadden maar weinig mensen ervan gehoord. Dat is niet vreemd: de secretaris-generaal haalt het zelden van stal. De laatste keer was in 1989, tijdens de burgeroorlog in Libanon. Nu greep de normaal gesproken onmachtige António Guterres andermaal vanwege het Midden-Oosten naar het enige machtsmiddel dat hij heeft. De humanitaire situatie in Gaza is zo zorgelijk, vindt hij, dat de Veiligheidsraad snel werk moet maken van een staakt-het-vuren.
Simpel gezegd stelt het artikel dat de secretaris-generaal de Raad bij elkaar kan roepen als zich ontwikkelingen voordoen „die de internationale vrede en veiligheid bedreigen”. Normaal heeft hij dat recht niet: de secretaris-generaal is louter administrator van het VN-apparaat, politiek moet hij overlaten aan de lidstaten, de leden van de Veiligheidsraad in het bijzonder. Het artikel is dus een noodknop. Dat hij die gebruikte, onderstreept de ernst van de situatie.
Guterres vroeg terecht aandacht voor datgene wat iedereen met eigen ogen kan zien: dat Gaza op humanitair vlak compleet aan het instorten is. Door de opmars van het Israëlische leger naar het zuiden van de volledig ommuurde Gazastrook kunnen burgers geen kant meer op. Volgens de Palestijnse, door Hamas gecontroleerde autoriteiten zijn inmiddels ruim 17.000 Palestijnen gedood. Volgens Israël zitten daar ook 5.000 Hamas-leden tussen. Dat neemt niet weg dat veel te weinig wordt gedaan om burgerdoden te voorkomen.
Dat Israël na de horror van 7 oktober het recht heeft zich te verdedigen staat buiten kijf. De Hamas-aanval kostte 1.200 mensen het leven. Afgelopen week nog kwam de BBC met nieuwe, huiveringwekkende getuigenissen over doelbewuste verkrachtingen van vrouwen die dag. Vanuit militair-strategisch opzicht is het begrijpelijk dat Israël een krachtig signaal afgeeft om buurlanden op afstand te houden. Maar de proporties in deze oorlog zijn in elk opzicht zoekgeraakt. Als hoeder van het VN-Handvest, en daarmee van de internationale rechtsorde en de mensenrechten, is het Guterres’ rol dit aan de kaak te stellen.
Israël gebruikt de zwaarste bommen die het heeft, waarschijnlijk in de hoop dat het tunnelnetwerk van Hamas instort of beschadigd raakt. Dankzij geavanceerde software kan het tamelijk precies uitrekenen hoeveel doden bij zo’n aanval zullen vallen. De immense humanitaire nevenschade is dus doelbewust ingecalculeerd. Dat Israël in de jacht op Hamas niet op een dode meer of minder kijkt, baart nu gelukkig zelfs trouwe bondgenoten zorgen: de VS en onder andere Frankrijk riepen het Israëlische oorlogskabinet op meer te doen om burgers te beschermen. Het is teleurstellend dat de VS dan toch weer hun VN-veto hebben ingezet om een ondubbelzinnige oproep tot staakt-het-vuren tegen te houden.
De wereld staat ogenschijnlijk machteloos tegenover de Israëlische vastberadenheid. Zelfs die traditionele partners lijken roependen in de woestijn. De noodknop van Guterres mag die kennelijke machteloosheid bevestigen, maar is niet louter symbolisch. Dit conflict bedreigt daadwerkelijk de internationale vrede en veiligheid. Er zijn weinig conflicten die zelfs ver van de conflictzone tot zoveel spanningen leiden. Door de oorlog geïnspireerde terreurdaden, zoals vorige week in Parijs, kunnen volgens de Europese Commissie de komende tijd vaker voorkomen.
Israël is woedend op Guterres en noemt hém een gevaar voor de wereldvrede. Dit is onverantwoordelijk. Guterres verdient steun. Zijn pleidooi voor een humanitair staakt-het-vuren en daarmee respect voor de mensenrechten is op dit moment het enige juiste. Mocht ooit weer ruimte ontstaan om te werken aan een duurzame oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict, dan zal dat alleen kunnen door mensenrechten centraal te stellen, die van Israëliërs en die van Palestijnen. Grof geweld leidt doorgaans slechts tot nog meer grof geweld.
Leeslijst