Staat Viktor Orbán dit jaar met Pasen op uit de dood? De Hongaarse premier zelf hoopt het van harte. Toen hij in februari zoals elk jaar de natie toesprak, beloofde hij af te rekenen met wat er nog over is aan „liberale netwerken” in zijn land. De deadline die hij erbij gaf: Pasen. Over een jaar zijn er verkiezingen en nooit eerder was het voortbestaan van zijn politieke merk zo onzeker. Orbán heeft een wonder nodig. En zoals wel vaker in dit soort situaties grijpt hij terug naar waar hij het beste in is: het voeden van angst over liberale krachten die Hongarije kapot willen maken. De ene keer zijn lhbti’ers de klos, dan weer journalisten. Asielzoekers. Maatschappelijke organisaties. Europa.
De Hongaarse economie kwakkelt, inflatie pijnigt de Hongaren. In de EU is het land geïsoleerd. Vanwege Orbáns herhaalde aanvallen op de rechtsstaat zijn voor vele miljarden aan EU-tegoeden voorlopig bevroren. Intussen rammelt er een nieuwkomer aan de poorten van de macht: Péter Magyar. Deze Europarlementariër was jarenlang lid van de Orbán-clan, maar distantieerde zich er succesvol van en begon een beweging tégen de hand die hem ooit voedde.
Orbán zal niet snel opgeven. Niet alleen omdat hij aan de macht wil blijven, maar ook omdat het risico dat hij zich voor een rechter zal moeten verantwoorden zodra hij niet langer de macht heeft te groot is. De Europese corruptiebestrijder OLAF uitte al vaker verdenkingen over onregelmatigheden en nepotisme bij de besteding van EU-geld onder Orbán, maar de sterk gepolitiseerde Hongaarse justitie heeft hier nog nooit serieus vervolg aan gegeven.
Een politicus die rommelt met (ook Nederlands) EU-geld, zou hier vanuit Den Haag stevig op moeten worden aangesproken
Vanaf het moment dat Orbán in 2010 voor de tweede maal premier werd, ging het hard achteruit met de rechtsstaat, en ook vijftien jaar later gaat de afbraak onverminderd door. Met nieuwe, door Poetin geïnspireerde wetgeving waarmee ngo’s worden gebrandmerkt als ‘buitenlandse agenten’. Sinds 2021 is een verbod van kracht op het ‘afbeelden en promoten’ van lhbti-uitingen. Onlangs ging Orbáns regering zelfs over tot het verbieden van de jaarlijkse Pride-mars (28 juni). Als klap op de vuurpijl trekt Hongarije zich nu terug uit het Internationaal Strafhof (ICC), een zelfs voor Orbán ongekende stap. Het besluit viel samen met het bezoek van de Israëlische premier Netanyahu, tegen wie het ICC een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd. Orbán zaagt dus behalve aan de binnenlandse ook opnieuw aan de internationale poten van de rechtsstaat. Waarom is Hongarije eigenlijk nog lid van de EU? Het is een veelgehoorde en maar al te begrijpelijke verzuchting. Hier wreekt zich de wijze waarop de EU is opgezet: een land dat lid wil worden moet tijdens een strak bewaakt proces van hervormingen aantonen dat het een functionerende rechtsstaat en democratie is. Maar eenmaal binnen, is het lastig om landen die uitglijers maken te corrigeren.
Lees ook
Cadeautje voor Netanyahu, klap voor EU: Hongarije trekt zich terug uit het Internationaal Strafhof
De Europese Commissie kan rechtszaken aanspannen en doet dat ook, ook als het een kwestie is van de lange adem. Voor Hongarije bestemde EU-gelden kunnen worden geblokkeerd, en ook dat gebeurt al. Misschien wel het belangrijkste is dat EU-lidstaten de Commissie bij al deze stappen luid en duidelijk steun zouden moeten verlenen. In het verleden deden Nederlandse kabinetten dat ook. Het huidige kabinet is helaas een stuk stiller, niet in de laatste plaats vanwege de warme banden die PVV-leider Wilders heeft met Orbán. Een politicus die met EU-gelden rommelt, en dus ook met de Nederlandse bijdrage hieraan, zou hier vanuit Den Haag stevig op moeten worden aangesproken.
Lees ook
VVD-Kamerlid Thom van Campen: ‘Je kunt Hongarije nauwelijks nog democratisch noemen’
