‘Ik hoop dat Amerikanen begrijpen waarom een vader en een president tot deze beslissing komt,” verklaarde Joe Biden toen hij zondag alsnog zijn besluit bekend maakte dat hij gratie verleent aan zijn zoon Hunter. Ondanks herhaalde toezeggingen van woordvoerders van het Witte Huis dat de president niet zou ingrijpen in de rechtsgang van zijn zoon, kwam Joe Biden daar op terug – in de allerlaatste weken van zijn presidentschap.
Hunter Biden (54) was door een jury in juni schuldig bevonden aan de illegale aanschaf van een vuurwapen en werd daarnaast vervolgd voor belastingfraude, waarvoor hij zelf in september schuld bekende. De maximale straffen hiervoor zijn 25 en 17 jaar cel, een rechter moest nog oordelen over de strafmaat. Door de gratie kan hij niet langer veroordeeld worden voor enig handelen tussen 2014 en 2024.
Op menselijk vlak is de beslissing invoelbaar, Joe Biden verloor al twee kinderen en voor zijn zoon dreigde nu lange celstraf. Maar de meetlat is in dit geval niet wat goed vaderschap is, maar goed staatsmanschap. President Biden laat hiermee zijn gezinsbelang prevaleren boven zijn geloof in onafhankelijke instituties. De symbool- en precedentwerking zijn groot.
Biden verantwoordt de beslissing met het argument dat de zaken tegen zijn zoon politiek gemotiveerd zijn. „Geen redelijk mens kan tot een andere conclusie komen dan dat hij eruit is gepikt omdat hij mijn zoon is.” De president gaat daarbij voorbij aan zowel jury-oordeel als de bekentenis van Hunter zelf.
Het is ontegenzeggelijk zo dat de rechtszaken rondom Hunter Biden voor politiek gewin zijn gebruikt, en Joe Bidens twijfels over een rechtvaardige gang van zaken zijn niet uit de lucht gegrepen: Hunters achternaam maakte zeker uit voor de gretigheid om deze zaken op te kloppen tot waanzinnige complottheorieën.
Het is potsierlijk hoe Trump het in een reactie heeft over „machtsmisbruik”, terwijl geen Amerikaanse president in de moderne geschiedenis zo openlijk familieleden bevoordeelt als hijzelf, en Trump tijdens zijn eerste presidentschap aan 237 mensen gratie verleende, onder wie veroordeelde oorlogsmisdadigers en mensen met wie hij evidente persoonlijke en zakelijke relaties had, zoals de vader van zijn schoonzoon.
De wraakzucht waarmee de aanstaand president heeft aangekondigd om politieke tegenstanders, onder wie expliciet ook Hunter Biden, met oneigenlijke middelen te vervolgen en bestraffen weegt mee.
Biden volgt zo bezien een cynische logica, hij ziet zich kennelijk gedwongen om Trumps duistere spel mee te spelen omdat hij geen vertrouwen meer heeft in de eerlijke werking van het rechtssysteem. Dat is niet heel vreemd, gezien de aangekondigde afrekening met Trumps politieke tegenstanders en rancuneuze benoemingen op juridische sleutelposities zoals bij de FBI en het ministerie van justitie.
Maar Biden verschaft Trump door de gratieverlening een nieuw alibi om zijn institutionele vandalisme door te zetten. Welk moreel verweer van Democraten klinkt nu nog geloofwaardig? De clementie is misschien nog wel een groter geschenk aan Trump dan aan zijn zoon. Bovenal laat de kwestie een tragisch en zorgwekkend feit zien: dat de betonrot in de Amerikaanse democratie steeds moeilijker is te keren. Van het voornemen „when they go low, we go high” blijft weinig over. Het toont aan dat antirechtstatelijk populisme uiteindelijk alles met zich mee omlaag sleurt.