Wat vindt NRC | Gelders museum voor provincie zonder identiteit

Wat zal er eerder komen: het Slavernijmuseum, het Nationaal Historisch Museum of het Gelders Museum? Vorige week werden de plannen in Zutphen gepresenteerd voor dat laatste. Omroep Gelderland-presentatoren Bas Steman en René Arendsen mochten hun lang gekoesterde droom aankondigen. De twee hadden in Harderwijk een soort Gelders ‘proefmuseum’ gemaakt – met onder andere in urinoirs geplakte stickers van Willem van Oranje – en dat smaakte naar meer. Het idee erachter was om een Gelders historisch perspectief te kiezen en inzichtelijk te maken dat de Vader des Vaderlands de provincie Gelderland niet had bevrijd, maar had veroverd en verwoest.

Steman en Arendsen willen met hun museum meer aandacht voor de Gelderse identiteit. Met de BBB als grootste partij in de provincie lijkt de geest rijp voor zo’n museum. In een tijd waarin cultuur kan verbinden wanneer de maatschappij polariseert, is elk nieuw museum welkom, of het nu een vuurtorenmuseum, een museum vol pianola’s is of een gemeentemuseum met moderne kunst. Een ander verhaal wordt het wanneer er juist uit politieke overwegingen een museum wordt opgericht, ten koste van wat er is.

Wie de verkiezingsprogramma’s bekijkt van de partijen die aan de formatietafel zitten, krijgt wel een idee van het soort musea dat de komende jaren de voorkeur zal genieten. De PVV wil cultuur geen subsidie meer geven, tenzij het gaat om erfgoed. NSC wil investeren in streekgebonden producties en de VVD omarmt in haar programma de ‘volkscultuur’. De BBB ziet in haar landelijke partijprogramma cultuur als een belangrijk middel voor de versterking van de sociale verbinding en het noaberschap in de regio en streken. In het programma voor de provinciale verkiezingen was de BBB uitgesproken in haar kunstambities voor Gelderland en werd ook duidelijk waar het geld vandaan moet komen. Onder het kopje cultuur staat er: „BBB wil meer ruimte voor behoud van materieel en immaterieel erfgoed, lokale cultuur (denk aan paasvuren, schutterijen, fruitcorso’s) en kleinschalig toerisme. Daarom mag er minder geld naar grote culturele instellingen.” Dat laatste zinnetje is de adder onder het gras voor de toekomst van musea.

Mocht dit culturele beleid doorgezet worden, dan ontstaat het gevaar dat cultuur een splijtzwam wordt

Bovendien: Gelderland is als provincie te groot om één identiteit te hebben. Zoveel diversiteit in één provincie kan je dus maar beter omarmen dan bestrijden door alles onder één noemer te brengen. „Erfgoed past bij identiteitspolitiek en een bepaalde mate van chauvinisme”, zei Marc Wingens, directeur van Erfgoed Gelderland, in NRC deze week. Waar veel culturele instellingen en musea volgens de formerende partijen te veel doen aan identiteitspolitiek omdat ze de diversiteit van de samenleving een stem willen geven, wordt die straks overstemd door lokale geluiden.

Mocht dit culturele beleid doorgezet worden, dan ontstaat het gevaar dat cultuur een splijtzwam wordt, in plaats van een verbindende factor in een samenleving. Kunst vraagt je om anders te kijken en denken, om je wereld te vergroten in plaats van te verkleinen tot de eigen identiteit. Geschiedenis leert dat kunst als propaganda niet beklijft – tenminste, niet om het standpunt – terwijl kunst die politieke conventies ondergraaft meer aanspraak maakt op eeuwigheidswaarde. Mocht het Gelders Museum er komen, laten ze zich daar dan niet zozeer richten op de traditie van fruitcorso’s, paasvuren of op urinoirs met Willem van Oranje, maar vooral op kunst die de tijdgeest bevraagt – een beetje zoals het Fries Museum eigenlijk al jaren met lef en visie doet.


Lees ook
Culmineert de lange zoektocht naar de Gelderse identiteit in een museum?

Enkele halssnoeren uit het grafveld Lentseveld