Wat vindt NRC | EU moet geen deals sluiten met land dat migranten in de woestijn dumpt

Tunesië-deal

Commentaar

Het is het laatste grote internationale wapenfeit van demissionair premier Mark Rutte: de Tunesië-deal. Behalve een door EU-landen gewenste overeenkomst is het ook een afscheidscadeau aan zijn VVD die zich tijdens de aanstaande verkiezingscampagne graag wil profileren met het onderwerp asiel en migratie. De deal, waarbij Tunesië tientallen miljoenen krijgt in ruil voor stevig migratiebeleid, is nog geen drie weken oud, maar kan nu al niet meer met goed fatsoen worden verdedigd of uitgelegd. De beelden van in de woestijn gedumpte migranten, inclusief kinderen, gaan door merg en been. De Tunesische autoriteiten dwingen hen om te voet en zonder water richting Libië te lopen, in helse temperaturen. Sinds begin juli hebben zeker tien migranten de tocht niet overleefd. Zoals Matyla Dosso uit Ivoorkust en haar zesjarige dochter Marie. Zij werden niet op tijd teruggevonden door de Libische grenswacht en dood aangetroffen in de schaduw van een kleine struik. De foto van het dramatische tafereel ging de hele wereld over.

Lees ook: Nog steeds honderden migranten in erbarmelijke omstandigheden vast in woestijn tussen Tunesië en Libië

Naast ‘migratiegeld’ (105 miljoen euro voor grensbeheer dit jaar) is Tunesië ook 150 miljoen euro aan directe begrotingssteun toegezegd. Het land heeft keihard geld nodig, zeker nu gesprekken met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) over het in ruil voor financiële steun doorvoeren van hervormingen moeizaam verlopen. Als Tunesië er wél uitkomt met het IMF is de EU bereid om nog eens 900 miljoen euro te lenen aan het land. Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, en Rutte benadrukken dat de afspraken met Tunesië een „blauwdruk” kunnen zijn voor toekomstige deals met andere Noord-Afrikaanse landen.

Kinderen die sterven in de woestijn: het is ongetwijfeld niet wat Rutte voor ogen had toen hij recentelijk samen met Von der Leyen en de Italiaanse premier Giorgia Meloni naar Tunesië toog om de deal te beklinken. Dat Tunesië onder president Kais Saied op grote schaal mensenrechten schendt was toen al wel volop bekend. Oppositiepolitici worden vervolgd en de haat richting migranten wordt doelbewust aangewakkerd. Geregeld duiken verhalen op over klopjachten en mishandeling. In verschillende EU-landen groeit het ongemak. De Belgische staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Nicole De Moor, noemde de Tunesische praktijk om migranten naar de grens met Libië te deporteren afgelopen week „onaanvaardbaar”.

Dat is het zeker, maar het opschorten van de deal met president Saied is wat De Moor betreft geen optie. Volgens haar zijn migranten dan waarschijnlijk nóg slechter af. Een ook bij andere regeringen populaire, maar nogal ongemakkelijke redenering: het is heel erg, maar dankzij ons is het toch minder erg. De Moor vindt dat de Europese Commissie Tunesië terecht moet wijzen: die moet ervoor zorgen dat bij de uitvoering van de Tunesië-deal de mensenrechten worden gerespecteerd. Ook dat wringt: moeten álle EU-landen daar niet op toezien? En zou het voor de EU niet onbestaanbaar moeten zijn om een deal te sluiten met een land dat migranten moedwillig de woestijn in stuurt? Dat de morele helderheid hierover bij veel EU-landen lijkt te ontbreken, zegt veel over de stand van de Europese politiek.

Lees ook: Tunesië-deal zit vol ‘juridische bochten’, zeggen experts

Wat dit alles nog zorgelijker maakt, is de tekst van de Tunesië-deal zelf. Officieel sluit de EU met Tunesië een ‘strategisch en alomvattend partnerschap’, dat onder meer de ‘groene transitie’ en ‘mens-tot-mens-dialoog’ moet bevorderen, ‘met respect voor mensenrechten’. George Orwell had het niet beter kunnen formuleren.

De EU maakt wel vaker vuile handen en aan elke deal zitten altijd minder goede kanten. Ook op de ‘Turkije-deal’ uit 2015 was veel aan te merken. Maar de afspraken met Ankara waren veel gedetailleerder, bevatten investeringen in de opvang van vluchtelingen en de toezegging dat de EU actief kwetsbare vluchtelingen zou gaan ophalen in Turkije. Nog los van de vraag in hoeverre dit heeft gewerkt: er werd tenminste een serieuze poging gedaan te handelen naar universele en Europese normen en waarden.

Bij de Tunesië-deal wordt de lat extreem laag gelegd, wat veel zegt over de hardheid die er in de afgelopen jaren in EU-landen is gevaren ten aanzien van migranten en vluchtelingen. De deal is geen carte blanche voor Saied, klonk het meteen sussend na het sluiten ervan. Dat mag zo zijn, de Tunesische president gedraagt zich alsof het dat wel is – en levert daar bijna dagelijks het huiveringwekkende bewijs voor. De in newspeak en vage bewoordingen verpakte afspraken met Tunesië zullen niets oplossen en de EU als zelfverklaard baken van beschaving uiteindelijk vooral beschadigen.