Wat vindt NRC | Elke burger had de woning al verlaten bij melding brandonveilig, nu moet ook het ministerie van Algemene Zaken luisteren

Het huis van Thorbecke functioneert eindelijk. Dat is de optimistische conclusie bij de verordonnering van de burgemeester van Den Haag aan de premier om het Torentje te verlaten. De ene overheid die van een mede-overheid eist zich aan de wetten en regels van dit land te houden.

De brandveiligheid van de historische gebouwen waarin het ministerie van Algemene Zaken is gehuisvest, is niet langer te garanderen. Als de premier en zijn medewerkers over een maand nog op het Binnenhof verblijven, wacht hun een dwangsom van een ton per week.

In andere landen zou dat wellicht ongekend zijn. Maar zoals de liberale staatsman Thorbecke bedoelde, de eerste die als voorzitter van de ministerraad het Torentje als werkvertrek gebruikte, is de gemeente een autonome overheid, met eigen bevoegdheden. Burgemeester en wethouders hebben onder meer de taak brand te voorkomen.

Dat het gebouwencomplex niet veilig is, is geen nieuws. Sterker, het is de reden dat het Binnenhof wordt verbouwd. Wellicht vergeten door het gemor van Kamerleden over hun verhuizing en hun nieuwe bunkerachtige onderkomen. Door het verzet van de vorige premier zijn werkkamer te verlaten, of door berichten dat de verbouwing wéér duurder wordt.

De teller staat nu op 2 miljard euro – kosten die overigens, zo schreef de minister van Binnenlandse Zaken in de laatste voortgangsrapportage over de renovatie, „aanzienlijk” kunnen oplopen als „de uithuizing” van het ministerie van Algemene Zaken uitloopt. Het echte onderzoek naar de staat van diens onderkomen moet nog beginnen, vergunningen nog aangevraagd. Met vertraging van het hele project, en vermindering van het draagvlak tot gevolg.


Lees ook

over de archeologische opgravingen

Archeologen van de gemeente Den Haag maandagmiddag op het Binnenhof bij het archeologisch onderzoek naar de Hofkapel.

Al in 2015 dreigde de brandweer het gebouwencomplex te sluiten omdat het er eenvoudigweg niet veilig was. Het voldeed niet „aan de minimale veiligheidseisen”. Het antwoord van de volksvertegenwoordiging was een debat over het probleem.

In 2020 noemde brandweercommandant Esther Lieben de situatie „strijdig met de Nederlandse bouwregelgeving”. In 2022, nadat de Eerste en Tweede Kamer en de Raad van State waren verhuisd, waarschuwde zij opnieuw: de toegenomen bouwactiviteiten maakten het risico op „een onbeheersbare brand” groter. Wegens het „nationale belang” kreeg Algemene Zaken echter enkele malen uitstel om de eigen verhuizing goed te regelen.

Natuurlijk is de cyberveiligheid van het ministerie van belang, het argument van Algemene Zaken om nog tot de Kerst te willen blijven op het Binnenhof. Maar dat was deze in 2015 ook, toen bekend werd dat de gebruikers van het Binnenhof zouden verhuizen, en eveneens in 2021 toen de renovatie begon.

Dat de burgemeester nu met een last op dwangsom moet dreigen om het ministerie te laten vertrekken, is een gotspe. Studentenwoningen worden om minder ontruimd. Elke burger wiens woning brandonveilig wordt genoemd, zou al lang zijn vertrokken – hopelijk uit vrije wil.

Het is te hopen dat een kabinet dat in zijn hoofdlijnenakkoord spreekt over goed bestuur, het nakomen van afspraken, het belang van de medeoverheden, én verstandig financieel beleid, eindelijk de dozen inpakt en het niet laat aankomen op het betalen van dwangsommen.