Wat vindt NRC | Einde van rechtszaken tegen Trump is vooral een politieke fout

De democratisch-gezinde wereld haalde op 20 januari 2021 opgelucht adem. Op de gehavende trappen van het Capitool legde Joe Biden die dag de eed af als nieuwe Amerikaanse president. En niet zijn voorganger, die twee weken eerder een meute aanhangers de volksvertegenwoordiging had laten bestormen. De democratie leek gered. In het land van ‘law and order’ zou de ex-president na deze putsch nooit meer in de buurt van het Oval Office kunnen komen. Toch?

Na zijn verkiezingszege van afgelopen maand mag Donald Trump zich precies vier jaar later gewoon weer melden op Capitol Hill. Ten overstaan van hoogwaardigheidsbekleders uit de hele wereld zal hij beëdigd worden alsof de infame dag ‘6 januari’ nooit plaatshad.

Dat de meest zelfingenomen democratie ter wereld dit heeft laten gebeuren, is een drama in vele bedrijven. Maar de oerzonde werd begaan door Trumps partijgenoten in de Senaat. De Republikeinen verzuimden Trump kort na zijn vertrek uit het Witte Huis te veroordelen voor ‘aanzetten tot opstand’. Bij een snel opgetuigde impeachment-procedure stemden veel te weinig senatoren met de Democraten mee om Trump uit elk gekozen ambt te weren.

De Republikeinse fractievoorzitter Mitch McConnell noemde Trump wel „praktisch en moreel verantwoordelijk”. Toch stemde hij niet voor veroordeling: Trump moest via het strafrecht worden aangepakt. Dat was een even laf als cynisch excuus. De Republikeinen durfden niet, omdat ze wisten dat volkstribuun Trump onder hun kiezers veel populairder is dan zijzelf.

Gelukkig kwam de Amerikaanse justitie wel in actie. Zij vervolgde Trump niet alleen wegens zijn rol bij ‘6 januari’ en andere pogingen de uitslag van 2020 te saboteren, maar ook voor het hamsteren van staatsgeheimen en het wegmoffelen van een afkoopsom voor een minnares. Een New Yorkse jury veroordeelde hem in die laatste zaak maar door de naderende verkiezingen kwam het niet tot strafoplegging.

Bij de voorverkiezingen bleek het de Republikeinse kiezers, die decennia voor law and order stemden, allemaal weinig te deren. Een ruime meerderheid ging mee in Trumps bewering dat hij slachtoffer zou zijn van een heksenjacht. Ongekozen bureaucraten, inlichtingendiensten, een door Democraten ‘bewapend’ justitieapparaat, linkse massamedia en de FBI: allemaal spanden ze tegen hem samen. Als de zogenaamde ‘deep state’ al zo’n complot beraamde, is dit veel te laat ingezet.

Nu hij weer president-elect is, moeten alle federale zaken tegen hem wel worden gestaakt of stilgelegd. Alleen die op staatsniveau in Georgia zal mogelijk doorgaan: zij het alleen tegen Trumps medeverdachten. Hijzelf geniet tot begin 2029 immuniteit. In deze nieuwe ambtstermijn kan Trump zich bovendien nóg onaantastbaarder wanen. In een baanbrekende uitspraak bepaalde het Hooggerechtshof deze zomer dat een president verregaande immuniteit geniet. Namelijk voor alle officiële daden begaan vanuit zijn ambt.

De 49,7 procent van het electoraat die hem terug het Witte Huis in stemde, neemt een groot risico. Tijdens de campagne zwoer Trump meermaals wraak te nemen op de gangmakers achter zijn vier strafzaken en twee afzettingsprocedures. Zelfs als die dreigementen grootspraak blijken of zijn wraakpogingen vastlopen, kan de schade die hij onderweg aanricht aanzienlijk zijn.

Het meest verontrustend is vooralsnog dat Trumps juridische perikelen door de Amerikanen als op een split-screen zijn gevolgd. Democraten zagen een dictator-in-spe die overduidelijk schuldig was, Republikeinen een corrupt systeem dat hun held probeert op te sluiten. Het verdwijnen van die gemeenschappelijke, gedeelde waarheid alleen al is funest voor het gezond functioneren van een democratische rechtsstaat.