Wat vindt NRC | De verkiezingsuitslag in Oostenrijk heeft gevolgen voor de hele EU

De verkiezingsoverwinning van de FPÖ kwam, na decennia van aanwezigheid en gestage groei, niet onverwacht. De radicaal-rechtse partij behaalde afgelopen weekend met 29 procent van de stemmen het beste resultaat in haar geschiedenis en is voor het eerst de grootste in Oostenrijk.

Waar de populariteit van de radicaal-rechtse AfD in buurland Duitsland nog op enige bezorgdheid in de rest van Europa kan rekenen, lijkt deze winst als een gegeven te worden beschouwd. Natuurlijk, de andere partijen zullen proberen te voorkomen dat de FPÖ mee zal regeren, en vooral dat de radicale FPÖ-leider en partij-ideoloog Herbert Kickl kanselier wordt. Aan president Alexander Van der Bellen, die moet formeren, de taak om te balanceren tussen recht doen aan de uitslag en het bewaken van de democratie.

Maar toen de FPÖ in 2000 aan de macht kwam, met de flamboyante Jörg Haider aan het roer en diens kruistocht tegen immigratie, leidde dat nog wel tot ophef buiten Oostenrijk. Tot sancties en het minimaliseren van politieke contacten – en in Nederland tot de vraag of koningin Beatrix en haar gezin wel mochten gaan skiën in dat ‘foute’ land.

Zeventien jaar later was de reactie al gematigder, terwijl de toenmalige FPÖ-leider Heinz-Christian Strache een neonazi-verleden had. Alle ogen waren echter gericht op de seniorpartner in het kabinet, de conservatieve ÖVP van ‘wonderkind’ Sebastian Kurz. Kickl was toen minister van Binnenlandse Zaken, met een woordvoerder die nepnieuws verspreidde. Hij liet een inval doen bij een van de veiligheidsdiensten, om onderzoek naar neonazi’s en andere extreem-rechtse groepen te stoppen.

Diezelfde Herbert Kickl wil nu, volgens het verkiezingsprogramma van de FPÖ, van de Oostenrijkers „een zo homogeen mogelijke eenheid” maken. Het concept van ‘remigratie’, een term voor massale uitzettingen van mensen met migratieachtergrond ook al hebben ze een Oostenrijks paspoort, is deze partij niet vreemd. En de FPÖ ziet in Hongarije het voorbeeld van een autoritaire democratie die het nastreven waard is.

Waar andere radicaal-rechtse politici – zie Meloni in Italië of Le Pen in Frankrijk – zich pragmatischer tonen als de macht lonkt, geldt dat niet voor Herbert Kickl. En toch leidt de verkiezingsoverwinning nauwelijks tot eenzelfde reactie als in 2000. Radicaal-rechtse ideeën zijn helaas minder uitzonderlijk geworden in Europa’s parlementen.

Dat zou niet de enige reden tot zorg moeten zijn. De FPÖ is niet alleen anti-immigratie, maar ook anti-lhbtiq en antiklimaat, een sentiment dat binnen de EU steeds vaker klinkt. De FPÖ is bovendien pro-Russisch. De voortijdige val van het vorige kabinet waar de partij inzat, kwam doordat FPÖ-leider Strache in ruil voor steun een Russische zakenvrouw onderhands overheidsopdrachten aanbood. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Karin Kneissl, danste op haar bruiloft met de Russische president Poetin, en runt nu een denktank in Sint-Petersburg.

Dergelijke innige banden kunnen grote gevolgen hebben. Oostenrijk is neutraal en weliswaar geen NAVO-lid, maar binnen de Europese Unie wel een strategisch gelegen land. Het zag zichzelf lang als de schakel tussen Oost en West. Een Oostenrijks kabinet dat tegen Russische sancties is, en daarbij Hongarije en Slowakije naast zich weet, kan dwarsliggen bij steun voor Oekraïne. Dat gaat alle lidstaten aan.


Lees ook

De radicaal-rechtse FPÖ kan niet regeren, opeens is er een cordon sanitair in Oostenrijk

Herbert Kickl, leider van de FPÖ, kan geen andere partij overhalen met hem samen te werken.