
Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, heet het. Deze beroemde regel van Willem Elsschot kreeg afgelopen donderdag een extra wrange bijsmaak toen de Tweede Kamer het verblijf van ongedocumenteerden in Nederland strafbaar stelde. PVV-leider Wilders zag er vooraf al een „historisch moment” in. Maar de wet waar hij al jaren van droomde, kwam kwalijk genoeg alleen tot stand via chaos.
Het besluitvormingsproces rond de twee asielwetten die de afgezwaaide PVV-minister Marjolein Faber had nagelaten kende deze week de ene na de andere bedenkelijke stap. Er ging zoveel mis, dat het moeilijk is om daar het pijnlijkste moment uit te kiezen.
Het begon dinsdag, toen de Tweede Kamer als gevolg van een rommelige debatorganisatie min of meer per ongeluk een amendement van de PVV op één van de wetten aannam, waarmee het verblijf van ongedocumenteerden in Nederland voortaan met een half jaar cel bestraft zou kunnen worden. Een kwestie waar al jaren over gesteggeld wordt, was opeens, zonder nader debat, geregeld.
De SGP stemde voor het amendement, maar leek pas na afloop te beseffen dat ze er óók mee had ingestemd dat hulpverlening aan deze mensen strafbaar wordt. Dat ook barmhartige Nederlanders getroffen zouden worden ging deze partij te ver. Had zij dan eerder over de betreffende zin heen gelezen? Voor coalitiepartij NSC was steun aan de asielwetten door dit amendement opeens geen gegeven meer. Het CDA was duidelijker en besloot tegen te stemmen. Er mag geen „straf op medemenselijkheid” staan, aldus CDA-leider Henri Bontenbal.
Donderdag, toen er vlak voor het begin van het zomerreces over de wetten gestemd moest worden, poogde demissionair VVD-minister David van Weel de onrust weg te nemen met woorden die neerkwamen op: ‘we nemen een wet aan, maar gelooft u mij maar als ik zeg dat die niet helemaal gehandhaafd zal worden’. Dat is op zijn zachtst gezegd een ongebruikelijke boodschap voor iemand die niet alleen minister van Asiel en Migratie is, maar ook minister van Justitie en Veiligheid.
De uitweg die de minister laat op de avond bood, en waar NSC en SGP genoegen mee namen, was al even frappant: ná de aanname van de wet volgt alsnog een adviesvraag aan de Raad van State en een debat met de Kamer.
Gelukkig is er ook nog de Eerste Kamer, waar het verdere proces hopelijk zorgvuldiger zal verlopen. Het welzijn van zo’n grote groep mensen mag – of ze nou wettig in Nederland verblijven of niet – niet worden overgeleverd aan dergelijk onvermogen.
Al sinds het eerste kabinet-Rutte zijn er pogingen gedaan om ongedocumenteerden strafbaar te maken , maar de plannen strandden steeds. Een vraag is wat strafbaarstelling toevoegt. Ongedocumenteerden wordt al gevraagd te vertrekken, zie bijvoorbeeld de in NRC geportretteerde Brahim Aksas, die na 62 jaar toch echt Nederland moest verlaten. Ongedocumenteerden die weigeren, kunnen ook nu al worden gedetineerd.
Asieladvocaten merken op dat een veroordeling en celstraf vooral zullen leiden tot hogere kosten, nog vollere gevangenissen en – ironisch genoeg – vertraging van uitzetprocedures. Het proces dat de wetten tot stand bracht verdient „geen schoonheidsprijs”, zei Van Weel na afloop. Dat cliché doet geen recht aan de absurde situatie die kabinet en Kamer moedwillig gecreëerd hebben.
