Het was geen fraai gezicht. Klein, schadelijk voor het aanzien van politiek. De week nadat de PVV het kabinet-Schoof had verlaten, gingen de drie overgebleven partijen van het inmiddels demissionaire kabinet, VVD, NSC en BBB, door met waar ze zo goed in waren: ruzie maken. Het ging een week lang over de verdeling van de vrijgekomen kabinetsposten, of liever gezegd: over één post, die van de vertrokken minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV). Haar portefeuille wil iederéén wel, zo bleek. Er komen verkiezingen aan, die, zo is de verwachting, weer gedomineerd worden door het thema asiel. Faber heeft twee asielwetten achtergelaten, die mogelijk nog behandeld kunnen worden vóór de verkiezingen. De overgebleven drie partijen willen daar goede sier mee maken. Omdat ze het allemaal wilden, is de portefeuille nu door de drie partijen onderling verdeeld. Het is een niet te volgen politiek compromis: de VVD krijgt de asielnoodmaatregelenwet, NSC krijgt ‘migratie’, BBB het COA, dat de opvang van asielzoekers regelt.
Zo doen de partijen wat ze de PVV de afgelopen tijd (terecht) verweten: dat de partij van Geert Wilders cynische politiek bedreef over één thema. Het is niet uit te leggen aan kiezers dat zij zich nu aan hetzelfde bezondigen. Bovendien zegt het iets over de invloed die de PVV nog altijd heeft, al is hun rol uitgespeeld in het landsbestuur. Alsof de PVV opnieuw mag bepalen waar de verkiezingen van oktober over mogen gaan, de koers van de volgende maanden mag bepalen, en de rest keurig in het gelid meewandelt. Alle partijen willen nu streng zijn op migratie, vooral asielmigratie. En partijen nemen retoriek en gedrag van de PVV over, omdat ze bang zijn dat de kiezer denkt dat ze soft zijn. Stel dat de PVV in oktober geen enkele Kamerzetel zou behalen (overigens geen realistisch scenario), dan nog zou het PVV-gedachtegoed veilig zijn. Iedereen wil als de PVV zijn, en de drie leiders van de coalitiepartijen blijven zeggen dat ze inhoudelijk geen licht zien tussen hun partij en de PVV.
Zo is Geert Wilders weliswaar vrijwel zeker uitgesloten van een volgende regeringsdeelname, maar is zijn invloed groter dan ooit. Het was het enige juiste besluit van VVD-leider Dilan Yesilgöz om de PVV deze week uit te sluiten. Maar het besluit kwam laat, pas bijna een week na de val van het kabinet. Het had er alle schijn van dat ze onrust in de achterban wilde sussen. Deze zaterdag komt de VVD samen voor een partijcongres, een Liberale Open Dag, zoals zij het noemen. Yesilgöz kan geen discussie over haar leiderschap gebruiken. De reden die ze voor haar besluit gaf, was opvallend procedureel van aard.
Wilders noemde ze een ‘wegloper’, die zijn verantwoordelijkheid ontliep. Dat is waar, en een legitieme reden om de PVV als ongeschikt te beoordelen. Maar de ideeën van Wilders hadden een veel grotere barrière moeten vormen. Wilders is veroordeeld wegens groepsbelediging door zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak van 2014, en heeft daar nooit afstand van genomen. Wilders wil de Koran verbieden, moskeeën sluiten, en Nederland „de-islamiseren”. Die ideeën staan haaks op het liberale gedachtegoed van de VVD én haaks op de democratische rechtsstaat. Het ijskast-verhaal is ongeloofwaardig gebleken. Yesilgöz had iets moeten zeggen over het uitsluitende, discriminerende en haatzaaiende karakter van het PVV-gedachtegoed. Dat zij dat niet deed, wekt de indruk dat ze bang is dat ze de rechtervleugel van haar partij en teleurgestelde PVV-kiezers wegjaagt. Maar duidelijkheid over waar de VVD voor staat is niet alleen moreel juist, het zal op langere termijn in haar voordeel werken. Partijen als de VVD zijn onder invloed van de PVV richting kwijt en ogen uitgeblust, zonder enig zelfvertrouwen. Willen partijen geloofwaardige alternatieven zijn voor kiezers, dan moeten ze daar iets aan doen.
Lees ook
Lees ook: De eeuwige dans tussen VVD en PVV
Dat geldt zeker niet alleen voor de VVD. Ook NSC en BBB wekken de indruk het niet meer te weten. NSC, dat het kabinet inging om de rechtsstaat te bewaken, heeft nooit consequenties verbonden aan uitspraken en opvattingen van PVV’ers in het kabinet. Zelfs niet toen hun enige bewindspersoon van kleur, Nora Achahbar, zich niet langer thuisvoelde in het kabinet. Inmiddels zegt NSC het eens te zijn met de asielplannen van Marjolein Faber, en wilde de partij delen in de eer. NSC is na het recente vertrek van Pieter Omtzigt een stuurloze partij geworden, waar achter de schermen gevochten wordt om het partijleiderschap. Ook BBB zit in zwaar weer, en dreigt maar weinig zetels over te houden. Ook die partij ziet de oplossing in PVV’tje spelen. Partijleider Caroline van der Plas noemde deze week het „beteugelen van de islamisering” een van de redenen waarom BBB in het kabinet zit. Op die manier is er geen PVV meer nodig. Het wordt tijd dat partijen, ook aan de rechterkant, meer investeren in hun eigen verhaal, en minder angstig reageren op alles wat Wilders doet.
