De democratische rechtsstaat wordt echt niet met één pennenstreek afgeschaft. Het klonk de afgelopen dagen vaak in Den Haag, en de woorden moesten iets geruststellends uitstralen. Burgerlijke vrijheden aantasten? De Grondwet wijzigen? Dat gaat zomaar niet, susten onder meer de partijen die op dit moment praten met de PVV over een nieuw kabinet: VVD, NSC en BBB. Er is een tweederde meerderheid voor nodig in de Eerste én Tweede Kamer. En had Geert Wilders niet zelf gezegd dat hij veel van zijn plannen „in de ijskast” zou zetten?
Maar je zou de woorden ook als onheilspellend kunnen interpreteren. Nee, niemand gaat zomaar het gelijkheidsbeginsel inperken, zoals verwoord in Artikel 1 van de Grondwet. Maar erosie van de democratische rechtsorde komt niet als een revolutie, maar als een geleidelijk proces. Het komt doordat de grenzen van het debat opschuiven. Doordat regels, wetten en normen worden opgerekt. En doordat de radicale stemmen niet langer tegenspraak krijgen, maar dat zij juist de regels gaan bepalen. Nu de radicaal-rechtse PVV en VVD, NSC en BBB praten over een nieuw kabinet en een meerderheid in de Tweede Kamer hebben, is te zien hoe al deze processen tegelijk gebeuren. De PVV heeft een radicaal partijprogramma, dat in twee decennia nauwelijks veranderd is. Maar nu zijn ze de grootste en beïnvloeden ze de rest van de Kamer. De ijskast van Wilders staat wagenwijd open en anderen pakken zijn thema’s er gretig uit, als koude biertjes.
Terwijl een kritische houding en tegenspraak nodig zijn, behandelen VVD, NSC en BBB de PVV alsof er al een kabinet-Wilders ís. Een goed voorbeeld was de zet van VVD-leider Dilan Yesilgöz tijdens het verkiezingsdebat van woensdag. Zij diende een motie in waarin ze het demissionaire kabinet-Rutte IV (VVD, D66, CDA en CU) én de Eerste Kamer opriep de spreidingswet tijdelijk niet te behandelen. Die wet regelt opvang van asielzoekers onder gemeenten, om iets te doen aan de onmenselijke toestanden in Ter Apel. De motie liet zowel in vorm als inhoud zien hoe effectief de PVV de grenzen van de rechtsstaat al heeft verlegd zonder er zelf veel voor te hoeven doen. Een motie waarin de Tweede Kamer de Eerste Kamer probeert te beïnvloeden is staatsrechtelijk op het randje, en gaat er in zo’n gevoelige kwestie ver overheen. Daarbij: de VVD-fractievoorzitter viel via een motie het beleid aan dat ze als bewindspersoon (van Rutte IV) gewoon steunt. En waar haar fractie- én kabinetsgenoot Eric van der Burg dag en nacht aan werkt. Zonder haar coalitiegenoten in te lichten, ruilde ze Rutte IV in voor Wilders I. De dubbele petten waren onnavolgbaar, en staatsrechtelijk was het niet fraai.
De actie van Yesilgöz liet zien hoe snel democratische normen kunnen opschuiven. Niet door Geert Wilders, maar doordat andere partijen zijn werk doen. Daar was deze motie een voorbeeld van. De chaos die ontstond na het indienen van de motie – een scheuring in Rutte IV was meteen een serieuze optie – leek voor de VVD onbelangrijk. Voor de laatste echte bestuurderspartij is dat een beschamende vertoning. En het is geen goed voorteken dat in de formatie als eerstvolgende stap over de rechtsstaat en Grondwet gepraat gaat worden. Volgens de fractievoorzitters zonder bijbedoeling, maar elk gesprek in deze fase van een formatie is een onderhandeling – wat verkenner en informateur Ronald Plasterk zelf ook zei. Ook dat is te zien als een grote concessie aan Wilders, en een nieuw bewijs dat de normen snel veranderen. De Tweede Kamer past waakzaamheid.
Lees ook
De mogelijke coalitiepartners van Wilders I trekken al als een gesloten front op
Leeslijst