Er is veel onzeker over het staakt-het-vuren in Gaza, dat de Israëlische regering en Hamas na vijftien maanden oorlog en verwoesting bereikt hebben. Er is ook veel op aan te merken. Maar het oog van de wereld moet allereerst gericht zijn op de scènes van opluchting en blijdschap in Gaza en Israël. Die laten zien hoe groot het oorlogsleed van de Palestijnse bevolking is geweest, hoe alles verwoestend het geweld was, én hoe de Israëlische samenleving ontwricht is geraakt onder angst, geweld, dreiging en een vergiftigd politiek klimaat. De oorlog in Gaza heeft tot nu toe tienduizenden levens geëist, naar schatting ruim 45.000 Palestijnen en ruim 1.700 Israëliërs. Cijfers vertellen maar een deel van het verhaal van totale vernietiging, maar toch: negen van de tien huizen zijn beschadigd of verwoest. Zo’n 90 procent van de bevolking heeft moeten vluchten, meestal naar een plek die evenmin veilig is. Meer dan de helft van de 36 ziekenhuizen is niet meer functioneel. Er is geen onderwijs meer voor de ruim 600.000 minderjarigen in Gaza, vrijwel alle scholen zijn verwoest. Er is honger, trauma, ziekte en kou. Maar het lijkt erop dat het schieten is gestopt. En dat is een geschenk voor de geteisterde bevolking. Israël trekt zich in fases terug uit Gaza, laat honderden Palestijnse gevangenen vrij en helpt met de wederopbouw. In ruil laat Hamas stapsgewijs de Israëlische gijzelaars vrij, en draagt de lichamen over van hen die zijn vermoord of omgekomen. Logische stappen die al veel eerder genomen hadden kunnen worden.
Hoe positief ook, het bestand is veel te laat gesloten. De oorlog in Gaza heeft een verbijsterend gebrek aan urgentie laten zien om het belang van de Palestijnse en Israëlische bevolking voorop te stellen. Daar zijn alle partijen schuldig aan: Hamas, dat met een geweldsuitbarsting op 7 oktober 2023 deze fase van het conflict in gang zette, dat terreur gebruikte, burgers gijzelde en vooral ook de eigen bevolking op cynische wijze in de oorlog inzette. Israël, dat extreem geweld gebruikte en niet of nauwelijks onderscheid maakte tussen burgers en militanten. En tot slot de internationale gemeenschap, die niet ingreep en de middelen die ze wél heeft weigerde in te zetten. De Amerikaanse regering kon de bevriende regering van Benjamin Netanyahu niet tot kalmte manen. President Joe Biden zette weinig druk, bleef de regering steunen, en deed bovendien te weinig om het Palestijnse leed te verzachten. Dat het nu wel kon, ligt deels aan de machtswisseling in Washington: de vertrekkende regering (Biden) en de aankomende (Trump) hebben een kort moment een gedeeld belang en konden samenwerken. Maar het is veel te laat. Ook veel Europese landen, waaronder Nederland, hebben te weinig gedaan. Nederland onthield zich twee keer van VN-stemmingen die pleitten voor een staakt-het-vuren. De oorlog in Gaza heeft de wereld op zijn allerlelijkst laten zien.
Ook als de oorlog met dit staakt-het-vuren voorlopig ten einde komt, zijn de effecten ervan nog decennia voelbaar, zo niet langer. In Gaza zelf, waar een niet te bevatten leed is geleden. Maar ook wereldwijd. Gerechtigheid is zoek. Spanningen in samenlevingen zijn toegenomen, bevolkingsgroepen zijn tegen elkaar opgezet, er is in veel westerse landen een uitbarsting te zien van antisemitisme en haat jegens moslims. In Europa, ook in Nederland, zijn scheuren in de samenleving ontstaan die misschien nooit meer helen. Ook dat is een verwoesting die deze verschrikkelijke oorlog heeft aangericht.