Wat vindt NRC | De muntunie verdient een veilige, digitale en inclusieve euro

Digitale Euro

Commentaar

Eindelijk! Een kwarteeuw na de introductie van de euro, ligt er sinds deze woensdag dan eindelijk een juridische basis waarop Europa kan gaan bouwen aan een digitale versie van zijn eenheidsmunt. In een wereld die de laatste vijftien jaar in rap tempo gedigitaliseerd is, en waarin betalen met contanten een steeds kleiner deel van de totale betalingen uitmaakt, is de stap naar een publieke digitale euro een logische.

De redenen om een digitale munt te bouwen zijn legio. In eerste instantie wil Europa grip houden op de cruciale nutsfunctie van het betalingsverkeer. Centrale banken zijn verantwoordelijk voor het betalingsverkeer en een stabiele munt. Dat is geregeld zover het de biljetten en munten betreft, sinds jaar en dag het domein van de centrale bank. Maar alle digitale betalingen zijn nu het domein van de commerciële banken. Dat gaat goed zo lang het niet misgaat. En als het dan misgaat (banken vallen om, het internet ligt plat), is er nauwelijks een alternatief om de economie draaiende te houden. Met de digitale euro komt dat er wel.

Ten tweede wil Europa dat de digitale munt net zo inclusief wordt als de analoge variant. Hij dient dus beschikbaar te komen voor iedereen, ongeacht of iemand een bankrekening, een smartphone of de juiste papieren heeft. De digitale euro zal dus verschillende verschijningsvormen krijgen: in app-vorm, als bankpasje met chipknip en zelfs als prepaidkaart.

Ten derde breekt Europa met de introductie van de digitale euro ook de marktmacht van grote Amerikaanse spelers als Visa en MasterCard, die nu een enorm deel van het grensoverschrijdende Europese betalingsverkeer afhandelen. Ondernemers klagen vaak over de hoge kosten daarvan, en Brussel bouwt hier nu een onafhankelijk systeem naast. Ook de opkomst van commerciële digitale munten heeft de noodzaak van een publieke variant vergroot. Beter een staatsmonopolie op geldgebied dan een privaat monopolie.

Met de presentatie van het voorstel van de commissie is de digitale euro vanaf nu onderdeel van de publieke arena geworden. Dat werd hoog tijd. De hele en halve waarheden die er over de digitale munt in wording de ronde deden, verdienen een open en democratisch debat. Zo kan worden vastgesteld wat de digitale euro wel, en ook vooral niet moet zijn. Het zal moeten gaan over waarborgen rondom privacy van betalen met digitaal geld (dat in zijn aard traceerbaar zal zijn) en de zogenoemde neutraliteit ervan. Een door de centrale bank uitgegeven euro moet te allen tijde aan welk product of dienst dan ook kunnen worden uitgegeven, restricties passen daar niet bij.

Toch voelt het huidige voorstel ook een beetje als een gemiste kans. Een ongelimiteerd en 100 procent veilig alternatief naast de commerciële euro’s had banken ook kunnen aanmoedigen hun eigen systemen en bedrijfsmodellen veiliger te maken. Echter mede onder druk van de bankenlobby wordt de omvang van de digitale eurorekening beperkt tot waarschijnlijk 3.000 euro. Brussel vreest dat een te aantrekkelijke digitale euro een enorme verschuiving in deposito’s kan veroorzaken, waardoor banken in de problemen kunnen komen. Daarom wordt er ook geen rente vergoed over het saldo op de digitale eurorekening.

Tegelijkertijd valt het toe te juichen dat Europa nu voorop loopt met de introductie van de digitale euro. Het simpele feit dat de muntunie over een aantal jaren beschikt over een gegarandeerde digitale variant van de eenheidsmunt is van cruciaal belang. Mocht de nood aan de man zijn en de commerciële banken weer in de problemen komen, dan zijn er knoppen waaraan gedraaid kan worden. De vluchtheuvel die de ECB dan biedt, kan tegen die tijd makkelijk worden uitgebreid tot een veilig eiland in de ruige zee van het financiële kapitalisme. Die bescherming verdienen Europese burgers.