Zelden heeft een verkiezingsuitslag Nederland meer verdeeld dan de monsterzege van de Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders woensdag. Uitzinnig gejuich over de eigen winst bij PVV (37 zetels), die met vooruitziende blik voor het eerst in jaren een eigen uitslagenavond had georganiseerd. Maar ook bij nieuwkomers Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt (twintig zetels) en de BoerBurgerBeweging van Caroline van de Plas (zeven zetels). De keerzijde was de ontzetting, het verdriet en het ongeloof bij onder meer GroenLinks-PvdA (25 zetels), D66 (negen zetels) en ChristenUnie (drie zetels).
Die ontzetting betreft niet zozeer de ‘Geert Milders’, het welhaast sympathieke katten knuffelende broertje van Wilders dat met een ogenschijnlijke redelijkheid de afgelopen weken handig gebruik maakte van de hem geboden ruimte in de campagne. Nee, de schrik betreft vooral de échte PVV, die al bijna twintig jaar lang consequent een politiek voorstaat van anti-Europa, het rigoureus schrappen van klimaatmaatregelen, bezuinigingen op cultuur en bovenal: van het uitsluiten van bevolkingsgroepen op basis van geloof en afkomst. Dat is en blijft ronduit ongrondwettelijk en verwerpelijk.
De opkomst van de PVV, en ook van NSC, mag geen verrassing heten. De winst van de twee is een rechtstreeks gevolg van jarenlange uitholling van de ideologische politiek. Burgers vertrouwen de overheid niet meer en dat is mede te danken aan dertien jaar politiek pragmatisme zonder oog voor de samenleving van Mark Rutte. Veelzeggend was wat dat betreft zijn weigering woensdag om commentaar te leveren op de verkiezingsuitslag.
Maar het is niet alleen Rutte die de kiezer boos en teleurgesteld verder weg heeft gejaagd uit het politieke midden. Ook coalitiegenoten CDA, D66 en ChristenUnie speelden het spel van politiek opportunisme jarenlang mee. Ferme beloftes over een nieuwe bestuurscultuur, waarmee D66 de vorige verkiezingen inging en won, verdwenen bijvoorbeeld al snel in de prullenbak. Zo bezien is het verklaarbaar dat de oude coalitie gezamenlijk bijna veertig zetels inleverde. Een ongekende afstraffing.
Wat Wilders ook in de kaart heeft gespeeld is de onwil of de angst om de zegeningen en de noodzaak van internationale samenwerking te benoemen. Kiezers, zo is blijkbaar de analyse, willen geen sterker Europa, hebben niets met internationale samenwerking en sluiten liever de ogen voor geweld dat burgers wordt aangedaan in oorlogsgebieden. Door om electorale redenen af te zien van een hard inhoudelijk debat hierover, en deels zelfs mee te gaan in de analyse dat de problemen in de zorg, op de woningmarkt en in de bestaanszekerheid mede veroorzaakt zijn door migratie, speelde progressief Nederland de conservatieve partijen met hun valse nostalgische nationalisme onbedoeld in de kaart.
Het verst hierin ging de VVD, die na het vertrek van Rutte hoopte met een nieuw gezicht en een onversneden rechts geluid door te kunnen als grootste machtspartij. Al in de staart van de campagne kon worden vastgesteld dat het geflirt van lijsttrekker Dilan Yesilgöz met de PVV en het spelen met vuur door het centraal zetten van het thema migratie in de campagne, in het gezicht van voorheen de liberalen was ontploft. Kiezers zijn niet gek, en diegenen die daadwerkelijk tegen migratie en tegen Europa zijn, wendden zich massaal tot de partij die dat onderwerp al bijna twintig jaar succesvol weet uit te buiten: de PVV. De VVD maakte Wilders, die onder Rutte jarenlang gedwongen aan de zijlijn stond, weer politiek relevant door hem de ruimte te bieden mee te gaan regeren en de campagne-agenda cadeau te doen.
Nu de stemmen geteld zijn begint de traditionele fase van de coalitievorming. Om meerdere redenen zal die ingewikkeld worden. Los van de vier ‘grote’ partijen (in volgorde PVV, GroenLinks-PvdA, VVD en NSC), is er nauwelijks een partij met enig gewicht te vinden in de Kamer. De versplintering is niet afgenomen, nog altijd zijn er vijftien partijen die volgende week hun opwachting maken in de blauwe Kamerbankjes.
Wilders is nu eerst aan zet, hij zal moeten proberen partijen te overtuigen met hem samen te werken. Een half uur na het sluiten van de stembussen zei Wilders al dat hij premier voor alle Nederlanders wil zijn en geen besluiten te zullen nemen die tegen de grondwet ingaan. Dat is een gotspe: de rechtsstaat is geen knopje dat je situatieafhankelijk aan of uit kunt zetten.
Wilders zei ook dat het nodig was om over schaduwen heen te springen, en dat gold wat hem betreft voor zowel de PVV als voor andere partijen. NSC en BBB toonden zich woensdag beide bereid in elk geval te gaan praten met Wilders. Het land moet bestuurd worden, zegt Omtzigt. Dat klinkt uiterst verantwoordelijk, maar toch niet tegen elke prijs. Juist van NSC mag verwacht worden dat de bescherming van de rechtsstaat een ononderhandelbaar punt zal zijn. Of de VVD bereid is onder Wilders te dienen blijft voorlopig ongewis. Yesilgöz durfde na de voor haar dramatische uitslag die beslissing niet op eigen houtje te nemen, zij wil eerst de fractie horen. Ter linkerzijde van de VVD is er nul bereidheid om met de PVV in zee te gaan. Als de traditie overeind blijft dat de grootste partij ook daadwerkelijk gaat regeren, wacht Nederland dus een radicaal rechtse coalitie.
Per saldo is de winst van de PVV slecht nieuws voor Nederland. Een partij die willens en wetens tweederangs burgers creëert op basis van afkomst of religie, die Nederland weg wil halen uit de Europese Unie, die de hulp aan Oekraïne direct wil stopzetten, die de pijlers van de democratie aanvalt („nep-parlement”, „D66-rechters”), die de persvrijheid niet serieus neemt („Journalisten zijn – uitzonderingen daargelaten – gewoon tuig van de richel”). Een partij ook die intern geen democratie of inspraak duldt, die openlijk aanschurkt tegen Vladimir Poetin, die nauwelijks economische plannen noch ervaren mensen heeft om Nederland door de onzekere toekomst te loodsen. Om nog maar te zwijgen over de rol die Nederland internationaal kan spelen. Of beter: niet meer kan spelen. Sommige schaduwen zijn te groot om overheen te springen.
Al deze bezwaren tegen de PVV doen niets af aan de legitieme keuze van ruim twee miljoen kiezers, die met hun stem aangeven genoeg te hebben van de manier waarop er de afgelopen dertien jaar politiek is bedreven. Hun signaal is helder, begrijpelijk ook en daar moet naar geluisterd worden. Niet alleen door Wilders, maar door alle partijen. Het stemt wel treurig en zorgelijk dat Nederland het zo ver heeft laten komen.