Wat vindt NRC | De hulpbehoevende oudere is een sluitpost geworden

Euthanasie

Commentaar

Het pijnlijkst aan het relaas van de 81-jarige Diny Kuppens, zaterdag in NRC, is haar machteloosheid. Ze lijdt niet aan dementie, en is wilsbekwaam, maar is wel invalide door vergevorderde parkinson. Bewegen kan ze amper, roepen en vragen wel. Soms doet ze dat vier uur lang tot iemand in het verpleeghuis tijd voor haar heeft.

Kuppens wil, zoals veel ernstig verzwakte ouderen, niet meer leven. In elk geval niet in een verpleeghuis waar ze niemand kent maar sinds kort noodgedwongen verblijft omdat ze geen kinderen heeft of anderen om voor haar te zorgen. Ze schrijft dat haar euthanasieverzoek wordt geweigerd.

Euthanasie is geen absoluut recht en is terecht omkleed met voorwaarden. Mogelijk heeft Diny haar euthanasieverzoek vóór de plotse opname in het verpleeghuis niet zorgvuldig genoeg opgeschreven of tijdig bekendgemaakt. En de specialist ouderengeneeskunde, die in elk verpleeghuis werkt, ís niet verplicht aan een euthanasiewens te voldoen. Dat is geen enkele arts. Want een patiënt actief doodmaken, vinden veel artsen te aangrijpend of zelfs onethisch. Ook al lijdt de patiënt ondraaglijk en uitzichtloos en is de doodswens weloverwogen en consistent – zoals het moet bij euthanasie volgens de Euthanasiewet.

Bij persoonlijke bezwaren moet de arts, volgens de richtlijn van artsenorganisatie KNMG, de patiënt wel doorverwijzen naar het Expertisecentrum Euthanasie of een andere arts die bereid is euthanasie te verlenen.

Maar dat is, getuige de vele reacties van ouderen en hun naasten op het relaas in NRC, niet het belangrijkste punt: bijna iedereen kan zich de eenzaamheid en frustratie van veel ernstig hulpbehoevende ouderen voorstellen. Ze wíllen niet meer leven maar worden met medicijnen in leven gehouden omdat het kan. En omdat men vindt dat lijden bij het leven hoort in een verpleeghuis.

Tegelijk wordt steeds duidelijker dat verzwakte ouderen in Nederland een sluitpost zijn geworden. Want medicijnen verstrekken en vergoeden is één ding, dag en nacht voor iemand zorgen is iets heel anders. Het traditionele verzorgingshuis is de afgelopen vijftien jaar op de meeste plekken gesloten, verpleeghuizen zijn er echt alleen nog voor de allerziekste en aller-dementste ouderen. En zelfs dan zijn de wachtlijsten steeds langer. Met een beetje pech moet de oudere haar laatste jaar in een kamer doorbrengen honderd kilometer van de familie. Kinderen, als die er zijn, werken en wonen vaak ver weg. Huisartsenpraktijken, wijkverpleging en thuiszorg zijn overbelast.

Zorgeconomen wijzen erop dat de kosten voor verpleeghuiszorg nog altijd hoog zijn in Nederland vergeleken met andere westerse landen. Maar in die landen zorgen kinderen veel meer voor hun ouders. Uit de Atlas for European Values bleek vorig jaar dat 16 tot 19 procent van de Nederlanders vindt dat volwassen kinderen de plicht hebben voor hun zieke ouders te zorgen. De laagste score in Europa.

Hoe moet het als de piek van de vergrijzing echt bereikt wordt in 2040? Volgens het kabinet-Rutte IV zouden ‘sociale netwerken’ en de positie van mantelzorgers versterkt moeten worden. Daartoe werden deze zomer 31 actiepunten opgeschreven. Of dat genoeg is, is twijfelachtig. Want mantelzorg en sociale netwerken zijn vrijblijvend.

In elk geval moeten zorgverleners luisteren naar de oudere die weloverwogen herhaalt dat ze niet meer wil leven. Haar niet betuttelen maar horen wat ze zegt en zonodig doorverwijzen naar een ander.