Wat vindt NRC | De fusie DPG en RTL is niet het enige gevaar voor journalistiek, dat zijn de techreuzen ook

Van het Algemeen Dagblad, de Volkskrant en Trouw tot Donald Duck, Libelle en VT Wonen. Van regionale kranten in grote delen van het land, kinderkrant Kidsweek en nieuwssite NU.nl tot vergelijkingssites en een radiostation als QMusic. En binnenkort ook: van streamingsdienst Videoland tot populaire commerciële tv-programma’s als Lubach, Editie NL en RTL Nieuws.

Met de goedkeuring vrijdag door de Autoriteit Consument & Markt van de overname van RTL Nederland door DPG Media staat het nu al grootste mediabedrijf in Nederland op nog grotere afstand van de concurrentie. Of het nu op papier is, via de radio, tv of online – het van oorsprong Belgische concern bereikt straks vrijwel alle Nederlanders.

De toestemming van de ACM werd niet zomaar gegeven. De concurrentiewaakhond, die wettelijk moet toetsen of de markt wordt verstoord, was zich er duidelijk van bewust dat haar taakomschrijving te beperkt is. Want ja, de ACM moet naar economische effecten kijken van een fusie, en DPG en RTL zullen nu samen 98 procent van de Nederlandse inwoners bereiken. Maar zij opereren nauwelijks in dezelfde markten, wat volgens de ACM het risico op een te dominante positie voldoende beperkt.

Media zijn echter niet louter economische producten. Het maatschappelijke belang dat zij dienen, is niet in cijfers uit te drukken. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid had het vorig jaar terecht over de „cruciale rol” die media spelen in de democratie. Via media nemen burgers informatie tot zich, zien zij zichzelf terug of komen ze juist in aanraking met hoe anderen denken. Dat liet de ACM meewegen onder meer door te bedingen dat de online nieuwsredacties van RTL Nieuws en NU.nl tien jaar gescheiden moeten blijven

Zonder overnames waren er de afgelopen decennia meer media ten onder gegaan omdat ze het alleen niet konden redden. Vrijwel alle pers behoort tot een van twee Belgische uitgevers, waaronder ook NRC (eigendom van Mediahuis), of tot kleinere uitgevers als FD Mediagroep en BDU. Radio en tv worden gemaakt door onder meer RTL, Talpa en publieke omroep NOS.

Toch is deze consolidatie unheimisch. Het creëert één dominant bedrijf op de advertentiemarkt en bij de inkoop van journalistieke diensten. Ware pluriformiteit hangt bovendien niet alleen af van het voortbestaan van titels, maar ook van voldoende budget voor redacties, de mogelijkheid van journalisten om onafhankelijk te kunnen werken, en de eigenheid van de inhoud, waardoor een hoeveelheid aan stemmen blijft bestaan. Het is aan iedereen dát te blijven beschermen.

Het zou echter zeer misplaatst zijn om deze fusie te zien als het enige gevaar voor de journalistiek. Een grotere bedreiging is Big Tech. Online beheersen Google en Meta de advertentiemarkt, en de algoritmes van Google, Musk en Meta zorgen ervoor dat het aanbod van álle Nederlandse media naar de achtergrond wordt geduwd, ten faveure van minder betrouwbare informatie en influencers. AI-bedrijven hebben ongevraagd taalmodellen getraind met nieuwsartikelen – waarbij in bijna 20 procent van de AI-samenvattingen feitelijke onjuistheden ontstonden, zo bleek uit BBC-onderzoek.

Voor die artikelen waren nog journalisten, eindredacteuren, fotografen en vormgevers nodig. Maar verdringing ligt op de loer door ongefilterde, ongeïnformeerde, onjuiste en ondermijnende ‘content’. Daar kan vooralsnog geen waakhond tegen beschermen.