Wat vindt NRC | De burger is ontevreden en somber over politiek, maar de kloof valt nog te overbruggen

Algemene Politieke Beschouwingen

Commentaar

Wie zoekt op het woord ‘somber’ in de laatste editie van Burgerperspectieven, de maatschappelijke analyse van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), vindt 26 treffers. Maar ook zonder control-f is het niet moeilijk om te merken dat de stemming in de samenleving na de coronacrisis nooit meer op het oude niveau is teruggekeerd. Het maatschappelijk ongenoegen kruipt en sluipt door sportkantines, in huiskamers, in praatprogramma’s, er zijn voor de meeste burgers ongetwijfeld geen rapporten of percentages voor nodig om dat aan te voelen. NRC tekende het ongenoegen op, in de politieke hoogtijweek van Prinsjesdag en Algemene Politieke Beschouwingen (APB). Maar, om toch de harde data van het SCP te volgen: 56 procent vond begin dit jaar dat het de verkeerde kant opgaat met Nederland. Het toch al lage vertrouwen in de Tweede Kamer en de regering is inmiddels lager dan 40 procent. Want het ongenoegen is niet los te zien van het oordeel dat burgers hebben over het functioneren van de democratie. Het SCP: „Burgers maken zich zorgen over de opeenstapeling van problemen en het onvermogen van de politiek om ze op te lossen.” Let wel: het onderzoeksresultaat van ná de val van het vierde kabinet-Rutte moet nog uitkomen.

Het functioneren van het politieke bestel maakt burgers onzeker en somber. Vertrouwen, blijkt uit ieder onderzoek, komt niet terug als politici burgers naar de mond praten. Het komt pas als politici daden aan hun woorden verbinden, als burgers merken dat er echt geregeerd wordt. Daar ontbreekt het al jaren aan. Burgers zien een opeenstapeling van crises (corona, klimaat, stikstof, migratie, armoede en inflatie, Oekraïne), zoeken naar politieke antwoorden, maar vinden dat die op veel dossiers uitblijven. Er gaat dus iets vooraf aan het gebrek aan vertrouwen in politiek: burgers kijken nog steeds naar ‘Den Haag’ of ‘de politiek’, ze zijn alleen diep teleurgesteld.

De val van het kabinet, in juli, belooft weinig goeds voor de terugkeer van het vertrouwen in politiek. Wéér verkiezingen, nog meer ruzie, alleen maar verdere stilstand. Het was daarom teleurstellend dat de stemming in Nederland nauwelijks een rol speelde tijdens de APB van deze week. Een erkenning van het dalende vertrouwen in politiek had niet misstaan in het belangrijkste politieke debat van het jaar. Ook was meer reflectie over het eigen functioneren op zijn plaats geweest. Het tweedaagse debat ging evenmin over het functioneren van de overheid, en de kloof die is ontstaan tussen burger en openbaar bestuur. Dat was teleurstellend, en maakte het debat wat anachronistisch. Het ging, zoals in het verleden zo vaak, over koopkracht en inkomensgroepen, over ‘bestaanszekerheid’, over belastingtarieven voor burgers en bedrijven. Zeer belangrijke onderwerpen, op zichzelf. Maar het thema dat burgers volgens alle onderzoeken bezighoudt, het functioneren van politiek en bestuur, bleef uit beeld.

Aan de andere kant: er werd deze week wel geleverd, en dat is ook waardevol. Het minimumloon en de kinderopvangtoeslag gaan omhoog. Hogere benzineprijzen en ov-kosten blijven uit. Het was verfrissend om te zien hoe snel partijen de samenwerking zochten nu er geen kabinet meer is om rekening mee te houden. De ChristenUnie werkte samen met GroenLinks/PvdA om iets te doen aan het minimumloon en regionaal openbaar vervoer. Links en rechts sloten allerlei ongebruikelijke coalities, en wisten veel meer aan de begroting te veranderen dan in voorgaande jaren. De politieke situatie na de kabinetsval is chaotisch. De vier coalitiepartijen van het demissionaire kabinet-Rutte IV (VVD, D66, CDA en ChristenUnie) zitten niet meer vast aan een regeerakkoord, en gebruikten die ruimte deze week om afstand van elkaar te nemen en opmerkelijke gelegenheidscoalities te sluiten. Dat verdient navolging, ook als er weer een kabinet is. De Tweede Kamer toonde durf en dualisme, en dat is óók nodig om het vertrouwen in politiek te herstellen.

Te vaak wordt de analyse gemaakt, in de politiek en daarbuiten, dat de burger niets meer te maken wil hebben met politiek. Vaak gaat het over de ‘afgehaakten’, de burgers die het niet meer zien zitten en zich volledig hebben afgekeerd van politiek en bestuur. Los van de terecht grote zorgen over dalend vertrouwen moet Den Haag zichzelf niet de put in praten. Inderdaad: een kleine groep kiezers heeft geen hoop meer, stemt niet meer en heeft zich van Den Haag afgewend. Maar een veel grotere groep wacht juist op betere tijden, en zoekt naar politici die hun zorgen wél begrijpen of aanhoren. De populariteit van Pieter Omtzigt en Caroline van der Plas laat zien dat veel ontevreden burgers blijven zoeken naar politici die de kloof overbruggen. Los van hun ideeën en oplossingen is dat een hoopvol signaal.

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.