Wat vindt NRC | Blaam treft opstellers van bangalijst en hen die de lijst doorsturen

Stap 1 om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen: bewustwording. Leren herkennen wat grenzen zijn en daarnaar handelen, je bewust zijn van de impact als je die grenzen overschrijdt, en anderen aanspreken bij niet-oké-gedrag.

Al over deze eerste stap uit het vorig jaar afgesloten Studentenpact is een groep leden van het Utrechtsch Studenten Corps gestruikeld. De mannen maakten een powerpointpresentatie over de eerstejaarslichting vrouwen, met recensies van uiterlijk en vermeende bedprestaties. Inclusief telefoonnummers en adressen. De lijst lekte uit en bereikte half studerend Nederland.

Zogenoemde bangalijsten – banga is slang voor slet – zijn helaas niet nieuw. Helaas ook niet voorbehouden aan corpora. Pre-sociale media gingen ze op papier rond op school, stonden namen op wc-deuren gekalkt. Een decennium geleden werden middelbare scholen opgeschrikt omdat er websites met ranglijsten bestonden; onder meer meisjes in Meppel, Almere en Pijnacker zagen zichzelf terug op zo’n lijst. En via sociale media en nog sneller, even een groepsappje, loopt slutshaming helemaal vaak uit de hand.

Nog geen maand geleden lanceerden daarom zangeres Meau, KPN, expertisecentrum seksualiteit Rutgers, Fonds Slachtofferhulp, SOA Aids Nederland en Helpwanted, de hulplijn bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, de ontroerende, alsook treffende campagne ‘Stukje van mij’. Met de boodschap: ‘Denk na voordat je intieme beelden aan anderen doorstuurt.’

En vorig jaar zomer, aan het begin van dit studiejaar, was er dus dat Studentenpact, „een actiegerichte aanpak van studenten voor positieve seksualiteit in het studentenleven”, geschreven op initiatief van regeringscommissaris Mariëtte Hamer en ondertekend door talloze studie- en studentenverenigingen. Met een „checklist” waarmee grensoverschrijdend gedrag herkend en voorkomen kan worden.

En dát volgde op alarmerende cijfers van I&O Research in opdracht van Amnesty International dat twee op de drie studenten tijdens de studietijd te maken heeft gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Eén op de tien vrouwelijke studenten heeft tijdens de studententijd een verkrachting meegemaakt.

Dus je zou kunnen denken dat anno 2024 de meeste jongeren, zeker van een generatie die is opgegroeid met sociale media, wel beter zouden weten. Beter zouden moéten weten.

Dat vrouwen geen sperma-emmers zijn (Het Amsterdamsch Studenten Corps, 2022), noch hete hertjes of kittige katjes. Dat ‘hij stoer, zij de hoer’ (Vindicat, 2017) nooit gold. Dat de vraag niet moet zijn waarom vrouwen lid worden van een studentenvereniging – waarom zouden zij zich dat recht moeten ontzeggen – maar waarom mannen denken dat ze zich binnen een vereniging dit gedrag kunnen permitteren. Met addendum: hoe ándere mannen het oogluikend konden toelaten. Blaam treft hier niet alleen de opstellers van de lijst, maar ook degenen die deze bekeken en doorstuurden.


Lees ook
De ‘bangalijst’ is nog steeds actueel

Studenten tijdens de introductieweek voor het pand van USC, het Utrechtsch Studenten Corps.

Een verenigingscultuur is moeilijk te veranderen, dat blijkt om de zoveel jaar weer eens als er een ontgroening uit de hand loopt. Een groepsdynamiek van veel drinken en stoer doen, in combinatie met hiërarchische verhoudingen, is nooit de beste. Dan kan het lastig zijn fout gedrag te benoemen, wellicht uit angst om uit de groep gegooid te worden.

Toch spraken 270 Amsterdamse studenten – onder wie drie mannen – zich twee jaar geleden wél uit, net als in 2017 een Groningse studente. Dat was bemoedigend en verdient navolging. Oók bij seksueel grensoverschrijdend gedrag buiten de studententijd.