Wat vindt NRC | Beroepsziekten kosten nog veel te veel werknemers het leven

Commentaar

Niet zeiken, ga maar in de wind staan, gebruik je gezond verstand – en dan jaren later: de afkoopsom. Het relaas van de ziek geworden onderhoudsmonteurs Wojtek en Adnan op het gasplatform in NRC vorige week toont de klassieke antithese welzijn of winst op de werkvloer.

Een bedrijf dat gas en olie wint op zee, het aandeelhoudersbelang voluit dient met een hoge productienorm en lage kosten. En beschermingsmiddelen voor het personeel minder belangrijk vindt. Dat onvoldoende metingen verricht op vrijkomende gevaarlijke stoffen en te weinig betrokken is bij de gezondheid van het personeel. Dat zich tussen lekkende leidingen en vrijkomende dampen moet bewegen. Alles in een lucht van ‘aardgasconcentraat’ dat dus benzeen bevat. Bij het RIVM staat het prominent op de lijst ‘zeer zorgwekkende stoffen’. Wojtek en Adnan ervoeren tijdens hun werk misselijkheid, uitslag, huidverwondingen, flauwtes en gewrichtspijnen.

Inmiddels zitten de twee veertigers ziek thuis. En de enige reden dat hun verhaal openbaar wordt is omdat ze de afkoopsom weigerden. En dus geheimhouding. Zij horen bij het dark number van slachtoffers van arbeidsziekten. Velen bezwijken voor verleidelijke, goed betaalde banen op ongezonde, maar spannende plekken. En treffen werkgevers die de risico’s afwentelen. Met een tandeloze overheid die traag reageert. Na klachten kon de Inspectie maar 1.800 euro boete opleggen voor de geconstateerde gezondheidsrisico’s.

Er was dus geen effectieve bescherming voor Wojtek en Adnan. Niet preventief maar ook niet achteraf.

Hun verhaal past bij het falende aansprakelijkheidsrecht waarin bureaucratie en de slechte rechtspositie van de zieke werknemer een hoofdrol spelen. Denk aan degenen die worden blootgesteld aan asbest, chroom-6, oplosmiddelen in verf, fijnstof – in de bouw, het onderhoud, op de vliegtuigplatforms. Ieder jaar overlijden ruim 4.000 werknemers rechtstreeks als gevolg van hun werk. Een schadeprocedure tegen de baas duurt makkelijk vijf jaar. De advocaat kost gemiddeld 70.000 euro. Langer en duurder komt ook voor. Veelal is het de FNV die dan het gevecht namens de werknemer aangaat.

Pas vorig jaar zijn er concrete stappen ter verbetering gezet. Dat wil zeggen voor een beperkt aantal erkende beroepsziekten: longkanker door asbest, allergische beroepsastma en CSE (schildersziekte: Chronic Solvent induced Encephalopathy). Daar geldt nu de regeling Financiële tegemoetkoming voor slachtoffers beroepsziekten: 22.839 euro netto maximaal.

Het is een tussenoplossing, een voorschot, een manier om de scherpe kantjes eraf te halen. Als de werkgever uiteindelijk toch betaalt, moet dit bedrag worden terugbetaald. En het wordt pas betaald als een deskundigenpanel goedkeuring heeft gegeven. Verder dient er een bewezen causaal verband te zijn tussen de falende gezondheid en de blootstelling aan de gevaarlijke stof. Wojteks eenvoudige observatie „Ik ben ziek geworden door mijn werk” moet medisch onderbouwd zijn.

Er zijn dus stappen in de goede richting gezet, met een nog beperkt aantal erkende beroepsziekten. Maar Wojtek en Adnan vallen er buiten. En het is een regeling die nog te kort bestaat om er al over te kunnen oordelen. De oplossing ligt op de werkvloer. Bij meer preventie, bij verplichte gezichtsmaskers, tijdige metingen, meer kennis, beter toezicht en vooral bij verantwoordelijker werkgevers. Bij werknemers die zich niet laten koeioneren. Bij een staat die effectief grenzen stelt en tijdig herstel regelt.