Wat vindt NRC | Barbie commercie is diversiteit voor beginners

Commentaar

‘Geen merk blijkt zoveel haat op te wekken als Barbie”, schreef NRC in 2009. Het was een van de resultaten uit een studie naar de beleving van merken die uitgevoerd was aan de Engelse universiteit in Bath. De haat uitte zich in het onthoofden of het laten smelten van de pop in de magnetron en het anderszins verminken van de Barbie. Inmiddels zijn we bijna vijftien jaar verder: Barbie is niet meer de pop waar iedereen een hekel aan heeft, maar is cultuurgoed geworden.

Vanaf deze week draait Barbie in de bioscopen. Nog voordat iemand de film had gezien, kropen journalisten al in de pen om Barbie te vieren vanuit een culturele invalshoek. Dat is op zichzelf niet iets om verdrietig van te worden: de tijd van elitaire cultuuropvattingen is gelukkig voorbij. Maar wie de film heeft gezien moet vaststellen dat eigenlijk alleen de liefhebber van camp aan zijn trekken komt.

Vanaf het moment dat Barbie bestaat, wordt regelmatig benadrukt dat ze voor emancipatie staat (ze kan immers álles worden). Deze film is daarop geen uitzondering: Barbie en Ken vechten een strijd uit om het matriarchaat/patriarchaat, waarbij (spoiler!) Barbies lange-benen-matriarchaat het wint.

Verrassender is dat in de publiciteit rondom de film wordt geclaimd dat we met de meest diverse pop ter wereld te maken hebben. Er zijn immers ook vele Barbies te koop die níet blond en blauwogig zijn. Er zijn Barbies van kleur, er is een sportieve Barbie met blades en eentje in een rolstoel, er is een Barbie met downsyndroom en er is zelfs een Barbie met wat bredere heupen dan de rest. Maar wie de Barbiefamilie ziet uitgestald, zal bij al die lange benen, vele wespentailles en de stralende glimlach toch vaststellen dat lego-poppetjes diverser zijn dan Barbie, zelfs al zijn ze (bijna) allemaal geel. Het staaltje inclusie-washing is slim aangepakt door Mattel, maar in feite krijg je wereldwijd een behoorlijke eenheidsworst naar Amerikaans model voorgeschoteld.

De film Barbie en de campagne van Mattel, hoe vrolijk en goedbedoeld ook, verkopen namelijk weinig meer dan diversiteit voor beginners. Alleen wie jaren onder een steen heeft geleefd zal verrast opkijken van het idee dat „je gewoon jezelf moet zijn”. Dat realiseert zelfs Ken zich, die al vanaf zijn creatie in 1961 een meeloper is. Ook leerzaam: je moet de tijd nemen „jezelf te ontdekken”. Bovendien: álle vrouwen hebben wel eens een off day zonder dat ze daar meteen kritiek op willen krijgen.

Aandacht vragen voor diversiteit en het ontplooien van je eigen wereld: daar is niets mis mee. Het probleem is alleen dat wanneer dat in een vorm gebeurt waarbij alle angel en ongemak onder een roze sausje van commercie worden verstopt, je eigenlijk een stap terug zet. Het hedendaagse gesprek over diversiteit in de samenleving – waarbij cultuur meer dan eens het voortouw neemt – schiet niet zoveel op met grappen over Barbies eigen onzekerheid over haar uiterlijk (ja echt) of een verhaal waarin de Amerikaanse president een zwarte vrouw kan zijn, die dan echter weer niets anders hoeft te doen dan vriendelijk zwaaien. Vrij naar W.F. Hermans: Barbie presenteert wat de mensen willen denken, cultuur presenteert wat mensen nog niet hadden durven bedenken.