Er is geen ontkomen aan: Joe Biden is ongeschikt als Democratische presidentskandidaat. Het is in het belang van hemzelf, de Democratische Partij, de Verenigde Staten en de wereld als ook hij tot dat inzicht komt.
Het probleem dat zijn kandidatuur al lange tijd plaagt, gaat niet weg, maar zal alleen maar erger worden. Joe Biden is te oud. En het probleem van ouderdom zal zichzelf niet oplossen, zo is het leven nu eenmaal. Als hij zijn herverkiezing in november veiligstelt en president van de Verenigde Staten blijft, is hij 86 jaar bij zijn aftreden in 2029. De leeftijd zelf is niet het probleem. Het gaat om de verstandelijke vermogens die het vak van president van het meest invloedrijke land ter wereld vereisen. Toen daar de laatste jaren vraagtekens bij geplaatst werden, was het antwoord van de Democratische Partij altijd: wacht maar tot Joe Biden zich in de openbaarheid laat zien. Dat is nu gebeurd. Na een lange periode van onzichtbaarheid ging Biden vorige week in debat met zijn Republikeinse uitdager Donald Trump. Biden zelf wilde dit tv-debat zelf, waarschijnlijk om twijfels bij kiezers weg te nemen. De ramp, voor Biden, was niet te overzien. Biden had moeite antwoord te geven op basale vragen, haalde begrippen door elkaar, liet lange stiltes vallen en maakte een afwezige indruk. Hij had geen antwoord op de vele onwaarheden die Trump verspreidde. Nooit kwam er een visie of een coherent antwoord. Uiteindelijk was alleen Trump, met 78 jaar ook niet meer de jongste, hiermee geholpen.
Een slecht debat kan iedereen overkomen. Maar bij Biden gaat het om meer. Biden blijft grotendeels buiten beeld, staat nauwelijks interviews of persconferenties toe, en zijn lage populariteit (38 procent) blijft laag. Biden wekt al lange tijd de indruk bewust onzichtbaar te blijven. Kiezers hebben al lange tijd twijfels bij zijn verstandelijke en fysieke vermogens. Puur op basis van wat Biden zelf laat zien, is die twijfel begrijpelijk. Bidens presidentschap is een succes geworden: zijn regering bracht relatieve rust in Washington, wist de inflatie te temmen, de infrastructuur aan te pakken, samen te werken met Republikeinen en een zichtbare rol in de wereld te spelen. Maar een president moet ook een idee, een visie kunnen verwoorden. Daartoe is hij niet in staat.
Alles wat er de afgelopen jaren is bereikt, staat op het spel bij de verkiezingen van dit jaar. De Republikeinen liggen op koers om de Senaat te veroveren en hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden te versterken. Trump ligt voor op Biden. En er gebeurt niets om dit scenario af te wenden. Biden zal niet jonger of fitter worden, integendeel. Er is geen argument te verzinnen tussen nu en november waarom kiezers die zich zorgen maken ongelijk hebben. De Democraten leveren hun lot uit aan Trump.
Het belang van de verkiezingen van november is alleen maar groter geworden door een uitspraak van het Hooggerechtshof, met mogelijk grote gevolgen. Het Hof, gedomineerd door conservatieve rechters, oordeelde, kort gezegd, dat ex-presidenten in sommige gevallen immuniteit tegen strafvervolging kunnen bedingen. Dat betekent dat een veroordeling van Trump voor betrokkenheid in de Capitool-bestorming van 6 januari 2021 onwaarschijnlijk is. Terecht wijzen de drie protesterende rechters erop dat dit Trump immuniteit kan opleveren voor wat hij ook nog maar van plan is. Ook hierom is het van het grootste belang dat de Democraten Joe Biden ertoe weten te bewegen plaats te maken voor een Democraat die wel tegen Trump opgewassen is.
‘We gaan hem nog missen.” Het is deze dagen de meest gehoorde zin over Mark Rutte, die dinsdag na veertien jaar premierschap wegfietste van het Binnenhof. „Hij heeft het land bij elkaar gehouden”, mijmerden mensen, nu al vol weemoed.
Iedereen die Mark Rutte van Petra de Koning leest, begrijpt waar die liefde vandaan komt. Rutte is niet alleen retorisch sterk, fysiek onuitputtelijk en sociaal zeer handig, hij is ook simpelweg aimabel. Met zijn soberheid en hang naar routine (de oude Saab, de vaste tafeltjes in restaurants) is hij quirky en integer tegelijk. Zijn fabelachtige geheugen doet de rest: door gezichten, namen en verjaardagen te onthouden kan hij zelfs de achterneef van de kapper een speciaal gevoel geven. Werkelijk iedereen wist hij voor zich te winnen, van Diederik Samsom, die met Rutte II zijn politieke doodvonnis tekende, tot Viktor Orbán, die na veel gesputter toch akkoord ging met zijn NAVO-benoeming. Had Rutte in 1938 geleefd, dan had hij misschien zelfs Adolf Hitler kunnen overtuigen het over een andere boeg te gooien.
En de Nederlandse kiezer is dus ook gecharmeerd. 65 procent vindt dat hij het (redelijk) goed heeft gedaan, meldde RTL Nieuws maandag. De warme reacties doen je afvragen waar de lat eigenlijk ligt in Nederland. Want heeft Rutte het echt zo goed gedaan?
Op economisch gebied valt dat wel mee. Rutte voerde wat belangrijke hervormingen door, zoals de verhoging van de AOW-leeftijd en de afbouw van de hypotheekrenteaftrek, maar in zijn eerste kabinetten heeft hij volgens veel economen ook onnodig hard bezuinigd. Tijdens zijn derde en vierde kabinet begon Rutte ineens met geld te strooien, opnieuw tot ongenoegen van economen. „De boekhouders van weleer zijn vervangen door kasteleins die gratis bier uitdelen”, zei econoom Bas Jacobs in De Groene Amsterdammer. Liberaal was het economische beleid ook niet, zoals Menno Tamminga maandag schreef in NRC. Rutte was vooral een ambassadeur van grote bedrijven, maar verder verhoogde hij zowel de lasten als de greep van de overheid op de economie.
Ik hoef gelukkig niet bang te zijn dat Rutte zich deze column aantrekt
En verder? Grote problemen, zoals de woningmarkt en stikstof, schoof Rutte voor zich uit, zodat de bom ontplofte in het gezicht van bewindspersonen en van de samenleving in haar geheel. Ook het massaontslag in de zorg van 2015 kwam als een boemerang terug: toen er tijdens de coronacrisis ‘handen aan het bed’ nodig waren, bleek geen hond meer in de zorg te willen werken.
Wat de politieke cultuur betreft, ten slotte, is het netto resultaat absoluut negatief. In zijn veertien jaar als premier normaliseerde Rutte het liegen en het daarmee wegkomen. Hij was een free-rider op politiek vertrouwen: hij wilde het oogsten, maar niet zaaien. Het resultaat mocht er zijn: het vertrouwen in de politiek dook omlaag tijdens de ‘functie elders’-crisis van 2021. En ook op een andere manier droeg Rutte bij aan de opkomst van het populisme. Hoewel hij Wilders na 2012 uitsloot als coalitiepartner, joeg hij wel het populistische sentiment aan. Denk aan de ‘Doe normaal of ga weg’-brief uit 2017, waarin hij asociaal gedrag op vernuftige wijze koppelde aan migranten: „We voelen een groeiend ongemak wanneer mensen onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren.” Opnieuw mag het resultaat er zijn: dinsdag werd een kabinet beëdigd met radicaal-rechtse ministers erin, woensdag en donderdag werd alweer gedebatteerd over omvolking.
Het leek Rutte allemaal weinig uit te maken. Vanaf begin 2023, toen hij besloten had NAVO-leider te willen worden, hield hij abrupt op met sfeermanagement in het kabinet, zoals Ron Fresen en Wilma Borgman beschrijven in Het raadsel Rutte. Na zijn vertrek als partijleider twitterde hij vooral over met welke buitenlandse leiders hij had gebeld. Het zorgde ervoor dat het land gevoelsmatig een jaar lang geen premier had.
Dit is het tegenovergestelde van ‘de boel bij elkaar houden’. Rutte was vooral heel goed in bewindslieden bij elkaar houden, en in zijn eigen carrière op de rit houden. Dat hij nu lof krijgt toegezwaaid voor maatschappelijk sfeerbeheer zegt vooral iets over ons gebrek aan verbeelding. We kunnen ons niet eens meer voorstellen dat iemand anders het beter had kunnen doen.
„Jeetje Floor, wat ben je negatief!”, zegt een stemmetje in mijn hoofd. Dat stemmetje is interessant, want het zegt iets over wat je in Nederland hoort te doen. Op betekenisvolle politieke momenten, zoals aan het begin van de coronacrisis en bij het afzwaaien van een premier, moet je respectvol en positief zijn. Je zag het ook bij Ruttes ‘intelligente lockdown’-toespraak, die op Noord-Koreaans enthousiasme kon rekenen.
Gelukkig hoef ik niet bang te zijn dat Rutte zich deze column aantrekt: volgens Fresen en Borgman glijdt alles van hem af. Het zal hem vast van pas komen in zijn nieuwe baan.
In mei 2018, vijftig jaar na de studentenprotesten van mei 1968, hield de Duitse politicoloog Claus Leggewie voor de New York Review of Books een lang interview met Daniel Cohn-Bendit, een van de leiders van die protesten in Frankrijk. Ook Leggewie was erbij geweest, in 1968. Het gesprek ging vooral over de erfenis van 1968. Cohn-Bendit, die na de opstand een tijd persona non grata was in Frankrijk, vertelt dat het eigenlijk helemaal geen revolutie was. Onderhuids waren dingen al eerder gaan schuiven. De gevestigde orde smolt bij de eerste bezetting van universiteitsgebouwen haast vanzelf weg. De bal ging rollen, „veel sneller dan iemand voor mogelijk had gehouden, veel sneller dan ik had durven dromen. (…) We hadden het gevoel dat we geschiedenis maakten. Een verheffend gevoel – plotseling werden wij aanjagers van de wereldgeschiedenis. Niet eenvoudig, als je pas 23 bent”.
Sommige mensen trekken een parallel tussen 1968 en het huidige Frankrijk. En Europa. Staan we, 56 jaar na de links-liberale studentenrevolutie, opnieuw voor een omwenteling – ditmaal een rechts-conservatieve? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Maar Cohn-Bendit heeft als ‘ervaringsdeskundige’ wel rake observaties over wat we vandaag meemaken.
‘Dany le Rouge’ (rode Dany), brak zijn studie af in de zomer van ’68. Hij was ineens het icoon van de studentenprotesten geworden, het symbool van de strijd voor een betere wereld. Die protesten werden zijn doctoraalscriptie, zegt hij zelf. Ook Jordan Bardella, de leider van het Rassemblement National die op TikTok een cultstatus heeft, is jong: 28. Hij heeft middelbare school, meer niet. Het lijkt er niet op dat RN zondag een absolute meerderheid krijgt in de tweede ronde van de verkiezingen. Of Bardella premier wordt, is zeer de vraag. Maar de politiek is ook met hem aan de haal gegaan. Trappen tegen het establishment is ook zijn scriptie.
Maar daar lijken de parallellen op te houden – in Frankrijk, maar ook in Nederland waar deze week ministers aantraden die in de omvolkingstheorie geloven (maar beloven om die term niet meer te gebruiken). Op de uiterst rechtse flank mag men graag schelden op de verworvenheden van 1968. Op Cohn-Bendits generatie, die ervoor zou hebben gezorgd dat scholen verloederden, huwelijken klapten, kerken leegliepen en het openbare leven verruwde. Zoals Cohn-Bendit zelf zegt: „Als één immigrant zich misdraagt, krijgt Cohn-Bendit de schuld.”
In 1968 streden studenten zingend voor vrijheid
Een absurde karikatuur, die bovendien niet klopt: meer dan 60 procent van de Fransen heeft positieve associaties met mei 1968. Tweederde vindt de bijbehorende slogan ‘verbieden is verboden’ sympathiek. Toen Cohn-Bendit terugkwam uit ballingschap, werd hij in Parijs door een agent van de CRS (een van de ordediensten) herkend en bedankt: „Het was een geweldige tijd, merci.”
Maar het belangrijkste verschil is de ambitie. In 1968 streden studenten lachend en zingend voor meer democratie, vrijheid en een nieuwe wereld. Ze wilden een beter leven dan hun ouders. De huidige generatie mist die vrolijkheid, dat hoopvol vooruitkijken. Veel mensen zijn bang, bitter en helemaal niet hoopvol. Zij willen bescherming. Ze willen, vooral, de verworvenheden van hun ouders houden.
Volgens Cohn-Bendit was het maar goed dat hij destijds, als halve anarchist, niet aan de macht kwam. „Dat was pure chaos geworden.” Later, rijper, zat hij jaren voor de Duitse Groenen in het Europees Parlement. Nu steunt hij Frans centrumlinks, tegen RN. Hij ziet Jordan Bardella („een holle kokosnoot”) alle tv-debatten met premier Attal verliezen, omdat Attal sterker argumenteert en beter geïnformeerd is. Maar, zei hij laatst, „dat schijnt mensen niks uit te maken. Zij vinden dat Bardella sterker argumenteert en beter geïnformeerd is.”
Dit is het grote verschil met 1968. De politieke utopie was destijds een sociale utopie: een betere wereld voor iedereen. Maar in de „geschifte wereld van vandaag, waarin objectiviteit niet meer bestaat (…), is de enig overgebleven utopie het verlangen naar een meer rationele politiek”. Ware woorden in een ongewisse tijd. Over een betere wereld horen we weinigen meer.
Het duurt nog minstens vijf uur voordat Taylor Swift uit een gat in de grond zal verschijnen en met de woorden „Leuk jullie allemaal te zien” een drieënhalf uur durende, vijvenvijftigduizendvoudige extase zal ontketenen. Nog twee uur totdat de deuren van de Johan Cruijff Arena officieel opengaan, toch staan haar fans op donderdagmiddag al massaal in de rij. Zelfs bij de ingangen voor mensen met een VIP- of vaste zitplaats glittert het en gonst het.
Aan de noordkant van het stadion is het nog relatief rustig. Aleister van der Burgt (20) zit op een muurtje en kijkt verbaasd omhoog naar de blauwe lucht. Er wordt gesproeid op de naastgelegen voetbalvelden. Zachtjes, maar zonder enige twijfel antwoordt hij op de vraag waarom dit concert zo bijzonder is: straks zal het zijn alsof Taylor alleen voor hem zingt. „Ze kan je laten voelen dat je wordt gezien.”
Taylor Swift (34) is een artiest die zich eigenlijk alleen in superlatieven laat beschrijven. De meest gestreamde artiest in Nederland en de wereld, momenteel bezig aan een tour met 152 concerten op vijf continenten, compleet uitverkocht. Ze veroorzaakt aardbevingen. Haar culturele, maatschappelijke en economische invloed reiken zo ver, dat ze bestudeerd wordt aan universiteiten. Ze is groot, groter, grootst. En toch zo…
Herkenbaar. Gewoon. Relatable.
04-07-2024 AMSTERDAM, Nederland. Fans van Taylor Swift, swifties, staan al vroeg in de rij bij de Johan Cruijff Arena in Amsterdam Zuidoost. Op de foto: Maud en meike. Foto: Simon Lenskens Simon Lenskens
Favoriete nummer? Beiden: „Op dit moment Mirrorball.”
Beste levensles van Taylor Swift? Meike: „You’re defined by what you love, not what you hate.”
Maud (15) en Meike (16)
Taylor Swift kan dingen onder woorden brengen die je zelf niet onder woorden kunt brengen, zegt Marit Mollema (19) uit Nijmegen bij de hoofdingang, leunend op krukken vanwege een gekneusde enkel. „Soms voel ik iets dat ik niet kan benoemen, en dan helpt haar muziek mij heel erg.” Neem het liedje Soon You’ll Get Better. „Dat gaat over haar moeder die kanker heeft. Mijn moeder had ook kanker. Dat nummer heeft me echt door die moeilijke tijd gesleept.”
Marjolein Klarenbleek (19) is opgegroeid met Taylor. De liefde begon al bij het vrolijke popliedje You Belong With Me (2008) maar net als haar vriendin Marit vindt ze de latere albums nog veel beter. „Daar gaat ze écht de diepte in. In Anti-Hero zingt ze bijvoorbeeld: Sometimes I feel like everyone’s a sexy baby and I’m just a monster in the hill. Dan denk ik: ja, zo voel ik me ook.”
Dat jong zijn vandaag de dag niet makkelijk is, blijkt uit vele onderzoeken en uit vrijwel alle gesprekken met jonge Swifties in de rij voor de Arena. De mentale gezondheid van tieners bereikte de afgelopen jaren een dieptepunt, tegelijkertijd lijken problemen beter bespreekbaar. Soms, zeggen concertbezoekers, is er best een duidelijke oorzaak voor hun somberheid en stress, zoals de coronapandemie („Alles werd onzeker en daardoor ikzelf ook.”) of sociale media („Je wéét dat alles nep is, toch raak je ervan overtuigd dat je er zo uit moet zien.”). Wat het zwaar maakt, zegt iemand van 16, is dat het opstapelt boven het gedoe van opgroeien an sich. „Je verandert zelf en moet ondertussen dealen met heel veel nieuwe dingen.”
04-07-2024 AMSTERDAM, Nederland. Fans van Taylor Swift, swifties, staan al vroeg in de rij bij de Johan Cruijff Arena in Amsterdam Zuidoost. Op de foto: Jesse. Foto: Simon Lenskens Simon Lenskens
Favoriete nummer? „The Smallest Man Who Ever Lived, een heel goed schreeuwnummer.”
Beste levensles van Taylor Swift? „Dat je jezelf nooit schuldig moet voelen over de dingen die je leuk vindt.”
Jesse Rooks (16)
Een kinderpsychiater beschreef onlangs in de New York Times hoe Taylor Swift haar werk op z’n kop zette. Ze zag de tieners in haar behandelkamer worstelen met de spanning rond haar Eras Tour, tegelijkertijd merkte ze ook hoe de artiest hen als een grote zus hielp bij het omgaan met typische teen struggles zoals onstabiele vriendschappen, eenzaamheid en de druk van het altijd online zijn. ‘What would Taylor Swift do?’ schrijft de psychiater, is een veelgehoord refrein in haar praktijk.
Waarom is deze doodgewone superster zo’n belangrijke gids in moeilijke tijden?
„Hoe je je ook voelt, je hebt overal wel een liedje bij”, zegt Maud (15) van achter een dranghek. Het luisteren naar – en soms meeschreeuwen met – de muziek van Taylor Swift maakt haar rustig, vooral in de tweede toen ze in een lastige klas zat en last kreeg van faalangst en paniekaanvallen. „Omdat ik dan wist dat iemand precies begreep hoe ik me voelde. Het was een soort band met haar.”
Ook Marit en Marjolein vertellen over teksten die soms speciaal voor hen geschreven lijken. Bijvoorbeeld I Can Do it With a Broken Heart, waarin Swift zingt over liefdesverdriet (They said, ‘Babe, you gotta fake it ’til you make it’ and I did). Marjolein: „Iedereen vraagt altijd hoe het gaat, en raakt dan in de war als je iets anders dan ‘goed’ antwoordt.” Marit citeert een regel uit Clean, van het album 1989: Just because you’re sober, doesn’t mean you don’t miss it. „Dat speelde ook bij mij, ik deed aan zelfbeschadiging”. Ze vertelt over de mentale problemen („een redelijk lijstje”) waarvoor ze al sinds haar veertiende hulp zoekt, met wisselend succes. „Ik zeg vaak: Taylor is mijn echte therapie.”
04-07-2024 AMSTERDAM, Nederland. Fans van Taylor Swift, swifties, staan al vroeg in de rij bij de Johan Cruijff Arena in Amsterdam Zuidoost. Op de foto: Marit en Marjolein. Foto: Simon Lenskens Simon Lenskens
Favoriete nummer? Marit: „I Can Do It With a Broken Heart. Daar zingt ze: You gotta fake it ’til you make it and I did. Dat verwoordt heel goed hoe de samenleving nu is. Je moet altijd maar doen alsof het goed gaat.”
Beste levensles van Taylor Swift? Marjolein: „No matter how much shit people say, you’ve got to live your dreams.”
Jesse Rooks (16) veert op en steekt zijn rechterarm naar voren richting het meisje in de zwarte glitterjurk.
„Eh, ja! Ik heb heel veel quotes. Welke wil je?”
„Geef er maar één. Ik heb Willow voor jou.” Ze overhandigt hem een goudkleurig bandje, het past perfect bij zijn pak.
„Dankjewel, dankjewel! En fijn concert nog hè!”
Jesse is geen fan van het eerste uur, maar wel toegewijd: hij heeft alle 45 nummers van de setlist uit zijn hoofd geleerd. Eigenlijk had hij nog een schoolkamp in de Eiffel, maar zijn moeder heeft hem vanochtend vroeg opgehaald. Niet alleen zijn outfit is geïnspireerd door Taylor, hij herinnert zich ook een goede levensles. „Ik zag een hele mooie afstudeerspeech van haar in New York. Ze zei allemaal goede dingen over opgroeien. Dat het eng en tegelijkertijd exciting is.”
Een laatste vraag bij het dranghek. Naar welk liedje kijken ze het meest uit vanavond? Maud en haar vriendin Meike hoeven niet lang na te denken, ze wijzen tegelijkertijd naar hun zilveren pailettenrokjes: Mirrorball, metafoor voor Taylor Swifts leven in de schijnwerpers, een discobal waarin iedereen zichzelf een beetje weerspiegeld ziet.
04-07-2024 AMSTERDAM, Nederland. Fans van Taylor Swift, swifties, staan al vroeg in de rij bij de Johan Cruijff Arena in Amsterdam Zuidoost. Foto: Simon Lenskens Simon Lenskens
Favoriete nummer? „Cardigan. Het is iedere keer alsof ik het voor de eerste keer luister.”
Beste levensles van Taylor Swift? „Dat je jezelf mag zijn.”