Wat twee Afrikaanse spoorlijnen kunnen vertellen over de kansen van Draghi’s grondstoffenstrategie

Het meeste wat Mario Draghi over grondstoffen zei in zijn recente rapport over de Europese concurrentiekracht is niet nieuw, maar toch werd er in Europese hoofdsteden in alle ernst naar geluisterd. Wat vooral aankwam, bij de presentatie vorige week, was de urgentie die hij zijn boodschap meegaf.

De Europese Unie raakt achterop in de wereldwijde race om kritieke grondstoffen zoals lithium, koper en zeldzame aardmetalen, schrijft de vroegere president van de Europese Centrale Bank. En in tegenstelling tot China, de VS en Japan heeft Europa geen doortastend, gecoördineerd beleid voor betere aanvoerketens. De EU moet snel haar „grondstoffendiplomatie” versterken om vooral de Europese auto- en defensie-industrieën te helpen.

Die grondstoffendiplomatie bestond al wel, maar is inderdaad nog lang niet volgroeid. Wereldwijd halen Europese diplomaten de banden aan met de regeringen van landen die over grote grondstoffenreserves beschikken, van Oezbekistan tot Chili. Een concrete stap zette de EU vorig jaar, toen zij samen met de Verenigde Staten een groots project aankondigde voor de mijnbouwgebieden in de Democratische Republiek Congo en Zambia. Brussel en Washington zijn echter niet de enigen die daar aankloppen. Ook China komt met voorstellen om de kobalt- en koperdelvers te verleiden. Er zijn dus cadeaus uit het Westen en het Oosten. De belangrijkste: spoorlijnen.

De westerse blokken trekken miljarden uit voor herstel en uitbreiding van de Lobito Corridor, een spoorverbinding uit de koloniale tijd die loopt van de Angolese havenstad Lobito aan de Atlantische Oceaan tot de mijnbouwgebieden in Congo, in het hart van het Afrikaanse continent. Via een nieuwe spoorlijn moeten ook de koperwingebieden in Zambia aan de corridor worden verbonden.

Nieuwe bodemvondsten

Het expliciete doel is om Angola, Congo en Zambia ruimere mogelijkheden te bieden voor de export van metalen en landbouwproducten. Ook dient de corridor voor „het toekomstige transport van nieuwe bodemvondsten”. Het impliciete doel: exporteer die metalen alsjeblieft via de Atlantische Oceaan naar westerse bedrijven. En denk aan ons voor het ontginnen van die bodemvondsten.

Voor Europa en de VS hangt er veel van ‘Lobito’ af. Het is een belangrijke zet in het Partnership for Global Infrastructure and Investment, een twee jaar geleden gelanceerd plan van de rijke industrielanden in de G7 (waar de EU ook bij hoort, zij het niet als lid). Samen reserveren ze maar liefst 600 miljard dollar voor infrastructuurprojecten in lage- en midden-inkomenslanden. Het is een antwoord – zij het nogal laat – op de Chinese Nieuwe Zijderoute, het gigantische infrastructuurprogramma waarmee president Xi Jinping sinds 2013 landen in vooral Afrika en Azië voor zich wint. Als Lobito slaagt, kan de aanpak worden gekopieerd bij strategische corridors wereldwijd, hoopt het Witte Huis.

Dit project betekent allerminst dat de drie Afrikaanse landen nu exclusief met het Westen samenwerken. Begin september, tijdens het driejaarlijkse China-Afrika-forum in Beijing, sloot de president van Zambia ook een ander akkoord: China zal voor een miljard dollar de vervallen Tazara-spoorlijn herstellen. Die lijn, door China aangelegd in de jaren zeventig, loopt van de koperstreek in Zambia oostwaarts naar de Tanzaniaanse stad Dar es Salaam aan de Indische Oceaan. De spoorlijn moet een voorbeeld worden van de „hoogkwalitatieve” samenwerking tussen China en Afrika, aldus Xi.

Waar kijken we nu naar? Een Grote Afrikaanse Spoorwegstrijd die louter draait om de grondstoffenrivaliteit tussen grootmachten en die Afrikanen berooid zal achterlaten? Of een sterk staaltje soft power van vooral de westerse blokken? Zij kondigden naast de spoorlijn ook een waslijst aan projecten aan die veel weg hebben van ouderwetse ontwikkelingssamenwerking, zoals opleidingen voor de lokale bevolking en hulp bij verbetering van de landbouw. Daarmee moeten Afrikanen beter kunnen profiteren van de Lobito Corridor. China’s investering draait in de eerste plaats om de spoorlijn zelf.

Is dit de Grote Afrikaanse Spoorwegstrijd tussen grootmachten, of een sterk staaltje soft power van vooral de westelijke blokken?

Chris Ogunmodede, een Nigeriaanse analist op het gebied van geopolitiek in Afrika, verwacht weinig van de westerse hulp. „Ik geloof niet dat de Europese investeringen in lokale ontwikkeling substantieel zullen zijn”, zegt hij per e-mail. „De EU staat bekend om mooie intentieverklaringen, maar haar staat van dienst wat betreft het waarmaken van dit soort doelstellingen is slecht.”

Ook als die projecten wél van de grond komen, is het echte voordeel nog altijd voor de mijnbouwbedrijven, stelt hij, en voor de raffineerders, handelaren, batterijbouwers en fabrikanten van elektrische auto’s. „Zoals het nu is bedacht zal de Lobito Corridor de drie betrokken landen tekortdoen, omdat ze waarschijnlijk niet de enorme financiële voordelen zullen oogsten die ze zouden moeten krijgen, terwijl ze wel opgezadeld worden met de ecologische en bestuurlijke problemen die gepaard gaan met extractivisme.” Met ‘extractivisme’ bedoelt hij uitbuiting van mensen en de natuurlijke omgeving.

Sommige grondstoffenlanden nemen maatregelen om een groter deel van de waardeketen in eigen land te houden. Zo heeft Zimbabwe verboden dat er ongeraffineerde lithium het land verlaat. De veelal Chinese lithiumdelvers moeten nu plannen voorleggen over nieuw te bouwen raffinaderijen in Zimbabwe. Congo en Zambia willen ook grondstoffen in eigen land gaan bewerken. Maar om dat te doen, hebben ze eerst gespecialiseerd personeel nodig en heel veel elektriciteit.

Achterstand

Dan de vraag in hoeverre de Lobito Corridor Europa kan helpen in de competitie om kritieke metalen. Feit is dat China al tientallen jaren geleden actief mijnbouwconcessies is gaan kopen in Congo en Zambia. Zo’n 80 procent van de wereldwijde kobaltvoorraden bevindt zich in Congo, en 80 procent dáárvan is in handen van Chinese bedrijven, die de ruwe grondstof in China laten bewerken. Chinese investeringen in Zambiaanse kopermijnen zijn sterk gestegen na de financiële crisis van 2008, toen mijnbouwers uit andere landen hun concessies van de hand deden. Dus om het in termen van strijd te vatten: Europa heeft nogal een achterstand en het valt te bezien of die nog is in te lopen.

Daarnaast is het onduidelijk of deze projecten gaan uitpakken zoals ze bedoeld lijken te zijn. Het wordt bijvoorbeeld niet verboden voor Chinese bedrijven om de Lobito Corridor te gebruiken. Personeel dat door de EU is opgeleid kan ook bij een Chinees bedrijf in dienst gaan. Het is dus onvermijdelijk dat de grootmachten met hun projecten ook elkáár helpen. Slimme Afrikaanse overheden en bedrijven doen er hun voordeel mee.