Wat Noel en Liam Gallagher nog kunnen leren van andere broeder- en zustervetes

‘I’d rather eat my own shit than be in a band with him again.” Het was volgens gitarist Noel Gallagher volkomen ondenkbaar dat hij ooit nog samen met zijn zingende broer Liam zou optreden. Een reünie van Oasis zou er dan ook nooit-maar-dan-ook-nooit komen. „Zelfs niet als alle uitgehongerde kinderen ter wereld ervan afhankelijk zouden zijn.”

Het wereldvoedselprobleem is nog lang niet opgelost, maar die ondenkbare reünie kwam er natuurlijk toch. Volgende week begint Oasis in het Verenigd Koninkrijk aan een 41 shows tellende stadiontournee die tot november langs zo’n beetje alle continenten trekt (maar Nederland overslaat).

Na zestien jaar wachten smachten de fans om de monsterhits (‘Wonderwall’, ‘Live Forever’, ‘Don’t Look Back in Anger’) weer te horen, en verheugen de haters zich stilletjes op het andere handelsmerk van de Britpopgiganten: hun oneindige strubbelingen, scheldkanonnades en knokpartijen.

De Gallaghers zijn niet alleen. Vetes tussen bloedverwanten lijken oververtegenwoordigd in de popmuziek. Zit er een patroon in alle broeder- en zustertwisten? En zijn daaruit lessen de trekken waarmee Oasis hun tour tot een succesvol einde kan brengen?


Lees ook

Oasis zou zelfs niet terugkeren als ‘alle stervende kinderen ervan afhankelijk waren’. Toch begint de kaartverkoop zaterdag

Oasis in 2006 in Hongkong, drie jaar voordat de band stopte.

Les 1. Het gebeurt in de beste families

Eerst het troostende nieuws: het hoort erbij. Ruzie maken is niet per se erg, en het maakt deel uit van een lange traditie. Waar je in ieder ander familiebedrijf elkaar makkelijk kunt ontlopen en tactisch de taken kunt verdelen, beland je als bandlid toch altijd weer samen in dezelfde studio, tourbus of kleedkamer, waar je eindeloos moet rondhangen. Gooi naast een flinke portie verveling ook nog wat alcohol en drugs in die snelkookpan en voordat je het weet, ontploft de boel.

En laat je niet misleiden door decibellen, want het gebeurt zeker niet alleen bij ruige rockers als The Stooges, Creedence Clearwater Revival of AC/DC. Hoe zoetsappig de close harmony van The Everly Brothers, The Beach Boys of The Jacksons misschien ook klonk, ook binnen in die broers kolkten woede en wedijver.

Chris (links) en Rich Robinson van The Black Crowes. Foto Thomas Cooper / Getty Images

Les 2. Het kan altijd erger

We’re bad, but we’re not that bad”, zeiden de Gallaghers ooit tegen elkaar toen ze geschokt toekeken hoe zanger Chris Robinson van de Amerikaanse rockband The Black Crowes en zijn broer en gitarist Rich elkaar aftuigden. En dat was nog niet eens de keer dat Chris zijn broer te lijf ging met een kapotgeslagen fles, vanwege een ruzie over… een setlist. „We wilden elkaar echt zo veel mogelijk pijn doen”, verklaarde Chris lachend toen de broers voor de zoveelste keer de strijdbijl hadden begraven. „Het was op alle mogelijke manieren ongezond”, gaf Rich toe.

Les 3. Sla elkaar nooit in het gezicht

In hun eindeloze bokspartijen respecteerden de Robinsons wel altijd die ene gouden regel uit de rock-’n-roll: gij zult elkaar nooit in het gezicht slaan. Blauwe ogen en gebroken neuzen passen nu eenmaal niet op de bühne. Ook de vingers van muzikanten zijn offlimits. Het publiek mag namelijk niet het slachtoffer worden.

David Lee Roth, larger-than-life-zanger van hardrockband Van Halen verklapte ooit hoe drummer Alex zijn broer en virtuoze gitaargod Eddie van Halen te grazen nam na een ruzie over – wederom – de setlist. Met één vuist gaf hij zijn broer een gigantische afranseling. „Maar met zijn andere arm beschermde hij tegelijkertijd voorzichtig Eddies hoofd zodat die niet tegen het beton zou beuken, want we moesten nog spelen.”

„Alex is de rock. Ik ben de roll”, zo quote de drummer zijn in 2020 overledene broer in zijn recent verschenen memoires Broers. „We vechten, we maken ruzie – zelfs in de dingen waar we elkaar wél in vinden.” Maar aan de vechtpartij wijdt hij geen woord, al geeft hij wel toe woest te zijn geweest toen zijn broer de gitaarsolo van Michael Jacksons wereldhit ‘Beat it’ inspeelde – helemaal toen het album Thriller op één belandde, net voor Van Halens eigen plaat 1984.

„Ik haat hem niet meer dan iemand anders”, zei Ray Davies van The Kinks over zijn broer Dave. „Maar zeker ook niet minder.” Ook in hun talrijke matpartijen respecteerden ze de code om elkaars gezicht te sparen. Het ging pas fout toen drummer Mick Avory zich ermee ging bemoeien en met een bekkenstandaard begon te zwaaien. Resultaat: zestien hechtingen in de kaak van Dave. De voortdurende broer- en bandguerrilla zou resulteren in een vierjarig tourverbod in de Verenigde Staten.

Ann en Nancy Wilson van Heart. Foto Richard Creamer / Getty Images

Les 4. Ontloop elkaar (en bespaar niet op extra vervoer)

Blijven meppen werkt averechts. „Je zoekt op den duur gewoon een reden om te vechten”, bekende zanger-gitarist Caleb Followill van de Amerikaanse rockband Kings of Leon (met daarin zijn broers Jared en Nathan én neef Matthew). „Dat kan the stupidest shit zijn, zelfs een barkruk.” Pas toen het viertal in 2021 het achtste album had voltooid, gaven ze toe: dit is de eerste plaat waarbij we niet met elkaar op de vuist zijn gegaan.

Om het geweld te beperken had de band al een draconische maatregel ingesteld: ze reisden jarenlang apart. Pas anderhalf uur voor het optreden kwamen ze samen, meteen na afloop ging ieder weer zijn eigen weg.

De zingende zussen Ann en Nancy Wilson hadden na vijftig jaar en drie reünies van hun hardrockband Heart zo’n genoeg van elkaar dat ze – eenmaal aangekomen met eigen tourbussen – óók nog de backstage opdeelden in zogeheten ‘sanctuary zones’. Daar mochten alleen hun eigen partners, managers en stylisten komen.

Maurice, Robin en Barry Gibb van The Bee Gees. Foto Jeff Hochberg / Getty Images

Les 5. Wacht niet tot er één doodgaat

Zoals bij iedere ruzie geldt: hoe grimmig de strijd ook is, uiteindelijk weet iedereen diep van binnen dat het nergens over gaat. Alleen: vaak komt verzoening te laat. Zie ook: het Britse discotrio Bee Gees. Hoe spekglad Barry Gibbs en zijn jongere tweelingbroers Robin en Maurice hun driestemmige falsetstemmen ook lieten galmen, achter de schermen schreeuwden ze vooral tegen elkaar wie de beste was. Maurice, het eerste slachtoffer van deze verplaswedstrijd, degradeerde tot zijn grote verdriet tot de boodschappenjongen van de andere broers. „Ik zei: ‘Nee Robin, jij moet Barry bellen!’ En: ‘Nee Barry, bel jij Robin maar!’ Ze zeiden allebei: ‘Oh nee!’ En dat ging achttien maanden zo door.”

Drie reünies en twee sterfgevallen later, stond Barry in 2012 met een roos in zijn handen aan het graf van de aan kanker gestorven Robin. Maurice was negen jaar eerder overleden na een hartstilstand. „God weet hoeveel ruzie we hebben gemaakt”, treurde de oudste broer. „Zelfs tot het einde toe hadden we conflicten met elkaar, wat nu niets meer betekent. Het betekent gewoon niets meer. If there’s conflict in your lives – get rid of it.”