Wat is de populairste Nederlandse film in het buitenland? Nee, niet Turks Fruit of Soldaat van Oranje, maar George Sluizers psychothriller Spoorloos uit 1988, op filmsite Rotten Tomatoes goed voor 96 procent ‘fresh’, ofwel: positief gerecenseerd.
Een gerestaureerde versie van Spoorloos, het grootste succes van filmmaker George Sluizer (1932-2014), is deze week terug in de bioscoop. Wat maakt hem zo goed? Het draait om een schokkende verdwijning. Saskia en Rex gaan op kampeervakantie in Frankrijk, fietsen op het dak. Er zijn omineuze voortekenen: nadat ze met een lege tank in een donkere tunnel zijn gestrand, vertelt Saskia over een droom waarin ze in een gouden ei door de ruimte zweeft, voor altijd alleen. Waarna ze op een druk tankstation bij Nîmes in het niets verdwijnt als ze blikjes fris haalt. Het wordt een duurzame obsessie voor Rex, die drie jaar na dato nog altijd stencils ophangt: wie heeft deze vrouw gezien? Op de Franse tv zegt hij dat hij de wraak voorbij is, dat hij er alles voor geeft om erachter te komen hoe het met haar afliep. Dan neemt een man contact op die beweert dat te weten.
Mogen we Sluizer geloven – soms viel er wel wat op zijn woorden af te dingen – dan was Spoorloos een triomf van doorzettingsvermogen. De film is gebaseerd op de novelle Het Gouden Ei van Tim Krabbé uit 1984, Sluizer sloeg naar eigen zeggen met een veel te krap budget aan het filmen; ’s Avonds schuimde hij nachtclubs in Nîmes af om maffiatypes geld af te troggelen voor het ontbijt van cast en crew, beweerde hij.
Eenmaal af, zagen sales agents op het filmfestival van Cannes weinig in Spoorloos. Hij ging in première op het Nederlands Film Festival in 1988, won het Gouden Kalf voor beste film, maar werd als Nederlandse inzending voor de Oscars afgewezen omdat er te veel Frans in werd gepraat. Via een omweg – de filmfestivals van Montreal en Sydney, waar Spoorloos de publieksprijs won – belandde Spoorloos als ‘geheimtip’ alsnog op de radar van de Angelsaksische filmpers en vond een Amerikaanse distributeur. De filmpers schreef hem daarna de hemel in: een „aangrijpende”, „enerverende” thriller die waarlijk „hitchcockiaans” was.
Sluizer mocht zelfs een Hollywoodversie maken met Kiefer Sutherland en Sandra Bullock als geliefden en Jeff Bridges als schurk, maar The Vanishing werd in 1992 neergesabeld omdat Sluizer zijn elegante flashbackstructuur schrapte en koos voor een happy end. Volgens Sluizer een oekaze van Rupert Murdoch, eigenaar van 20th Century Fox, maar zijn eigen dédain voor de Amerikaanse filmkijker leek toch ook een rol te spelen; Hollywood noemde hij „een onvolwassen gemeenschap van halve debielen”.
Werkt Spoorloos 36 jaar later nog steeds? En of: de suspense blijft constant door de slimme montage van flashbacks en tijdsprongen. Eerst rijden we met het plagende en kibbelende echtpaar over Franse binnenwegen, na Saskia’s zenuwslopende verdwijning zijn we plots terug in de tijd, bij het monster Raymond Lemorne die kalmpjes de ontvoering voorbereidt met stopwatch, notitieblokje en zakdoek met chloroform. Dit wordt geen whodunit, besef je dan: de suspense zit ’m in het psychologisch duel tussen dader en nabestaande. En dan zijn we opeens drie jaar later, als Raymond zich bij Rex meldt om alles uit te leggen. En ons dus ook, via flashbacks. We moeten ons alleen aan hem overgeven.
Sluizers gebruik van symbolen – zelf sprak hij liever van ‘tekens’ – is niet altijd subtiel: stuiterende pingpongballen verbeelden Rex’ groeiende paniek bij Saskia’s verdwijning, Raymons ware aard wordt helder als zijn dochter een lade vol spinnetjes open trekt. Maar de accumulatie van voortekens – de donkere tunnel, de droom van het gouden ei, twee samen begraven muntjes – werkt de gewenste omineuze anticipatie in de hand. En Sluizers keuze voor een opgewonden verslag van een bergettape in de Tour de France van 1984 als achtergrondruis wanneer Saskia zoek raakt – Fignon verslaat Hinault – onderstreept Rex’ radeloosheid knap. De wereld maalt niet om zijn paniek.
Het acteren in Spoorloos is wisselend. Johanna ter Steege sprankelt nog steeds onbevangen als Saskia: een prachtig debuut. Gene Bervoets is wat stijfjes als Rex, maar Sluizer zadelde hem ook op met een aantal malle scènes. De toen nog onbekende Franse acteur Bertrand-Pierre Donnadieu imponeert als dader Raymond Lemorne, een scheikundeleraar die met zijn kinbaardje zo’n onhandige goedzak is die Wim de Bie indertijd graag speelde. Doet geen vlieg kwaad, toch? Maar intern broeit en borrelt het; Raymond is een sociopaat, een lege huls. Als zijn dochter hem een held noemt nadat hij een meisje uit het water heeft gered, daagt hij zichzelf uit de slechtst denkbare daad te verrichten om te kijken of hij ook een monster kan zijn.
Orpheus
Over de twee mannen en hun motieven blijf je peinzen. Is Rex een Orpheus die de dood van zijn geliefde weigert te accepteren en haar wil volgen naar de onderwereld? Willem Jan Otten, die in 1991 in NRC op Spoorloos terugkeek, zag de prijs die een levende betaalt voor zijn verlangen om erachter te komen wat de dood is als een hoofdmotief van de film. Dat ontdekt iedereen ooit – of niet – maar Otten schreef dat hij zich bekocht voelde omdat Sluizer ons in wezen getuige maakt van zelfmoord.
Filmcriticus Roger Ebert stelde dat Spoorloos gaat over kennis en zelfkennis: de Franse filmtitel luidde L’homme que voulait savoir. Maar Rex’ obsessie met Saskia’s einde bevat inderdaad een element van doodsdrift, een weigering om het leven weer op te pakken. En moordenaar Raymonds verlangen naar zelfkennis – hoe monsterlijk kan ik zijn? – is een rationalisering van een machtstrip.
De drijfveren van de moordenaar boeien uiteraard het meest; Raymond herinnert aan student Raskalnikov uit Dostojevski’s Misdaad en Straf die met een gruweldaad wil bewijzen dat hij boven de conventionele moraliteit is verheven. Waar Raskalnikov na zijn dubbele moord door wroeging leert dat hij een gewoon mens is, bewijst Raymond zichzelf dat hij een nietzscheaans supermens is: een held, een monster, een psychopaat. Misschien is dat wel hetzelfde.
In het eindshot van Spoorloos mijmert Raymond kalmpjes op het gazon van zijn buitenhuisje terwijl zijn echtgenote de struikjes op de graven van zijn slachtoffer water geeft. Een seriemoordenaar aan het begin van zijn loopbaan, want de kick van dit machtspel smaakt ongetwijfeld naar meer. Als één film een vervolg had verdragen, dan was het Spoorloos.
Spoorloos. Regie: George Sluizer. Met: Gene Bervoets, Johanna Ter Steege. Lengte: 107 min. Deze week in de bioscoop.