In 2016 verscheen er in Central Park in New York een zuil van grijs graniet met daarop woorden als brood, pasta, mosterd, tampons en planksteunen. Dit kunstwerk van David Shrigley heet Memorial en de tekst is meteen herkenbaar als een boodschappenlijstje, ongeveer het laatste wat je in graniet gebeiteld zou verwachten. Het boodschappenlijstje is niet iets om te bewaren, het wordt gekrabbeld op de achterkant van een envelop en na gedane zaken in een winkelwagen achtergelaten, al bestaan er nu ook verzamelaars van deze wegwerpschrijfsels, die ze tentoonstellen in musea of publiceren in boeken (zie bijvoorbeeld Milk Eggs Vodka van Bill Keaggy). Toon mij uw boodschappenlijstje en ik zeg u wie u bent.
In theorie kunnen boodschappenlijstjes bestaan sinds het schrift bestaat. Maar veel zijn er niet gevonden. Op een boodschappenlijstje maak je het meeste kans op plekken waar veel brieven en andere teksten van wat ‘gewone mensen’ heten zijn gevonden – bijvoorbeeld op een van de houten schrijftafeltjes die sinds 1973 zijn ontdekt in Vindolanda, een Romeins fort in het noorden van Engeland. Die tafeltjes gaan over allerlei alledaagse dingen, bijvoorbeeld een uitnodiging voor een verjaardag. In Novgorod in Rusland worden sinds 1951 in berkenbast gekraste brieven uit de Middeleeuwen gevonden met hetzelfde soort alledaagse teksten, van huwelijksaanzoeken tot ‘doe de groeten’.
En inderdaad, in Vindolanda en Novgorod zijn ook boodschappenlijstjes gevonden. In Vindolanda gaat het om bonen, kippen, appels, eieren, honingwijn, vissaus en olijven. In Novgorod om een overhemd, een handdoek, een broek en stof. Dan is er ook nog een in het Grieks geschreven brief op papyrus uit Egypte, bewaard in het Metropolitan Museum. Heraclides vraagt zijn broer in de derde eeuw van deze jaartelling om kip, brood, lupine, kikkererwten, bruine bonen en fenegriek. De British Library heeft dan weer een boodschappenlijstje uit middeleeuws Tibet, waarop onder meer jassen van zijde en wol, broeken, onderkleding, schoenen, dekens, een buidel van kamelenleer, een zilveren beker en wierook staan. Op bijna elk gevonden lijstje staat wel iets dat ook in Central Park verscheen. De continuïteit van de geschiedenis.
Lees ook
Wie speelt er nog schelp?
Venkelsoep
Het mooiste boodschappenlijstje komt uit Italië en wordt bewaard in Casa Buonarroti in Florence. Er staat op: brood, haring, tortegli, worst, spinazie, ansjovis, venkelsoep en verschillende soorten wijn. Het zijn de wensen van Michelangelo, die ze opschreef voor een knecht en van de meeste dingen ook een schattig tekeningetje maakte, vermoedelijk omdat deze knecht niet kon lezen.
De kunstenaar schreef het lijstje op de achterkant van een brief. De datum is daarom ook bekend, maart 1518. Daarom staat er wellicht al die vis en groente op, want het was toen vastentijd. Dan zou er trouwens waarschijnlijk salata staan, salade, en niet salame, worst, want met vasten aten katholieken geen of minder vlees. En kon je venkelsoep of -stoof kant en klaar kopen of moest de knecht de ingrediënten voor dit gerecht meenemen? Ja, zelfs bij zo’n eenvoudig lijstje zijn er nog vragen, vragen… De lijst is in ieder geval in drieën gedeeld: de knecht moest spullen halen voor drie verschillende maaltijden.
Michelangelo had in 1518 al de David gebeeldhouwd en de Sixtijnse kapel geschilderd en talloze andere meesterwerken op zijn naam staan. Toch ontroeren die meesterwerken me niet zo als dit boodschappenlijstje. Hier scheiden misschien de wegen van de kunsthistoricus en de historicus. De kunsthistoricus is deel van het publiek dat kijkt naar wat de kunstenaar wíl laten zien. De historicus behoort tot de voyeurs, die kijken naar wat niet voor hun ogen bedoeld is. Het verleden betrapt.
Wie de komende maanden naar Parijs wil, kan in Den Haag terecht. Op de tentoonstelling Nieuw Parijs in het Kunstmuseum waan je je in de Franse hoofdstad, en dat niet alleen: behalve op een andere plek raak je ook in een ander jaar verzeild. In 1867, om precies te zijn. Nieuw Parijs is een tijdelijke tentoonstelling die voorbeeldig is vastgeknoopt aan de permanente collectie. Een van de topstukken in het museum is namelijk Claude Monets Quai du Louvre uit 1867, een uitzicht op de Seine in de herfstzon, met voetgangers en koetsen op de kade en aan de overkant van de rivier het zuidoosten van Parijs met de koepel van het Panthéon. Monet schilderde het stadsgezicht vanaf een balustrade van het Louvre nadat de directeur van het museum, Alfred Émilien de Nieuwerkerke, hem toestemming had verleend om daar zijn ezel uit te klappen.
Datzelfde jaar maakte Monet nog twee andere schilderijen vanaf de omgang rond het Louvre: een bewolkter uitzicht op ongeveer dezelfde plek, maar nu in staand formaat zodat de voorgrond is uitgebreid met een flinke lap grasveld, en een uitzicht op de Église Saint-Germain-l’Auxerrois, de kerk net om de hoek aan de oostkant van het museum. Het staande uitzicht bevindt zich tegenwoordig in het Allen Memorial Art Museum in Oberlin, Ohio; het gezicht op de kerkfaçade en een pleintje met bloeiende kastanjes is in bezit van de Nationalgalerie in Berlijn. Het Kunstmuseum heeft de beide stadsgezichten nu in bruikleen. De wand met de drie Monets is het stralende middelpunt van de tentoonstelling.
In een vitrine vóór die wand ligt zowel de brief waarin de schilder vraagt om toestemming als het document waarmee Nieuwerkerke die toestemming verleent. Links van de stadsgezichten hangt een leuk portret van Monet in 1867, zevenentwintig jaar oud, met dik zwart haar en alerte donkere ogen, gemaakt door zijn collega Carolus-Duran. De opstelling met portret en brieven kenmerkt de tentoonstelling, want in Nieuw Parijs worden de drie herenigde Monets in een brede context geplaatst door middel van schilderijen, tekeningen, drukwerk, foto’s en documenten.
Claude Monet, Quay du Louvre, 1867. Foto Kunstmuseum Den Haag
Le Pont de l’Europe
Parijs was in 1867 een stad in verandering. Onder leiding van de stedenbouwkundige Georges-Eugène Haussmann werd het centrum ingrijpend heringericht. Wijken die in de loop van eeuwen ontstaan waren, werden gesloopt om plaats te maken voor moderne straten en pleinen met duidelijke grote lijnen. Voor Parijs zoals wij het kennen is Haussmann gezichtsbepalend geweest. Zijn plan had ook sociale gevolgen: nieuw Parijs was voor de hogere middenklasse. De lagere klassen konden geen woning in de opgeknapte straten betalen en moesten verkassen naar de buitenwijken. Hun onvrede zou in het voorjaar van 1871, aangejaagd door de capitulatie van Frankrijk in de Frans-Pruisische Oorlog, tot een korte maar hevige burgeroorlog leiden – de stichting en val van de Commune.
Al deze zaken komen aan de orde in de tentoonstelling, die ook de decennia voor en na 1867 belicht. Het precieze verhaal is te lezen in een met zorg gemaakte, goed geschreven catalogus, maar in de museumzalen wordt dat verhaal verteld aan de hand van objecten. Zo hangt er een zonnige foto van een ongeschonden rue des Francs-Bourgeois-Saint-Marcel naast een schilderij dat Monets leermeester Johan Barthold Jongkind een jaar of drie later maakte van dezelfde straat tijdens de sloopwerkzaamheden. En waar Monet in een uitzicht op de Tuilerieën uit 1876 het uitgebrande deel van het Tuilerieënpaleis buiten beeld hield, daar hangt links van het schilderij nu een foto van het geruïneerde paleis, uit de fotoserie Paris après la Commune. In bijna alle zalen wordt het beeld dat kunstenaars van de stad schetsen verduidelijkt of gerelativeerd door contemporaine foto’s.
Niet dat de schilders alles per se rooskleurig voorstelden. In zijn drie vroege stadsgezichten vanuit het Louvre liet Monet weliswaar nog veel intacte oudbouw zien, maar hij was toch ook een schilder van het moderne leven, die reclameborden en -zuilen en zelfs een urinoir meenam in zijn composities. In Le Pont de l’Europe (1877), enkele zalen verderop, dansen de stoomwolken van locomotieven als witte wieven om de gietijzeren brug bij station Saint-Lazare.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Auguste Renoir, Le Pont-neuf, 1872. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Auguste Renoir, Le Pont-neuf, 1872. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19152837/data128216597-d90c2a.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Tua_n1TEo_F5iU15svkac2FTbEc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19152837/data128216597-d90c2a.jpg 1920w”>Auguste Renoir, Le Pont-neuf, 1872.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Gustave Caillebotte Rue Halévy, uitzicht vanaf de zesde verdieping, 1878. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Gustave Caillebotte Rue Halévy, uitzicht vanaf de zesde verdieping, 1878. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19152836/data128215694-1564a9.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-13.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-11.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-12.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-13.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/u-zult-zien-dat-iedereen-over-ons-zal-praten-hoe-het-franse-impressionisme-eerder-had-kunnen-doorbreken-14.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/XO4xDmJe7xlu031O3DkKWt8nrCQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19152836/data128215694-1564a9.jpg 1920w”>Gustave Caillebotte Rue Halévy, uitzicht vanaf de zesde verdieping, 1878.
National Gallery of Art, Washington DC, Museum Barberini, Potsdam
Het Kunstmuseum heeft ook bezienswaardige werken van onder anderen Gustave Caillebotte, Édouard Manet, Edgar Degas en Berthe Morisot in bruikleen gekregen, maar Monet steelt deze show – zoals hij dat meestal doet wanneer er een mooie keuze uit zijn werk in een tentoonstelling wordt opgenomen. Vergelijk zijn stadsgezichten met Auguste Renoirs uitzicht op de Pont Neuf uit 1872 (in ons land bekend als omslagbeeld van Roger Martin du Gards De Thibaults) en je ziet meteen: bij Monet zijn de kleuren helderder, de verfstreken opener, de figuren raker genoteerd. Renoir verzacht alle vormen tot bolletjes wol. Pluizige groepjes mensen wandelen bij hem over een pluizige stenen brug naar pluizige gebouwen aan de overkant. In La Grenouillère (1869), te leen uit het Metropolitan Museum in New York, verandert Monet verf in water. Water in de schaduw van bomen nota bene, dat toch het warme licht van buiten die koele schaduw weerkaatst. Daarbij vergeleken oogt de Seine in een schilderij van Jongkind als een vloer van ijs.
Monet kon dingen schilderen die soms in poëzie worden geprobeerd omdat het in proza niet lukt. Hij kon een briesje suggereren, de dikte van de lucht, een temperatuur en zelfs een geur. Hij kreeg zijn vinger achter de kleuren en het licht die bepalen wat je van een plek of moment bijblijft. „De sterkste van allemaal” wordt Monet in april 1867 door de schilder Frédéric Bazille genoemd in een brief aan diens moeder, te lezen in een vitrine in het Kunstmuseum. Omdat hun werk en dat van verwante Parijse schilders in dat jaar noch op de Wereldtentoonstelling, noch op de grote Salon werd getoond, vatte de vriendengroep het plan op om dan maar zelf een onafhankelijke tentoonstelling te houden. „Met deze mensen en Monet, de sterkste van allemaal, zullen we zeker slagen”, schreef Bazille. „U zult zien dat iedereen over ons zal praten.”
Claude Monet, La Rue Montorgueil, à Paris, 1878. Foto Musée d’Orsay / Patrice Schmidt
Het lukte de groep niet het benodigde geld bijeen te brengen en Bazille’s initiatief werd afgeblazen. Zeven jaar later, nadat Bazille in de Frans-Pruisische Oorlog was gesneuveld en Parijs het toneel was geweest van een belegering en een bloedige opstand, organiseerden de Impressionisten alsnog hun eerste groepstentoonstelling. Daarom werd vorig jaar in tal van musea het 150-jarig bestaan van het Franse Impressionisme gevierd.
Uit de tentoonstelling in Den Haag blijkt dat het ook anders had kunnen lopen. In de catalogus stelt conservator Frouke van Dijke overtuigend: „Als de tentoonstelling wel had plaatsgevonden, dan had het Impressionisme zich niet in 1874, maar in 1867 de kunstgeschiedenisboeken in geschreven.”
Dwars door de despotische domheid die ons omringt, haal ik uit het zien van een prachtfilm, een verrassende tentoonstelling, of het luisteren naar een concert, hoop en troost. Ik ben een liefhebber, een bewonderaar, geen kritische deskundige. Maar als je al tientallen jaren een trouwe bezoeker bent dan beklijven onvergetelijke hoogtepunten en verdampt passerend entertainment. Ik moet bekennen dat ik van het nog steeds rijke cultuuraanbod, de opera verwaarloosde. Een achterstand die ik probeer in te halen. Dus:
Maandag 10 februariIdomeneo
Idomeneo re di Creta. Ik had me nauwelijks voorbereid, in dit geval heel onverstandig, want ik kreeg de verhaallijn niet binnen. Maar het bijzondere van opera is, dat er desondanks veel overblijft. Ook nu weer!
Een overrompelend decor, prachtige muziek (Mozart), stemmen als nachtegalen, zowel van de solisten als ook van het koor. En veel dans.
Mijn verwarring had wellicht ook te maken met het stempel dat een fantasierijk regisseur op deze uitvoering had gedrukt. Maar ik krijg een herkansing, want een opera-deskundige vriendin gaf me als verjaarscadeau een gezamenlijk uitje naar de opera.
Cadeaus in de vorm van een uitvoering of voorstelling zijn een uitkomst. Zeker in mijn geval omdat ik na 47 jaar een te grote woonplek verruilde voor een huis op maat. Dat betekende een ontspulling die maanden duurde. Ik mis niets en voel me opgelucht. Maar een grappig of mooi ding komt er bij mij niet meer in. Leve dus de podiumkaart, de bioscoopbon, of het culturele uitje.
Dinsdag 11 februariEus
Ik werd naar Deventer gereden voor een opname van televisieprogramma Eus’ boekenclub (NTR) waar Het Archief, geschreven door Thomas Heerma van Voss, centraal stond. Een verre reis, maar het lezen van dat boek maakte dat ik mijn enthousiasme graag wilde ventileren. Het is heel mooi geschreven met humor en relativeringsvermogen van de schrijver die door de ogen van de zoon naar een vader kijkt die onbereikbaar blijft te midden van stapels kranten, boeken en documenten; bewijsstukken van de tijd waarin hij nog meedeed.
De zoon wordt zelf redacteur van een literair tijdschrift omdat z’n vader dat ook deed in het begin van z’n loopbaan. De volharding waarmee hij zich aan deze hopeloze onderneming wijdt, is hilarisch beschreven. Hij leest zich suf aan alles wat schrijvers of dichters toesturen. Maar dat helpt niet om het blad succesvol te krijgen. Het heeft 136 abonnees, een zielig aantal, maar dat maakt niets uit voor de missie. Het is bovendien een haakje dat dient om de relatie met de vader vorm te geven. Maar ook dat blijft bij een hulpeloos pogen. Het is innemend en komisch en het gaat maar door. Het lachen vergaat je in het Tweede Deel van het boek. De vader wordt ongeneselijk ziek maar weigert dat te accepteren. Tot aan het einde wordt die strijd gestreden. En zelfs dan gaat met de ontkenning, afwijzing gepaard. De sombere puinhoop waarin het lijden zich afspeelt, benadrukt het vastklampen aan wat er was.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Hedy d’Ancona tijdens een vraaggesprek met Ernest van der Kwast in het programma van Guiding Voices in de Arminiuskerk in Rotterdam.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Hedy d’Ancona tijdens een vraaggesprek met Ernest van der Kwast in het programma van Guiding Voices in de Arminiuskerk in Rotterdam.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19133520/data128215569-459b7b.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-6.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-4.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-5.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-6.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-7.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Umr_PgBdY_sZozyjd8KP6EI_cXI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19133520/data128215569-459b7b.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Hedy d’Ancona tijdens een vraaggesprek met Ernest van der Kwast in het programma van Guiding Voices in de Arminiuskerk in Rotterdam.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Hedy d’Ancona tijdens een vraaggesprek met Ernest van der Kwast in het programma van Guiding Voices in de Arminiuskerk in Rotterdam.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19133519/data128215497-3ecf77.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/02/de-cultuurweek-van-hedy-dancona-ik-overwin-de-weerzin-om-op-kille-winteravonden-naar-de-bioscoop-te-gaan-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/-abllcpfBPIWTBZt_owrzfIe1FY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/02/19133519/data128215497-3ecf77.jpg 1920w”>
Foto Andreas Terlaak
Woensdag 12 februariThe Brutalist
Ik las en lees altijd filmrecensies, ook als ik niet ging kijken. En ik ging tot twee jaar geleden maar heel af en toe, ook al was ik het van plan. Maar toen ik van mijn kinderen een Cinevillepas voor mijn verjaardag kreeg en die verlengde, word ik door een soort van gierigheid aangedreven en overwin ik de weerzin om op kille winteravonden naar de film te gaan. Daardoor heb ik inmiddels heel veel moois gezien. Zelfs een Nederlandse film die aan de toppers kon worden toegevoegd. Ik vond Babygirl zo’n topfilm en genoot van de discussie over het feministisch gehalte. Onzin dat het door je knieën gaan voor een jongere man, een stagiair in je eigen succesvolle bedrijf, in strijd is met de feministische levensvisie. Er bestaat gelukkig geen recept voor het feministisch orgasme en ik vind het interessant hoe Halina Reijn de seksuele fantasieën van vrouwen, waarover interessant onderzoek is gedaan door onder anderen Nancy Friday, heeft verbeeld.
Op 12 februari zag ik The Brutalist, een schitterend gefilmd epos over een architect, een joodse overlever van de concentratiekampen, die zijn vrouw tijdelijk in Europa achterlaat om zijn geluk te zoeken in de Verenigde Staten. Dat lukt een tijdlang in het geheel niet. Je volgt hem in de meest problematische omstandigheden tot hij ontdekt wordt door een rijke opdrachtgever, zijn vrouw kan laten overkomen, en aan de realisering van een visionaire cultuurtempel kan beginnen. Zijn werk is aanwezig op de eerste Biënnale in Venetië, een teken dat hij uiteindelijk toch erkenning voor zijn werk kreeg.
Donderdag 13 februariOp de Dam
Een vergaderdag. ’s Middags rond de tafel met Rebecca Gomperts, arts (jarenlang en nog steeds, strijdster voor de legalisering van abortus en bekend van de boot waar die zelfbeschikking plaatsvond voor vrouwen uit landen waar dat verboden is), Sheila Sitalsing, een door mij zeer bewonderd column-schrijver bij de Volkskrant, Devika Partiman, schrijfster en activiste voor het kiezen van vrouwen bij verkiezingen, Lale Gül (schrijfster) en ikzelf. Het was een groepsgesprek voor een podcast en een artikel over de invulling van Internationale Vrouwendag en de stand van zaken als het gaat over de situatie van gender in onze samenleving. Ik ga naar de demonstratie die op zaterdag 8 maart om één uur vanaf de Dam in Amsterdam van start gaat.
Foto Andreas Terlaak
Vrijdag 14 februariPianoles en interview
Mijn tweewekelijkse pianoles bij Lodewijk Odé. Door zijn niet-aflatend geduld en toewijding maak ik vorderingen als die van een slak, maar we spelen quatre-mains en dan lijkt het nog wat. ’s Avonds ging ik naar Rotterdam om door Ernst van der Kwast geïnterviewd te worden over mijn recente boek Het Persoonlijke is Politiek.
Het was een inspirerende avond omdat Ernst een goede interviewer was, de zaal aandachtig, en het is ook leuk om in mijn boek, dat na afloop werd verkocht, wat te schrijven, te vragen voor wie het is.
15 februariProkofjev
’s Avonds naar het Concertgebouw met een Prokofjev-programma. Nelson Goerner, adembenemend in het tweede pianoconcert.
16 februariAida
In bioscoop Tuschinski volg ik op zondagen een gefilmde serie opera’s vanuit de Metropolitain Opera in New York. Deze keer Aida van Verdi. Heel behoudend vormgegeven en daarom niet alleen heel mooi, maar voor mij heel begrijpelijk.
’s Avonds naar Moedig Voorwaarts in de Kleine Komedie waar Nydia van Voorthuizen en Marie-Lotte Hagen, feministische duo, een grappige en hoopvolle voorstelling gaven over deze angstaanjagende tijd.
Bij theatergroep Hotel Modern dansen gele en rode vlammen over het witte achterdoek in de repetitiezaal. In het vuur doemen de schaduwen op van houten palen, met daaraan vastgebonden: bungelende poppetjes in verwrongen houdingen.
Beeldend kunstenaar Herman Helle bekijkt vanaf een afstandje hoe de fotograaf het tafereel vastlegt, en grinnikt. „Als je zegt dat je met poppen werkt, denken mensen snel dat het voor kinderen is. Bij veel van onze voorstellingen is het prima om je kinderen mee te nemen hoor. Maar het is geen jeugdtheater. Iemand kwam een keer met haar zesjarige zoontje naar Kamp, onze voorstelling over vernietigingskamp Auschwitz. We hebben toen wel even voorzichtig gevraagd of ze wist waar ze haar kind mee naartoe nam.”
Sinds 1997 werkt Hotel Modern, waarvan de nieuwe voorstelling De val van Granada op 6 maart in Theater Rotterdam in première gaat, aan een oeuvre van beeldende theatervoorstellingen met een zeer herkenbaar, eigen signatuur. Vaak maakt de groep – die naast Helle bestaat uit actrices Pauline Kalker en Arlène Hoornweg – gebruik van maquettes, waarin ze poppetjes en objecten laten rondbewegen. Dit wordt met kleine camera’s door de performers zelf gefilmd en op een achterdoek geprojecteerd. Als publiek zie je zo, op het doek, live een animatiefilm ontstaan, en tegelijkertijd kun je op de speelvloer de making of ervan volgen.
„De eerste voorstelling die we met z’n drieën maakten was Heden Stad”, vertelt Kalker in het zonnige atelier van het gezelschap, in een pand aan de Rotterdamse Voorhaven. „In die voorstelling wekten we een miljoenenstad tot leven. Daar was onze stijl eigenlijk al heel herkenbaar”, zegt Helle. „Realistische details, gecombineerd met juist heel plompe, rare objecten.” Hoornweg: „Er kwam een prachtige optocht in voor, heel gedetailleerd uitgewerkt, allemaal mensjes. Maar we hadden ook een stokbrood dat een vliegtuig voorstelde. En een banaan, die zelfmoord pleegde door van een flatgebouw af te springen.”
Helle: „Maar iedereen gelóófde die stad. Je ging erin mee.” Kalker: „Als publiek ben je actief betrokken bij het ontstaan van de illusie. Dat maakt dat je erin meegaat. Niet alleen wij blazen leven in zo’n banaan. Als toeschouwer doe je dat voor een groot deel zelf. Met je verbeelding, je herinnering. Het vergt een actieve manier van kijken.” Helle: „Dat is iets magisch, dat je ziet hoe een pop of een object in het hier en nu tot leven komt.” „Dat mechanisme maakt poppentheater ook heel geschikt voor verhalen over de dood”, zegt Kalker. „Over rouw. Omdat je er als toeschouwer in zekere zin zelf leven in blaast, voelt ook het sterven van zo’n pop heel echt.”
Pauline Kalker en Arlène Hoornweg tijdens de repetitie van De val van Granada bij Hotel Modern Foto Hedayatullah Amid / NRC
Manipulatie
Ook in de muziektheatervoorstelling POPpulisme van Het Filiaal theatermakers, de Gouden Krekelwinnaar van 2023 die dit seizoen opnieuw in de theaters te zien is, spelen niet acteurs, maar poppen de hoofdrol. Anders dan Hotel Modern werkt artistiek directeur en regisseur Monique Corvers juist graag in de eerste plaats voor een jeugdig publiek. „Het is inspirerend om voor kinderen te werken, omdat ze zo goed kijken. Toon vijftig kinderen en vijftig volwassenen dezelfde voorstelling en laat ze na afloop een lijst opstellen met alles wat ze gezien en gehoord hebben. Je zult zien: de lijst van de kinderen is veel langer.”
„Ik wilde een voorstelling maken over manipulatie”, vertelt ze in het atelier van het gezelschap in Utrecht. „En ik dacht al langer na over een voorstelling met alleen maar poppen. Toen de woordspeling ‘pop-pulisme’ me door het hoofd schoot wist ik meteen dat het project over manipulatie poppentheater moest worden. Poppen worden per definitie gemanipuleerd door de acteur die ze bespeelt.”
Ook Corvers benadrukt de actieve rol van de toeschouwer bij het tot leven wekken van een pop: „Je investeert in het verhaal met je eigen verbeeldingskracht. Poppen kunnen je om die reden makkelijker inpalmen dan acteurs. Een poppenspeler kan met een klein lapje een hele zaal aan het snotteren krijgen.”
Met haar idee, poppentheater over manipulatie, benaderde Corvers schrijfster Eva Gouda. „Zij ging op zoek naar een simpel gegeven waarmee je de werking van manipulatie inzichtelijk kon maken. Ze bedacht, briljant vind ik, om het stuk te laten draaien om schaduw. Van schaduw weten ook kinderen dat het ‘gewoon bestaat’. Je hoeft je hand maar voor een lamp te houden en je ziet het.”
Gouda’s stuk speelt zich af in een koninkrijk dat bestaat uit een zonovergoten berg en een dal dat het grootste deel van de dag in de schaduw ligt. De dalbewoners (‘dallers’) hebben daar vrede mee. Totdat ene Barrie, een figuur met een blonde kuif, beweert dat de bergers de zon hebben gestolen. Met veel charme en overtuigingskracht zweept hij de dallers op om in opstand te komen.
„Barrie ontkent schaamteloos het bestaan van schaduw”, zegt Corvers. „Als een sterrenkundige hem tijdens een optreden in een talkshow wijst op wetenschappelijke bewijzen, doet hij die af als leugens. En zo werkt het. Zo wint een populist elke discussie. Omdat een gemiddelde mens graag wíl geloven dat er voor problemen een simpele oplossing bestaat, worden types als Barrie omarmd, hoe absurd hun uitspraken ook zijn.”
Ook kinderen zijn er gevoelig voor, zo blijkt. „Er zit een liedje in de voorstelling: ‘Niets is erger dan een berger’. Dat is een soort mix tussen een carnavalskraker en een nazi-lied. Soms gaan alle kinderen in de zaal bij dat lied meeklappen. Dat heeft iets griezeligs. Niet dat het erg is, hè. De wens om mee te willen doen is heel groot, heel wezenlijk. Daar gaat de voorstelling ook over.”
Ze wil geen politieke boodschap overbrengen, haast Corvers zich te zeggen: „Ik wil kinderen gereedschap aanreiken waarmee ze naar de wereld kunnen kijken. Zodat zo’n kind zich, als het bijvoorbeeld op tv ziet hoe iemand wetenschappelijke feiten afdoet als leugens, kan afvragen: ‘Is dat misschien ook een Barrie?’”
Inquisitie
Ook de drie performers van Hotel Modern hielden zich voor hun nieuwe voorstelling De val van Granada bezig met het fenomeen schaduw. De val van Granada gaat over de ondergang van het Moorse rijk in Europa. In 1492 maakte de Spaanse Inquisitie met geweld een einde aan een eeuwenlange periode waarin moslims, christenen en joden vreedzaam met elkaar hadden samengeleefd. Het was de glorietijd van de islam in Europa, die nadien rigoureus uit de geschiedenisboeken werd weggegumd. Het idee voor het project kwam van Abdelkader Benali, die het grootste deel van de tekst schreef (ook Helle, Kalker en Hoornweg leverden tekstbijdragen) en die in de voorstelling optreedt als verteller.
„Omdat Abdelkaders tekst al heel veel in detail vertelt, zou het te veel zijn geweest om in beeld ook nog eens alles uit te gaan spelen”, zegt Kalker. „Dus we moesten op zoek naar een andere vorm. Abstracter. Zo kwamen we op het idee van een schimmenspel. Geen camera’s, maar schaduwen. Inhoudelijk past die vorm ook heel mooi. Een schaduw is ‘dat waar geen licht op valt’, in feite maak je een afwezigheid zichtbaar. Dat is natuurlijk prachtig, als je een verhaal vertelt over een verdwenen wereld.”
Een terugkerend thema in al hun werk, vertelt Kalker, is dat ze in hun voorstellingen spelen met verschillende perspectieven. Letterlijk. „In de voorstellingen waarin we camera’s gebruiken, gebruiken we altijd meerdere camera’s, meerdere kijkrichtingen, verschillende soorten lenzen ook.” In De val van Granada bereikt de groep een vergelijkbaar effect door met verschillende lampen tegelijk te werken, waardoor objecten meer dan één schaduw krijgen. „Dat maakt het beeld diffuser”, zegt Helle, „Minder eenduidig. Interessanter.”
Dat een ander perspectief ook een andere lading kan geven aan de inhoud, ondervond Corvers bij het maken van POPpulisme. „Schrijver Eva Gouda dacht dat ze een komedie had geschreven”, vertelt Monique Corvers, „En dat is het ook, het is een vreselijk grappig stuk. Maar toen we er eenmaal in het repetitielokaal mee aan de slag gingen, werd direct ook de wrange ernst ervan duidelijk.”
De opmars van Barrie heeft, zo valt te voorspellen, catastrofale gevolgen voor zowel de bergers als de dallers. De voorstelling zou ongeloofwaardig zijn geweest als Gouda daar een happy ending aan gebreid had. Dat deed ze dan ook niet. Kinderen hebben daar nooit zo veel moeite mee, vertelt Corvers, „Maar hun ouders soms wel. Kinderen kunnen meer aan dan veel ouders denken. Soms komen volwassenen na afloop van de voorstelling naar me toe”, vertelt Corvers. „‘Maar waar is de hoop?’ vragen ze.” Corvers wijst naar een denkbeeldige tribune. „‘Dáár,’ antwoord ik dan.”
De val van Granada van Hotel Modern en Abdelkader Benali. Première: 6 maart in Theater Rotterdam. Daarna op tour t/m 29 mei. Info: hotelmodern.nl
POPpulisme van Het Filiaal. Tekst: Eva Gouda. Regie: Monique Corvers. Poppen: Eva Arends. Op tour t/m 3 mei. Info: hetfiliaal.nl