Wat is het geheim van ASML? Achter de schermen bij het Nederlandse hightech-wonder

Reportage

Longread | ASML Chipmachinefabrikant ASML leek vorig jaar nog de speelbal van Donald Trump. Maar in 2021 verwierf het Nederlandse techbedrijf een invloedrijke rol in de chipstrategie van de VS en Europa. NRC volgde ASML een jaar lang van binnenuit en zag dat niemand meer om Veldhoven heen kan.

Meestal is hij het die buldert.
Martin van den Brink, technisch directeur van ASML, staat bekend om zijn stevige confrontaties met medewerkers en leveranciers. Challengen – uitdagen – heet dat in de ASML-cultuur. Niks persoonlijks. Een uitval en daarna even goede vrienden.

„De eerste jaren schrik je je te pletter van Martin”, zegt topman Peter Wennink, „toch is hij een enorm gevoelige man.”

Van den Brinks gedrevenheid werpt vrucht af. Het afgelopen decennium kon geen concurrent het hightechbedrijf uit Veldhoven bijhouden. Daarom is ASML vrijwel monopolist in lithografiemachines, de dure apparaten die onmisbaar zijn voor de productie van chips.

Maar op donderdag 11 februari krijgt Martin van den Brink zelf de wind van voren.

Hij komt net uit een videovergadering met een grote chipfabrikant, die meer capaciteit wil. „Die man had maar één onderwerp: meer productiviteit van onze lithografiemachines.”

Erg vriendelijk ging het er niet aan toe, vertelt Van den Brink.

Hij is wel iets gewend – veeleisende klanten horen erbij in een industrie waarin 550 miljard dollar (485 miljard euro) per jaar omgaat. En ook voor ASML geldt: het is nooit goed genoeg.

Begin 2021, bijna een jaar in coronatijd, kampt de wereld met een enorm chiptekort. Europese en Amerikaanse automakers slaan alarm bij hun regeringsleiders: hun productielijnen liggen stil omdat er amper elektronica voorhanden is. Ze hebben zich verkeken op de vraag.

In Azië staan de grootste productieschuren van geheugenchips en processors, de rekenchips. Politici die fabrikanten om voorrang vragen, bieden zelfs coronavaccins in ruil. Maar de productiecapaciteit is volgeboekt – dankzij de pandemie jagen thuiswerkers en online scholieren het tempo van de digitalisering op. Bijna elk apparaat heeft chips nodig, van auto tot afwasmachine, van smartphone tot spelcomputer.

Chipfabrikanten proberen alles te halen uit hun lithografiemachines en bestellen nieuwe machines bij ASML. Zo belandt het chiptekort in Veldhoven, op de bureaus van technisch directeur Martin van den Brink en algemeen directeur Peter Wennink.

„Dit is geen bubbel”, zegt Wennink. „Dit is de oliecrisis van 1973, maar dan met chips.” ASML moet sneller groeien, nog sneller dan het al doet. Dat betekent: meer machines produceren, meer druk op toeleveranciers, meer personeel aannemen. Meer verdienen ook. De omzet bedroeg vorig jaar 14 miljard euro, in 2030 is het waarschijnlijk 40 miljard. In september verscheen ASML zelfs even in de top-10 van meest waardevolle techbedrijven ter wereld.

Dit is geen bubbel. Dit is de oliecrisis van 1973, maar dan met chips

Peter Wennink Topman ASML

Het afgelopen jaar volgde NRC chipmachinefabrikant ASML van binnenuit. Het is een hectisch jaar, niet alleen vanwege corona. De handelsoorlog tussen de VS en China vergt secuur lobbywerk en Europese politici vragen ASML hulp om grote chipreuzen – en klanten van Veldhoven – als Intel, TSMC en Samsung te verleiden nieuwe fabrieken in de EU te bouwen.

ASML moet ook hoognodig nieuwe afspraken maken met de Duitse lenzenspecialisten van Zeiss, al 25 jaar de cruciale partner. „Erger dan een huwelijk – we kunnen nooit van elkaar af”, zegt Martin van den Brink over Zeiss.

Zeshonderd kilometer verderop, bij Zeiss, maken ze precies hetzelfde grapje.

Sinds 2013 leiden Van den Brink en Wennink samen ASML, beiden als president van het bestuur. Ze zijn allebei 64, amper een week na elkaar jarig en hun officiële termijn houdt in april 2022 op. Maar aan stoppen willen ze nog niet denken. Alles draait om de continuïteit, om de lange adem van ASML.

1. Het hart van een start-up

„En voor tien seconden: welk hightechbedrijf uit Veldhoven is het meest waardevol op de Nederlandse beurs?”

Twee van drie kandidaten van kennisquiz De Slimste Mens halen hun schouders op als presentator Philip Freriks de vraag stelt. Alleen de deelnemer uit Eindhoven kent ASML. Dat is de stad waar het bedrijf in 1984 begon, als spin-off van Philips en de Nederlandse chipmachinefabrikant ASM International.

Martin van den Brink was er vanaf het eerste moment bij. Als hij in november met een groep ASML-managers een rondleiding krijgt op het voormalige Philipsterrein in Eindhoven, kan hij zich niet bedwingen. Hij grist de microfoon uit handen van de gids – „ik werd een beetje emotioneel” – en vertelt zijn eigen verhaal.

Dat bankje daar, wijst Van den Brink. Daar zat hij in november 1983 nadat hij gesolliciteerd had bij Philips. Een 27-jarige fysicus, expert in vermogenselektronica en numerieke wiskunde, koud afgestudeerd in stadsverwarming.

„Philips liet sollicitanten in een taxi voorrijden, om je je belangrijk te laten voelen. Maar ik vond het niets en zei: dag, ik ga wat anders doen. Toen liep iemand achter me aan met een folder. ‘We gaan een nieuw bedrijf starten, met lithografie. Het heet alleen geen Philips meer.’ Ik keek naar de folder en zei: dat gaan we doen. Een impuls. Boem.”

Het begon met veertig mensen, en bijna veertig jaar later is ASML nog altijd een techreus met het hart van een start-up. Van den Brink houdt van het tegendraadse, heeft een hekel aan processen en bureaucratie. „Mensen moeten het gevoel hebben dat ze iets kunnen veranderen.”

Martin van den Brink zoekt graag de grenzen op. Zijn uitvallen zijn berucht. Een toeleverancier zegt hierover: „Het is niet persoonlijk. Martin maakt geen onderscheid – tegen zijn eigen mensen is hij nog harder.”

Joost Frenken van het Amsterdamse onderzoeksinstituut ARCNL (Advanced Research Center for Nanolithography) heeft regelmatig contact met Van den Brink en bewondert zijn mensenkennis. „Hij zoekt altijd de confrontatie op. Martin volgt niet het protocol, valt je op de gekste manieren aan. Dat is zijn manier om erachter te komen of wat je zegt klopt en of je er zelf in gelooft.”

Illustratie Frann de Bruin

„Martin ruikt op een kilometer afstand of je authentiek bent”, zegt Peter Wennink. Aan hem de taak om de tegendraadse techcultuur in goede banen te leiden. Ingenieurs zijn snel geneigd de diepte in te gaan, zich te verliezen in hun specialisatie, zegt hij. Wennink wijst op de drie C’s, de waarden van ASML. Tegenover de voortdurende challenge bij ASML staat care – zorg – en collaborate – samenwerken. „Soms voel ik me hier een halve psycholoog.”

Van den Brink is een icoon in de technische wereld, Wennink is het gezicht voor de buitenwereld. Hij streeft naar „wederzijdse afhankelijkheid” – voor hem de basis van elke succesvolle samenwerking. „Ik wil weten waar iemands zorgen en angsten zitten.”

Begonnen als registeraccountant bij Deloitte, werd Wennink in 1999 financieel topman bij ASML. Sinds 2013 leidt hij het bedrijf samen met Van den Brink. Om de paar weken maken ze met z’n tweeën een lange boswandeling in de Kampina, het Brabantse natuurgebied. „Even bijpraten, over de kinderen of de zaak, of dingen anders moeten.”

Het is dezelfde omgeving waar Van den Brink ’s morgens vaak een rondje fietst. Peter Wennink heeft zijn eigen ochtendritueel. Om vijf voor half zeven gaat de wekker, om half acht ontbijt hij met koffie, croissant en yoghurt met muesli in de Plaza, de ASML-kantine. „Daar kan iedereen me spreken als ze dat willen.”

Martin en hij zijn complementair, zegt Peter Wennink. „Hij is het niet altijd met me eens, maar we kennen elkaar van haver tot gort. Vaak weten we wat de ander gaat zeggen.”

Hij vertrouwt Van den Brinks instinct. In 2012 – Wennink was nog financieel directeur – gaf dat de doorslag om Cymer over te nemen. Dat Amerikaanse bedrijf lukte het niet een essentieel onderdeel voor de nieuwe EUV-lithografiemachine te leveren. In dit apparaat stak ASML 25 jaar ontwikkelingstijd, het is nu de groeimotor van het bedrijf.

„Ik vroeg aan Martin: op een schaal van 1 tot 10, hoe groot schat je de kans dat we zo EUV aan de praat krijgen? Tussen de 6 en 8, zei hij. We zeiden: Okay, let’s go.”

Die overname van bijna 2 miljard euro voorkwam dat ASML’s EUV-avontuur op een mislukking uitliep. Wennink: „Martin is briljant. Met woorden heeft hij niets, maar hij doorgrondt meteen elke grafiek.”

De business gaat voor, politici laat Van den Brink graag aan Wennink over. Als Mark Rutte in november met een groep Eurocommissarissen in Veldhoven langskomt, reist Van den Brink naar Zuid-Korea om met chipfabrikanten te praten. „Collega Peter kon niet mee, die moest een dagje linten doorknippen”, zegt hij dan als plaagstootje.

Zodra hij in Korea arriveert, wordt de meeting afgezegd wegens een coronageval. Van den Brink vliegt terug. „Een zinloze reis. Om af te reageren ben ik de hele Kampina afgefietst.”

De pandemie maakt reizen lastig in 2021, vooral in Azië. Al improviserend lukt het. Als ze begin september in Taiwan landen, worden Wennink en Van den Brink van het vliegveld meteen naar een afgesloten hotel vervoerd. Het Indigo Hsinchu Hotel, in het hightech hart van Taiwan, is in tweeën gesplitst: de ene helft voor ASML, de andere helft voor de TSMC-directie.

Wennink en Van den Brink mogen alleen onder begeleiding van hun kamer en worden via een vaste looproute naar de vergaderruimte geleid, in het midden van het hotel. Daar loopt de demarcatielijn. De aanwezigen zitten in een grote zaal vier meter uit elkaar, gescheiden door plexiglas. Een bewaker controleert of iedereen z’n mondkapje ophoudt, ook tijdens het diner.

De deelnemers verstaan elkaar amper en moeten microfoons gebruiken. „Toch was het een fantastische meeting”, zegt Van den Brink achteraf. „Bij videovergaderen mis ik 80 procent van mijn feedbackloop. Ik moet weten hoe je erbij zit, hoe je kijkt. Ik wil mensen kunnen lezen. ”

Wennink: „Bij de grote deals draait het niet om de advocaten. Het gaat om de personen die de beslissingen nemen. Die zitten bij elkaar, kijken elkaar aan en zeggen: ik vertrouw je, we gaan dit doen.”

Het zijn opdrachten voor machines van honderden miljoenen dollars per stuk, die op dat moment vaak niet meer dan een ontwerp zijn. „Het is een sprong in het diepe, maar we springen samen”, zegt Wennink dan.

ASML schuwt de confrontatie niet. Als een toeleverancier in juni worstelt met een belangrijk onderdeel van een lithografiemachine, dringt Peter Wennink aan op verbeteringen in het management. Dat wordt een heel duidelijk gesprek. „Het moet wel tot resultaat leiden”, zegt Wennink later. „Maar we hebben geen afstrafcultuur. Boos worden heeft alleen zin als iemand iets bewust verkeerd doet – anders is het verspilde energie.”

Ook Peter Wennink is een man met een missie. Graag kijkt hij voorbij de grenzen van het bedrijf. Wennink wil dat ASML sociale verantwoordelijkheid neemt in de regio, in Nederland, in Europa. Zo leverden ze afgelopen jaar voor 3,5 miljoen euro aan apparatuur aan TU Eindhoven.

Doceren doet Peter Wennink graag. Dat merk je als hij over de chipindustrie praat, of een paar uur economie geeft aan middelbare scholieren van het Sondervinck-college in Veldhoven. Hij spreekt af en toe nog zijn oude mentor van Deloitte, Rob Boelen. „Rob zag me op tv toen ik aanschoof bij Buitenhof en belde: ‘Ik heb altijd gezegd dat je leraar zou worden’, zei-ie.”

Is hij veranderd, nu hij op het podium van de geopolitiek is beland en China en de VS om zijn bedrijf vechten? Realiseer je je wel, waarschuwde zijn vrouw hem, dat mensen anders tegen je aankijken dan twintig jaar geleden? „Dat vind ik lastig”, zegt de ASML-topman.

Peter Wennink citeert zijn vader, die zes jaar geleden overleed. „Mijn vader was het liefst de hele dag buiten, in zijn tuin. Hij zei: lieve jongen, ik weet niet zo goed wat je doet, maar mijn vrienden zeggen dat het iets belangrijks is.”

Dat is de crux, vindt Wennink: niemand is belangrijk, er zijn hooguit functies met veel verantwoordelijkheid. „Voor mezelf hoef ik niets meer te bewijzen, ik weet wie ik ben. Het wordt makkelijker om op intuïtie te werken naarmate je ouder wordt. Misschien ben ik nu wel op mijn best.”

2. Een moordend tempo

In ASML’s bestuurskamer kaarten Peter Wennink en financieel topman Roger Dassen nog even na. Ze hebben net, het is juli, de toelichting op de tweedekwartaalcijfers achter de rug. Terwijl Dassen en Wennink vragen van analisten beurtelings beantwoorden, zit een team van zeven cijferexperts een uur lang paraat, voor het geval een analist een onverwachte vraag stelt. Die komt niet. Alles draait, zoals verwacht, om het chiptekort en de nijpende behoefte aan extra lithografiemachines. „Twintig manieren om te vragen naar capaciteit”, vat Dassen de investor call samen.

Ze kennen elkaar al lang, ook Dassen was vroeger partner bij Deloitte.

„En, wat deed de koers?”, vraagt Wennink.

Dassen: „Mwah, even 595, en toen weer op 600.”

Wennink doet het al 22 jaar, zulke gesprekken met investeerders. „Maar het is elke keer weer showtime. Een uur lang ben je op je kwetsbaarst.”

ASML groeit zo snel dat het kraakt, net als het twintig verdiepingen hoge directiegebouw in Veldhoven. Waait het hard, dan hoor je de stalen constructie kreunen. „Dat hoort zo”, zegt Wennink.

De druk op medewerkers is hoog, weet hij, vooral voor de ASML’ers die tijdens de pandemie wekenlang in quarantaine moeten als ze naar Azië reizen om chipfabrikanten te helpen. „Een vrijwillig gevangenschap.”

Om te zien hoe snel ASML groeit, neem je vanaf Eindhoven de A67 richting Turnhout. Aan de rechterkant van de snelweg leggen bouwvakkers de laatste hand aan het logistiek centrum en de cleanrooms waar straks High NA-machines worden geassembleerd – de nieuwe generatie EUV.

Als ze klaar zijn, gaan de lithografiemachines in onderdelen in geklimatiseerde containers op transport. „Als baby’s in een couveuse”, zegt Teun Wartenbergh. Hij is verantwoordelijk voor ASML’s vastgoed. Hij bouwt in Veldhoven, maar ook in de VS, Duitsland, Zuid-Korea, Taiwan, China en Singapore. Overal moet ASML uitbreiden.

Boven op het logistiek centrum komen kantoren voor drieduizend mensen. Het nieuwe gebouw, bijna een kilometer lang, is al te klein voordat het af is. Wartenbergh heeft daarom begin 2021 een „hele ring land” aangekocht rondom het ASML-terrein, voor de volgende uitbreiding.


Lees ook deze reportage: Eindhoven wil geen San Francsico worden

ASML telt ruim 31.000 werknemers, van wie er 17.000 in Veldhoven werken – een stadje van 45.000 inwoners. Volgend jaar komen er wereldwijd nog eens 5.000 mensen bij. Het is een monsterklus voor HR-baas Peter Ballière en zijn team van honderd recruiters. Elk jaar moeten zij zich door 300.000 sollicitaties worstelen.

„We krijgen gelukkig veel hulp van onze eigen medewerkers. Wie een goede kandidaat aandraagt, krijgt een bonus. 35 procent van de nieuwkomers werven we op die manier.”

Ballière heeft moeite om in Azië goede mensen te vinden. „Daar hebben we concurrentie van de lokale chipfabrikanten, die dezelfde expertises zoeken.” In landen als China en Zuid-Korea verhoogt ASML dit jaar daarom de lonen fors.

In Nederland betaalt ASML beduidend meer dan de markt, mede dankzij de winstdelingen. Het bedrijf is voorzichtig met werven van talenten van partnerbedrijven in de buurt, zegt Ballière. Want als het personeelstekort bij de toeleveranciers nog groter wordt, heeft ASML ook een probleem. Maar mensen van partnerbedrijven als techonderneming VDL-ETG verbieden te solliciteren, zover kan en wil Ballière niet gaan.

Liefst vist ASML in andere vijvers naar talent, bij buitenlandse universiteiten bijvoorbeeld. Er werken veel internationals bij ASML: Veldhoven telt alleen al meer dan honderd nationaliteiten, veel uit Azië en de landen rondom de Middellandse Zee. De medewerkers vestigen zich graag in de Eindhovense wijk Meerhoven en de wijde omgeving. Dat drijft de huizenprijzen in de regio verder op.

We zijn geen start-up meer waar iedereen elkaar kent. ASML is een stad geworden met 31.000 mensen

Peter Ballière Hoofd HR

Mensen aannemen is niet het grootste probleem – ze in de „ASML-familie” opnemen met trainingen en cursussen is moeilijker, zegt Ballière. „Die onboarding duurt negen maanden – het is lastig om dat te versnellen tijdens een pandemie.”

Niet alle nationaliteiten kunnen bij het bedrijf terecht. Ook ASML moet zich houden aan Amerikaanse regelgeving die wereldwijd geldt. Er is een lijst van landen als Irak en Syrië die niet aan Amerikaanse technologie mogen werken – sommige onderdelen van de lichtbron van de lithografiemachine komen uit de VS. Dus zelfs Irakezen en Syriërs in Veldhoven vallen onder die beperking. Nog meer politiek: Amerikaanse bedrijven en ook de vestigingen van ASML in de VS hebben moeite werkvergunningen te krijgen voor Chinese medewerkers.

Nadat Chinese ASML’ers in de VS er in 2015 vandoor gingen met intellectueel eigendom – ze stalen optimalisatiesoftware voor lithografiesystemen – zijn bij ASML de ogen geopend, zegt Ballière. „We zijn geen start-up meer waar iedereen elkaar kent. ASML is een stad met 31.000 mensen. Dan kruipt er ook wel eens iets door de mazen van het net. We zijn inclusief, maar niet naïef.”

Een paspoort zegt niet alles. Daarom is ASML dit jaar begonnen met screenen van het personeel. Op kritische functies moeten mensen een verklaring van goed gedrag hebben. Er is ook een meldpunt – ‘Speak up’ heet dat – om onethisch gedrag van collega’s te kunnen rapporteren.

Omdat er zoveel geheime informatie rondgaat – van technische innovaties tot gevoelige informatie van chipfabrikanten – krijgen ook techneuten geen toegang tot alle onderdelen van de lithografiemachine. Medewerkers zien alleen relevante informatie over het project waar ze aan werken.

De groei van ASML heeft een olievlekwerking. Volgens schattingen creëert elke ASML’er twee of drie banen bij toeleveranciers. Het bedrijf besteedt de bouw van onderdelen uit, geeft partnerbedrijven zoveel mogelijk verantwoordelijkheid en assembleert die losse modules tot een lithografiemachine. Martin van den Brink zegt het met een klemtoon: „Wij máken bijna niks.”

ASML’s streven is dat toeleveranciers er niet meer dan 30 procent van hun omzet verdienen. Dan valt een bedrijf niet meteen om als er eens een minder jaar tussen zit, of een fikse investering nodig is. Dat betekent dat de andere omzet van die bedrijven moet meegroeien in het moordende tempo van de EUV-groei.

ASML’s planning – de roadmap – en de leidraad voor de chipfabrikanten, is heilig. Bij Berliner Glas konden ze niet voldoende meegroeien. Dit Duitse familiebedrijf met 1.600 medewerkers maakt de supervlakke spiegels waarop wafers – ronde platen met chips – tijdens het lithografieproces liggen. De helft van de omzet kwam al van ASML toen Veldhoven in 2020 een investering van 70 miljoen euro eiste, voor de volgende generatie EUV-machines.

Zoveel geld steken in een product dat pas over een paar jaar geld oplevert, dat was voor Berliner Glas onhaalbaar. Bovendien was de eigenaar, Herbert Kubatz, al in de tachtig en ontbrak een opvolger. Omdat geen ander bedrijf de benodigde precisie in huis heeft, besloot ASML Berliner Glas in 2020 te kopen.

Bij de vestiging in Berlijn, net onder de oude luchthaven Tempelhof, is een jaar later te zien wat het ASML-tempo inhoudt: Berliner Glas heet nu ASML Berlin, overtollige bedrijfsonderdelen zijn weer verkocht, de nieuwbouw is al bijna gereed en huurcontracten voor de extra kantoren zijn getekend. De Duitse zuinigheid is overboord. „Er zijn geen beperkingen meer om te groeien. De enige remmende factor is de snelheid waarmee we nieuwe mensen kunnen vinden”, zegt Henry van Rooijen, de ASML-manager die sinds de overname in Duitsland werkt.

Er zijn geen beperkingen meer om te groeien. De enige remmende factor is de snelheid waarmee we nieuwe mensen kunnen vinden

Henry van Rooijen manager ASML

Volker Schmidt, de technisch directeur, was zo vaak voor overleg in Veldhoven dat hij Nederlands spreekt. „We werken al twintig jaar samen met ASML. Daarom is het ook niet zo’n grote overgang.” Wel is de communicatie met de Nederlanders een uitdaging. „Duitse bedrijven zijn wat formeler – jullie directheid is wennen.”

3. De weg naar Washington

Lang kon ASML zich concentreren op de natuurwetten, in 2021 moet het bedrijf ook rekening houden met geopolitieke krachtenvelden. Die zijn een stuk onvoorspelbaarder.

De exportregels in de chipindustrie worden grotendeels bepaald door de VS. De Amerikanen willen voorkomen dat China zijn technologische achterstand inhaalt en nog meer chips produceert. De VS zien hun hegemonie in de techwereld bedreigd door de snelle groei van het aantal chipfabrieken in China.

De westerse wereld maakt zich ook zorgen dat China zijn vingers uitstrekt naar Taiwan, het eiland voor de Chinese kust waar de fabrieken van TSMC staan. TSMC is ’s werelds grootste chipfabrikant en hofleverancier van Apple, op zijn beurt de grootste afnemer van chips. De afhankelijkheid van TSMC is een achilleshiel voor de techsector.

De Taiwanezen hebben een voorsprong op de concurrentie omdat ze als eerste de EUV-machine volop in productie namen. Martin van den Brink toont de TSMC-plaquette, die een ereplaats in zijn werkkamer heeft. ‘EUV, april 2018’ staat erop. „Dat was de doorbraak”, zegt hij. „Het hing erom: doet-ie het of doet-ie het niet?”

Hij deed het.


Lees ook: Hightech oorlog: Trump en de strijd tegen Chinese techsuprematie

Het EUV-succes roept een reactie op van de VS. Onder druk van de regering van Donald Trump – ingewijden noemen het een ‘drol’ die op het bord van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gelegd – krijgt ASML in 2019 geen vergunning om EUV-machines naar de Chinese chipmaker SMIC te exporteren. Zulke geavanceerde techniek in Chinese handen zou een bedreiging zijn voor de nationale veiligheid, vinden de VS.

ASML haalt nu ruim 10 procent van zijn omzet uit China. Dat was vorig jaar nog het dubbele. Maar omdat er nog altijd geen (duurdere) EUV-machines naar China mogen, neemt het Chinese aandeel in de omzet snel af.

Eind 2020 bedenken de haviken rondom Trump nog een sanctie voor China: een exportbeperking voor onder meer SMIC. Voor ASML zou het betekenen dat het niet alle reserveonderdelen meer kan leveren. Een lithografiemachine verkopen die je niet kunt onderhouden, heeft geen zin. Zo’n machine staat binnen zes weken stil.

Met de regering-Trump valt amper te praten over de sancties. Een paar keer wordt een overleg opgetuigd met bijna twintig deelnemers: ASML, Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassade in Washington aan de ene kant, aan de andere kant vertegenwoordigers van Amerikaanse ministeries. De vergaderingen worden één avond tevoren afgezegd. „Een ontmoedigingstactiek”, zegt Frits van Hout. Hij is tot aan zijn pensioen in april 2021 een van de mensen die nauw betrokken zijn bij ASML’s overheidsrelaties.

Op 20 januari 2021, de dag dat ASML de jaarcijfers bekendmaakt, treedt de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden aan. Hij zal de koers van de VS ten aanzien van China niet veranderen, maar belooft wel overleg tussen de VS, Nederland en Japan – de belangrijkste leveranciers van chipmachines.

Ondanks Bidens multilaterale beloftes zit de westerse wereld niet op één lijn. Bijvoorbeeld: Amerikaanse en Japanse fabrikanten die concurreren met Chinese fabrikanten van geheugenchips hebben er baat bij de Chinese markt af te remmen. Daar is ASML niet mee geholpen. Dat geldt ook voor Amerikaanse leveranciers van chipmachines, die net als ASML gereedschap aan China leveren.

Om te voorkomen dat Veldhoven een speelbal blijft in geopolitiek power play zet ASML in 2021 een eigen lobbyteam op in Washington. Daarvoor worden in het voorjaar twee mensen aangetrokken. Het bedrijf moet onder zijn stolp vandaan komen, geholpen door de Nederlandse ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken. Sinds het akkefietje met de EUV-exportvergunning is er nauw overleg met Den Haag.

De Amerikaanse exportvergunningen vallen onder het Bureau of Industry (BIS), van het Department of Commerce (Economische Zaken). In het Trump-tijdperk wordt BIS overschaduwd door het Pentagon – het ministerie van Defensie – en de National Security Council, de veiligheidsadviseurs van de president. Zij willen China het liefst volledig isoleren.

Illustratie Frann de Bruin

Na het EUV-verbod roeren deze haviken zich opnieuw. Zodra de Chinese chipfabrikant SMIC aankondigt meer DUV-systemen van ASML te willen aanschaffen, vragen Republikeinse senatoren nog strengere regels. Ze willen dat Gina Raimondo, de nieuwe Amerikaanse minister van Economische zaken, de Nederlandse regering onder druk zet om ASML’s leveringen aan China te blokkeren. In Den Haag dreigt een nieuwe ‘drol’ te landen.

ASML zoekt contact met minister Raimondo. Een mogelijk moment voor een ontmoeting is de G7 in Brussel, in juni. Via Thierry Breton, de Eurocommissaris van Interne Markt die in mei nog in Veldhoven op bezoek was, schuift Peter Wennink namens ASML aan bij een van de vergaderingen met vertegenwoordigers uit het Europese bedrijfsleven.

Op maandag 14 juni, een dag na aankomst van Joe Biden in Brussel, vindt een ontmoeting plaats tussen Wennink en Raimondo. Het is een vruchtbaar overleg. Ze zullen elkaar nog vaker spreken, later in het jaar.

Ook de haviken – de anti-China-politici – rondom Biden moeten overtuigd worden. Vanwege de reisrestricties kan de ASML-topman pas begin oktober naar Washington. Wenninks programma zit propvol: twaalf meetings in een paar dagen, in samenspraak met Nederlandse diplomaten. Hij reist in Washington van hot naar her. Met het ondergrondse treintje van het Capitool rijdt hij heen en weer tussen de Senaat en rest van het Congres. Hij voert gesprekken met politici, vertegenwoordigers van het Bureau of Industry en het Pentagon en dineert met de National Security Council.

„You don’t know all the facts”, zegt Wennink tegen een senator die net tien minuten heeft gesproken over het Chinese gevaar: u heeft niet alle feiten op een rijtje. De ASML-topman is soms iets té direct, krijgt hij later te horen van Nederlandse diplomaten.

Lang kon ASML zich richten op de natuurwetten, in 2021 moet het ook rekening houden met geopolitieke krachtenvelden. Die zijn een stuk onvoorspelbaarder

Wenninks strategie: niet in discussie gaan over ideologie, maar „educate them”, leg uit hoe de chipindustrie werkt. Leg uit dat afknijpen van Chinese chipfabrikanten het chiptekort voor de Amerikaanse automakers verergert. Dat het jaren duurt voordat nieuwe chipfabrieken in de VS in productie zijn. Dat Amerikaanse bedrijven de meeste winst in de chipindustrie maken. Geld dat de VS verdienen in China, kunnen ze investeren in vergroten van hun technologische voorsprong. „Waar is jullie zelfvertrouwen?”, zegt hij vaak.

ASML’s bezoek is ‘verhelderend’, oordelen de Amerikanen.

Maar de haviken blijven zich vastbijten in exportrestricties en proberen de discussie over de Chinese chipindustrie op te stoken. Eind december lijkt de regering-Biden aan te sturen op nieuwe sancties voor SMIC, mogelijk met gevolgen voor ASML’s handel met China.

4. De vraagbaak van Brussel

Zoals de VS 52 miljard dollar investeren in de eigen halfgeleiderindustrie, ‘Chips for America’, zo bereidt Europa een eigen Chips Act voor, om de EU minder afhankelijk te maken van Aziatische fabrikanten.

In 2030 moet 20 procent van de wereldproductie aan chips uit Europa komen, is de bedoeling. Nu is dat 8 procent – en het is de verwachting dat de vraag naar chips dit decennium verdubbelt.

Peter Wennink, de rekenaar: „Als we niets doen, is het Europese marktaandeel straks 4 procent.”

De EU probeert, net als de Verenigde Staten, grote chipmakers te lokken om fabrieken in Europa te bouwen. Het gaat om investeringen van 15 tot 20 miljard per fabriek. De Aziatische fabrikanten breiden al wel uit in Arizona en Texas, maar reageren lauwtjes op Europese avances.

Net voordat Peter Wennink in oktober naar Washington vertrekt, krijgt hij een telefoontje. Het is Thierry Breton, de Eurocommissaris voor de Interne Markt. Breton reisde door Azië, maar moest Taiwan overslaan omdat dat politiek gevoelig ligt. Hij vraagt Wennink of ASML even contact kan leggen met TSMC, en graag ook met Samsung.

Bretons aanpak lijkt succes te hebben. Eind november wordt bekend dat TSMC overweegt in een Europees land een fabriek te bouwen.

De contacten tussen de EU en Intel worden ook aangehaald, deels via ASML.

Chipgigant Intel krijgt in februari een nieuwe topman, Pat Gelsinger. Die meldt zich meteen na zijn aantreden bij ASML. Intel heeft snel EUV-machines nodig om de oplopende technologische achterstand op Samsung en TSMC in te halen. Ook wordt gesproken over een mogelijke Europese uitbreiding. Intel wil net als TSMC chips in opdracht van andere fabrikanten gaan produceren. In vaktermen: Intel wil ook een foundry worden.

Eind juni komt Pat Gelsinger langs in Nederland. Hij praat in Den Haag met premier Mark Rutte, die daarvoor de ‘pointers’ – gespreksonderwerpen – aangereikt krijgt door ASML.

Gelsinger spreekt in Brussel met Eurocommissaris Margrethe Vestager (Mededinging) en schuift aan bij Imec, het Leuvense onderzoekinstituut waarmee ASML nauw samenwerkt. Hun kennisnetwerk voor de chipindustrie is de troef om fabrikanten te verleiden in de EU te produceren.


Lees ook deze reportage: Sleutelen aan quantumcomputers, AI en 6G in de grootste hightechgarage van de wereld

Waar in Europa een nieuwe Intel-fabriek gebouwd wordt, maakt ASML niet uit. „We zijn Nederlanders, maar een Duitse of Franse euro is evenveel waard”, zegt Peter Wennink.

Intel vraagt de EU wel 10 miljard subsidie om de vestigingskosten te dekken – de nieuwe fabriek zou tienduizend arbeidsplaatsen opleveren en draaien op ASML’s allernieuwste EUV-machines.

De contacten tussen Veldhoven en EU worden intensiever omdat ASML in 2021 net een eigen lobbyist in Brussel heeft. Vestager geeft in november toestemming voor specifieke staatssteun aan de Europese chipsector, als antwoord op de industriepolitiek van de VS. In Nederland gaat het om zo’n 220 miljoen euro; ASML en chipfabrikant NXP coördineren samen de projectvoorstellen van verschillende Nederlandse bedrijven.

Op maandag 15 november zijn Margrethe Vestager en Thierry Breton op bezoek bij ASML, met de Europese commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Vergezeld door Peter Wennink, Mark Rutte en Focco Vijselaar, directeur-generaal van Economische Zaken, maken ze een rondje door ASML’s Experience Center (de showroom). Breton moet er snel vandoor en mist de fotosessie. Terwijl Vestager foto’s maakt met haar eigen telefoon, stuurt Von der Leyen een verklaring uit dat „ASML een grote rol zal spelen om de Europese techsector concurrerender en zelfstandiger te maken”.

Meteen na het bezoek volgt een nieuwe vraag uit Brussel: of ASML een white paper wil leveren, een toekomstvisie voor de Europese chipsector en de Chips Act van de EU. Begin 2022 moet het document klaar zijn, voordat de VS en de EU verder praten in de Trade and Technology Council, een transatlantisch overleg over handel en de techindustrie.

Illustratie Frann de Bruin

Met een kleine groep auteurs werkt ASML een plan uit voor de lange termijn, uitgaande van een verdubbeling van de vraag naar chips in de komende tien jaar: chips voor datacentra, een ‘explosie’ van kunstmatige intelligentie, zelfrijdende auto’s, slimme elektriciteitsnetwerken, quantumcomputers en fotonica – chips die met licht werken.

Europa heeft daarvoor niet alleen EUV-machines nodig. Het chiptekort ontstaat juist bij de ‘volwassen’ – oudere – productietechnieken die met DUV werken. Het is de techniek die de Europese chipbedrijven NXP, Infineon of ST Microelectronics ten dele in huis hebben. Dit soort bedrijven moeten hun productie in de EU uitbreiden.

Peter Wennink: „We schrijven dat plan niet namens ASML. We consulteren ook onze klanten en toeleveranciers. Misschien is het mijn naïviteit of arrogantie – maar het kan alleen op deze manier.”

ASML lijkt een regierol te spelen. Maar dat klopt niet, zegt Wennink. „Ik zie ons meer als een influencer, zoals iemand die via sociale media het gedrag van anderen beïnvloedt. Uiteindelijk bepalen politici wat er met dat plan gebeurt. Dan telt niet alleen economie. Ook ideologie en geopolitiek spelen mee.”

Hoe ziet de wereld er volgens ASML uit? In veertig jaar tijd is het ecosysteem van de chipfabricage uitgegroeid tot één wereldwijde industrie. „Schotten plaatsen” in dat ecosysteem, zoals Wennink het noemt, kan tot onvoorziene prijswisselingen leiden.

Want chiptekorten zijn vervelend, maar overproductie laat het systeem ook wankelen. De grote chipmakers steken immers alleen tientallen miljarden dollars in een nieuwe chipfabriek als ze weten wat de opbrengst zal zijn. Dan zijn ze ook bereid hun lithografieapparatuur deels vooruit te betalen.

Chips zijn de brandstof van de digitale economie waarvan elke wereldmacht – de VS, China en de EU – zichzelf wil kunnen voorzien. Aan dat ‘ontkoppelingsscenario’ kan ASML weinig doen. Waar het bedrijf naar streeft, is stabiliteit en voorspelbaarheid. Zodat ASML zijn miljardeninvesteringen in onderzoek kan blijven doen voor de volgende technologiesprong – in 2035 en later.

5. Altijd vijftien jaar vooruit kijken

„Sorry, je moet je broek ook uittrekken”, zegt Thomas Stammler, de technisch directeur van Zeiss. Wie zijn strengbeveiligde cleanroom betreedt, draagt niet alleen een stofvrij pak, maar ook vezelvrije onderkleding. Na twintig seconden te worden schoongeblazen in een luchtdouche, mag je de productiehal van Zeiss betreden.

In Oberkochen, een dorpje in de Zuid-Duitse heuvels, maakt Zeiss SMT (zo heet de halfgeleiderdivisie van Zeiss) de optieken voor ASML. Elke stofje dat hier op een lens – beter gezegd: een spiegel – zou belanden, levert problemen op in een chipmachine van een paar honderd miljoen euro.

De spiegels zijn extreem nauwkeurig gepolijst. „Richt er een laserstraal op en je kunt een golfballetje op de maan raken”, zegt Stammler. De kunst is om te zien of de optiek echt glad genoeg is, tot op de laatste atoom nauwkeurig. Want als je het niet kunt meten, kun je het ook niet maken.

Met ASML-experts ontwierp Zeiss een nieuwe meetmethode, waarvoor twee vacuümkamers met de diameter van een onderzeeboot gebouwd moesten worden. Voor het rekenwerk staat een datacenter te stampen op terabytes aan meetgegevens. Vier jaar geleden stonden hier alleen bouwkranen, nu lijkt het een imposant decor voor een sciencefiction-film. ASML stak er bijna een miljard euro in.


Lees ook deze reportage over Zeiss uit 2017: In dit Duitse dorpje maken ze de toekomst

Zeiss en ASML kijken samen ver vooruit – naar chiptechniek die over tien, vijftien jaar pas in productie gaat. In de jaren negentig werkten ze in Oberkochen al aan EUV. Sindsdien houden de twee gezamenlijk de voortdurende schaalverkleining van chips in stand.

Na 25 jaar samenwerking was het tijd de commerciële afspraken te vernieuwen. Nieuwe huwelijksvoorwaarden, zo omschrijven ze het bij Zeiss. Het bedrijf moet mee in het sprinttempo van ASML om de snelgroeiende vraag naar EUV bij te benen. Dat vereist een andere bedrijfsvoering. Lenzen maken vergt maandenlang polijstwerk, telkens weer schoonmaken, opnieuw meten, opnieuw polijsten. Zo’n procedé versnel je niet door er even wat extra mensen tegenaan te gooien.

Omdat Zeiss risicovoller moet opereren, wil het die risico’s ook beloond zien. Overname door ASML is geen optie: Zeiss STM is de dochtermaatschappij van een overkoepelend bedrijf (Zeiss Group) dat zijn halfgeleidertak niet kwijt wil. ASML heeft 24,9 procent van de aandelen – daar blijft het voorlopig bij.

Vanavond is belangrijk, zegt Peter Wennink op 21 juli. Die woensdag komt de Zeiss-top naar Nederland om „een klap te geven” op de nieuwe afspraken. De formule: goede catering, biertje erbij. Zulke informele contacten zijn belangrijk om de samenwerking met de Duitsers te smeden.

Al maanden is met Zeiss onderhandeld. Voor ASML zijn de gesprekken gevoerd door Christophe Fouquet, die leiding geeft aan de EUV-tak, en financieel directeur Roger Dassen. Martin van den Brink: „Jarenlang hebben Peter en ik de gesprekken met Zeiss gedaan, nu trekken Christophe en Roger die kar. Zij zijn nog jong en fris.” Zo kweekt ASML een nieuwe generatie managers die grote verantwoordelijkheden kunnen overnemen.

De Zeiss-top is uitgenodigd voor een etentje, buiten achter het huis bij Martin van den Brink. „Dat doe ik niet vaak”, zegt hij. Maar Zeiss is te belangrijk voor ASML, weet Van den Brink. Terwijl het eten geserveerd wordt, tekenen de twee bedrijven hun nieuwe akkoord: voor de komende decennia zijn Zeiss en ASML met elkaar verweven.

Wat zou er gebeuren met ASML als Van den Brink er niet meer werkt?

„Martin is onvervangbaar”, zegt Herman Boom, verantwoordelijk voor ASML’s productontwikkeling. „Hij vervult vijf rollen in het bedrijf, omdat hij er al zo lang werkt. Als Martin ooit zou opstappen, wordt zijn werk door twee of drie anderen overgenomen.”

Dat Van den Brink zo’n stempel op ASML drukt, wijt hij aan zijn historie. „Ik ben waarschijnlijk de enige van het ASML-management die met de hele lithografiemachine heeft gewerkt. Maar dit bedrijf staat of valt niet met één persoon.”

Zijn agenda zit nog vol als altijd. Met chipfabrikanten die smeken om meer productiviteit, onverklaarbare vuildeeltjes in de machine of hinderlijke blaasjes op de spiegels. Of dat andere hoofdpijndossier: de lichtopbrengst – een bepalende factor in het productievolume van de lithografiemachine – moet in de nieuwe High NA-machines verbeteren.

Van den Brink houdt een prototype van de droplet generator in de lucht, het spuitmondje in het hart van de EUV-machine. „Dit ding spuit nu 50.000 keer per seconde een druppeltje tin uit. Dat moet 100.000 keer per seconde worden. En de druk moet omhoog – van 300 naar 1.400 bar – liefst zonder dat de boel ontploft.”

Hij lijkt zich niet druk te maken over de goede afloop. Zolang niet bewezen is dat het onmogelijk is, is het mogelijk.

Als die High NA-machine volgend jaar klaar is, zou dat misschien een kroon op zijn werk zijn? „Geen enkele machine was tot nu toe een kroon op mijn werk. Je moet ook niet stoppen met het laatste wat je gemaakt hebt”, zegt Van den Brink. „Je wilt toch een erfenis achterlaten.”

Hij kijkt naar buiten, over Veldhoven, in de richting van de Belgische grens. „Ik moet zeggen, ik heb een erg leuke zomer gehad. Ik heb zitten kletsen met de nieuwe technisch directeur van Zeiss. Ik stelde hem dezelfde vraag die jij mij ook probeert te stellen: wanneer ga je met pensioen? Over tien jaar, zei hij – en ik heb voorgesteld een plan te maken dat tot vijf of tien jaar na zijn pensionering zou reiken. We hebben onze researchmensen er ook meteen bij gehaald.

„Dus, om je vraag te beantwoorden: ik denk dat we nu voor het eerst iets hebben verzonnen waarvan ik het eindpunt waarschijnlijk niet mee zal maken.”