‘Voor alle aanstormende filmmakers: probeer alsjeblieft eens te filmen met dat geweldige, hippe, nieuwe ding genaamd celluloid”, zei Hoyte van Hoytema in zijn ontvangstspeech bij de Oscars. De zaal juichte hem toe. „Het is makkelijker dan je denkt en het maakt dingen zoveel mooier.”
Dit zal niet Van Hoytema’s laatste Oscar zijn. In de filmindustrie wordt de Nederlander al jaren gezien als een van de beste cinematografen ter wereld. Maar wat maakt hem zo goed? Een acteur, regisseur of scenarist heeft vaak een duidelijke stijl. Iets waarin hij excelleert. Een cinematograaf heeft dat meestal niet. Juíst niet, eigenlijk. Een goede cinematograaf vertaalt de visie van de regisseur. In het oeuvre van Van Hoytema is een handtekening dan ook moeilijk vindbaar. Het ijskoude, Zweedse Let the Right One in is een toendra vergeleken met de warmte van sciencefictionfilm Her. De zwart-witte rechtbanken van Oppenheimer lijken in niks op Interstellars astronaut die vastzit in een intergalactische boekenkast.
Misschien definieerde Van Hoytema zelf, bij de Oscars, het best wat hem goed maakt. Hij ‘schiet’ graag op celluloid, échte analoge filmrollen. Dat maakt de beelden levendiger, volgens hem. En voor dat minieme verschil wringt hij zich in eindeloze bochten. Hij ontwerpt nieuwe technologieën. Laat nieuwe lenzen maken. Zoekt methoden die niemand eerder gebruikte. Eindeloos inventief, op zoek naar dat perfecte shot.
Hoyte van Hoytema in vijf films.
1 Oppenheimer (2023)
Voor de vierde film die Van Hoytema samen met regisseur Christopher Nolan maakte, had Nolan een paradox in gedachten: een klein persoonlijk drama met focus op gezichten, op een zo groot mogelijk beeldformaat. Nog moeilijker: Van Hoytema en Nolan wilden de film zonder computeranimatie maken – 3D-modellen en levensechte tekeningen gemaakt met de computer – maar met ‘praktische effecten’: fysiek nagebouwde explosies en sets. En dan ook nog eens op échte, analoge film. Het resultaat? Als je de filmrollen van Oppenheimer volledig uitrolt, is de lengte langer dan de diameter van de verwoesting die de eerste atoombomtest veroorzaakte: zeventien kilometer.
Die atoombom, de ‘Trinity-test’, was dé uitdaging van de film. Hoe breng je de impact van de atoombom, zowel fysiek als maatschappelijk, over? Je bouwt een échte bom. Meerdere enorme explosies in de woestijn werden opgezet, samengeknipt en vertraagd in de montagekamer, waardoor de rollende, likkende vlammen grootser leken. Daarna richtte de camera zich op het gezicht van Robbert Oppenheimer, wit van het licht: dáár zie je de menselijke impact.
Lees ook
Oscarwinnaar Hoyte van Hoytema is een visueel vernieuwer – en een ‘steun en toeverlaat’ voor de regisseur
2 Nope (2022)
Regisseur Jordan Peele wilde méér en groter met zijn derde film Nope. Met Get Out en Us had de voormalig sketch-acteur zich succesvol omgevormd tot meester van maatschappelijke, psychologische horror. Nu wilde hij spektakel: een film over een familie paardentemmers die bewijs voor een ufo wil filmen. Van Hoytema was ondertussen uitgegroeid tot de beeldbepaler van de blockbuster én veteraan van de enorme 66-millimeter IMAX-camera’s.
Groots werd het. In een sequentie stort een zwevende ufo bloed van tientallen lijken uit over een houten landhuis. In een andere scène vlucht acteur Daniel Kaluuya door de woestijn, te paard, voor een reusachtige alien, die zijn ledematen uitvouwt als een reuzeninktvis. Die horror-sciencefiction-shots rijmen wonderlijk genoeg met imposante films uit het verleden: Japanse animatie Akira, Spielbergs Jaws en Close Encounters of the Third Kind, zelfs de Kris Kristofferson-western Heaven’s Gate.
Maar het indrukwekkendst aan Nope is de manier waarop de nachtscènes gefilmd zijn. Van Hoytema beschreef voor het magazine Credits hoe hij met Peele in het oerdonker van de woestijn stond. Eerst zagen ze slechts het schijnsel van een telefoonmast. Daarna begonnen zijn ogen langzaam aan het duister te wennen: er ontstond reliëf, detail. Dát beeld wilde hij in de film: absolute duisternis waar je toch doorheen kijkt. Het was onmogelijk met belichting – daarvoor was de woestijn te groot. Dus besloot hij overdag de nachtscènes te filmen. Samen met Panavision en CamTech ontwikkelde hij een nieuwe technologie. Twee camera’s filmden exact dezelfde beelden. Eén normaal, de ander infrarood. Het maakt het beeld bijna negatief, donker. Achteraf plakte hij de beelden over elkaar. En voilà: kraakheldere, unieke nachtbeelden, waar een ongekend dreigende, uitgestrekte duisternis uit opdoemt.
3 Interstellar (2014)
In een film als Interstellar is het moeilijk te zien waar het werk van de cameraman eindigt, en dat van de computer-animator begint. De aarde wordt onbewoonbaar, virussen verpesten oogsten en dus moet de mensheid op zoek naar een nieuwe woonplek. De aangewezen astronaut Matthew McConaughey belandt zelfs in een boekenkast uit de vijfde dimensie. Hoe breng je zoiets realistisch in beeld?
Verrassend: Van Hoytema en Nolan werkten zo veel mogelijk met praktische effecten, en échte omgevingen, in plaats van met green screens. Aan entertainmentvakblad Variety vertelde Van Hoytema dat scènes op een onbewoonbare ijsplaneet zijn gefilmd op een bevroren meer, in IJsland. Cast, crew, IMAX-camera en een model van een ruimteschip werden ingevlogen. Het geeft bovennatuurlijke scènes een aardse, authentieke uitstraling.
Dat lijkt het doel van de meeste shots in de film: dat gevoel van realisme. Vaak zit een camera, zoals je het met een auto zou doen, op de buitenkant van een ruimteschip. Zoiets geeft de kijker een duidelijk referentiepunt. Het voelt tastbaar. De keerzijde van dat realisme is dat het snel klinisch wordt. Daarom ligt de focus van de camera in Interstellar verrassend vaak op gezichten. De kijker wordt overweldigd door de actie, door de grootsheid van de ruimte, maar de emotie op een gezicht maakt het ontroerend. Van Hoytema zelf: „Uiteindelijk vind ik gezichten het interessantst in film. Ik ben niet zozeer geïnteresseerd in de grootsheid van de natuur, als ik geen gezicht heb om dat te neutraliseren.” Als Van Hoytema een ‘stijl’ heeft, is dat het.
Spike Jonzes film over een man (Joaquin Phoenix) die verliefd wordt op een kunstmatig intelligente persoonlijke assistent (de stem van Scarlett Johansson), was óók prima geweest als podcast. De dialogen dragen de film, maar mét beeld werd het een modern meesterwerk.
Hoe film je een liefde waarvan het punt is dat-ie niet fysiek is? Van Hoytema koos een bijna impressionistische vorm van filmen. De focus ligt meer op het gevoel dat een beeld teweeg kan brengen, en minder op de informatie die het beeld overbrengt – de dialogen doen dat namelijk meer dan genoeg. De film baadt in warmte. Scènes zijn gefilmd met laag contrast: personen gloeien soms op het scherm. Het kleurpalet bestaat voornamelijk uit rood, geel en combinaties van de twee. Koude kleuren als blauw werden bijna volledig vermeden. Een geïsoleerde film: kou kwam niet binnen. Oók de nauwe focus op hoofdrolspeler Joaquin Phoenix hielp – hij vertelt het verhaal met zijn ogen.
De broeierige warmte was een lepel honing voor het liefdesverhaal van Her. Maar het had óók een andere functie. Waar sciencefiction doorgaans koud en hard ‘futuristisch’ is, was de toekomst van Her juist toegankelijk. Het paste bij de visie van regisseur Jonze, die een toekomst zonder frictie en scherpe randjes voor zich zag. En het bracht de toekomst akelig dichtbij voor de kijker.
5 Let the right one in (2008)
Let the Right One In is een van de laatste Zweedse films die Van Hoytema draaide. Een horror-romance over de gepeste 12-jarige Oskar die verliefd wordt op de eeuwenoude kindvampier Eli, gebaseerd op het gelijknamige boek uit 2004.
Veel blijft onuitgesproken in de film. Het is aan de cinematografie om de diepere thema’s over te brengen. Aanvankelijk laat Van Hoytema’s camerawerk met name het geïsoleerde karakter van Zweden zien. Personages komen aanvankelijk vaag in beeld – in reflecties, met de rug naar de camera – onherkenbaar en onkenbaar. Er gaat dreiging van ze uit. Je ziet ze zoals Oskar ze ziet, hij is afgericht om bang te zijn voor zijn medemens. Als hij zelf in beeld is, is hij vaak het middelpunt. De wereld vervaagt om hem heen, alsof hij er los van staat. Dat verandert als hij Eli ontmoet, zij kruipt in dat krappe scherm met hem. Je voelt dat ze nog steeds geïsoleerd zijn, maar nu getweeën. Van Hoytema’s besneeuwde Zweden is spierwit, en hij laat er rijkelijk warm, dieprood bloed op spatten. Het beeld stopt ons toe: geen liefde zonder kou en verkniptheid.
Lees ook
Zomergasten gaat gelukkig weer om bezieling, in plaats van emotie