Was het liefde in de taxi of seksueel machtsmisbruik? ‘Ze deed haar trui en bh omhoog en van ’t een kwam ’t ander’

Het begon met handenhonger. Ze reden in de taxi naar hun sociale werkplaats. Hij zat achter het stuur, zij op de bijrijdersstoel, elke ochtend om half zeven heen, elke middag om half zes terug. Ze was „een lolbroek”, vertelt de verstandelijk beperkte Jan (63), „altijd spontaan, nooit chagrijnig”. Had hij zijn hand op de versnellingspook, legde zij haar hand op die van hem. De eerste keer waarschuwde hij nog: „Ik heb al een partner.” Maar het gebeurde weer. Ze pakten elkaars hand. „En twee weken later gaf ze me een kus.”

„Waarom heeft u dit niet meteen aan uw leidinggevende verteld?”, vraagt de rechtbankvoorzitter streng.

De verdachte duikt in elkaar. „Het kwam van twee kanten. Ze deed haar trui en bh omhoog en van ’t een kwam ’t ander. Ze zei: jou en mij, daar komt niemand tussen.”

‘We waren verliefd’

Was het seksueel machtsmisbruik of wederzijdse liefde op de werkvloer? De vrouw, die functioneert op het niveau van een vijfjarige, vertelde een teamleider over een „vriendje”. Toen ze giebelde over „zoenen” en vertelde dat het van de taxichauffeur „geheim” moest blijven, greep de leiding in. De twee, werkzaam bij hetzelfde sociale werkbedrijf, werden allebei op non-actief gesteld. Jan, al 45 jaar in dienst, vervoert nu asbestmonsters. De familie van de vrouw deed aangifte. Ze voelde zich „verdrietig en vies”, staat in een verklaring die de familie opstelde.

Het slachtoffer vertelde bij de politie dat ú haar trui en bh omhoogdeed, vervolgt de rechter. „En buiten de bus stopte ú uw penis in haar mond en vingers in haar vagina.”

„Ze heeft zelf mijn piemel in haar mond genomen. Alles gebeurde met wederzijdse instemming. We waren verliefd.”

„U wist dat ze verstandelijk beperkt was?”

Ja, knikt de verdachte.

„Wist u welke gradatie?”, de rechter probeert de zaak af te pellen. „Vindt u zichzelf gelijkwaardig aan haar?”

Niet begrijpend kijkt Jan de drie strafrechters van de rechtbank Almelo aan. Sommige vragen gaan hem boven de pet. Verdachte is verstandelijk beperkt, bevestigt de reclassering in een rapport: „Zijn beperkte zelfbeheersing en gebrek aan copingvaardigheden lijken van invloed geweest. Het is voor hem lastig om de gevolgen van zijn handelen in te schatten, achteraf te reflecteren en verbanden te leggen.”

De oudste rechter begint over een „functionele afhankelijkheidsrelatie”. Deze vrouw kan niet fietsen of met de bus, ze was aangewezen op de taxi. „Zij kan niet autorijden, u wel. Zij woont niet zelfstandig, u wel. Zij had uw hulp nodig om op haar werk te komen. U had moeten zeggen: ik ben chauffeur, ik doe dit niet. En u heeft het voortdurend over wat zij deed. Deed ú niet vooral wat uzelf fijn vond? Zou het kunnen dat ze dacht: de taxichauffeur, dat is een belangrijke man, tegen hem zeg ik geen ‘nee’?”

tegen verdachte Jan (63) Rechter U heeft het voortdurend over wat zij deed. Deed ú niet vooral wat uzelf fijn vond?

De vraag is of hier enkel gedragsregels zijn overschreden, reageert de officier van justitie, of dat er strafbaar is gehandeld. Vaststaat dat een taxichauffeur geen relatie hoort te hebben met een passagier voor wie hij een zorgplicht heeft. „Die hand had hij moeten afslaan.” Tegelijkertijd blijkt nergens uit dat de vrouw haar wil niet kon bepalen. Voor ontucht, is haar conclusie, „ontbreekt voldoende wettig en overtuigend bewijs”. Ze vordert vrijspraak. Tot opluchting van de advocaat. „Dit was liefde tussen verstandelijk beperkte collega’s.” De raadsman pakt een knutselwerkje van strijkkralen. „Kreeg cliënt cadeau van de dame in kwestie.”

Toch vegen de drie strafrechters het vrijspraakverzoek van tafel. Jan was „hulpverlener” en heeft „willens en wetens” ontucht gepleegd, oordelen ze, met een cliënt die aan zijn zorg was toevertrouwd. „Seksuele handelingen vonden plaats tijdens of vlak na de taxiritten, de momenten waarop de functionele relatie tussen verdachte en aangeefster tot uitdrukking kwam.” Jan wordt veroordeeld tot 240 uur taakstraf en één dag gevangenisstraf en nog 179 dagen voorwaardelijk. Een taakstraf alleen volstaat niet, daders van ontucht moeten sowieso de cel in. Jan en zijn advocaat gaan in hoger beroep.