‘War Pony’ maakt duidelijk: films worstelen nog steeds met afbeelden inheemse Amerikanen

Inheemse Amerikanen in films en series De geschiedenis van de afbeelding van inheemse Amerikanen door Hollywood is lang en problematisch. ‘War Pony’ maakt duidelijk dat er nog altijd een worsteling is.

Beeld uit ‘War Pony’.
Beeld uit ‘War Pony’.

De witte man komt lesgeven. Kevin Costner zit tussen een groep norse indianen met een koffiemolen. Hij trekt gekke bekken, draait jolig aan de zwengel – alsof hij een goocheltruc doet voor een kinderklas. De indianen proeven sceptisch: er verschijnt een glimlach op het gelaat van de wildeman. Costner heeft het vertrouwen gewonnen.

Het is adembenemend, bijna lachwekkend, voor de moderne kijker, hoe inheemse Amerikanen werden afgebeeld in de twintigste eeuw. Zeker vergeleken met films als War Pony die volgende week uitkomt en bijna teloorgaat aan de eigen eerlijkheid.

Dances with Wolves (1990) was zo progressief als het werd in de twintigste eeuw. Inheemse Amerikanen waren er ‘nobele wilden’: onschuldig, wijs, verbonden met de natuur – de enige bedreiging voor hun vredevolle leven was de witte Amerikaan (gelukkig hebben ze Kevin Costner). In de decennia daarvoor was het nog negatiever. Inheemse Amerikanen waren joelende vredespijprokende perverselingen, bedoeld als kanonnenvoer voor de cowboy, of komische noot in Disneycartoons.

Karikaturen worden afgestraft

Sinds de jaren negentig worden inheemse Amerikanen in films en series steeds realistischer afgebeeld. En karikaturale verfilmingen hard afgestraft. Tijdens het filmen van Adam Sandlers The Ridiculous 6 bijvoorbeeld, liepen inheemse acteurs van de set omdat ze het ‘nobele wilde’-karikatuur kwetsend vonden.

De afgelopen jaren is er ook steeds meer ruimte in Hollywood voor de verhalen ván inheems Amerikanen, niet óver. De gelauwerde comedyserie Reservation Dogs, van inheemse scenaristen en regisseurs, is de nieuwe maatstaf. Die serie volgt vier inheemse kinderen die kattenkwaad uithalen én de orde bewaren in een reservaat. Het is expliciet gemaakt voor een inheems publiek: veel grapjes die de uitheemse kijker niet begrijpt. Ook Rutherford Falls, een sitcom over de vriendschap tussen een witte en inheemse Amerikaan, draait om een realistisch beeld van de gemeenschap. Er is zelfs een kinderanimatie: Molly of Denali, met een inheemse Amerikaan als hoofdpersonage.

War Pony is de nieuwste telg. De film van regisseurs Riley Keough (kleindochter Elvis Presley) en Gina Gammell gaat over het leven van twee jonge Oglala Lakota-mannen die opgroeien op de Pine Ridge Indian Reservation, en won de prijs voor beste debuutfilm in Cannes.

Keough en Gammell zijn witte vrouwen, maar hun missie was om écht de verhalen van inheemse Amerikanen te vertellen, zeggen ze midden april via Teams: „We schreven de film samen met Franklin Sioux Bob en Bill Reddy, twee inheemse mannen die opgroeiden op de Pine Ridge Reservation”, zegt Keough. Gammell vult aan: „Het zijn hun ervaringen. Zonder het aan te dikken of er ‘een maaltijd’ van te maken.”

De film volgt twee jongens die een toekomst proberen op te bouwen. Bill is 23, probeert met allerhande schimmige deals een toekomst voor zijn kinderen te verzekeren. Matho is 12, en wil volwassen zijn. Hij mengt zich in de drugsdeals van zijn vader.

Obsessie met realisme

Tijdens het maken vulden hoofdrolspelers Iona Red Bear en Ta-Yamni Long Black Cat het script aan. Een symbolische ontmoeting met een bizon was het idee van Red Bear. Gammell: „Het was pure samenwerking.”

Het resultaat voelt realistisch, niet exploitatief karikaturaal. Tegelijkertijd maakt War Pony duidelijk dat filmmakers nog steeds worstelen met het afbeelden van inheemse Amerikanen.

Keough en Gammell zijn namelijk zo bezig om hun film niet-beledigend te maken dat het verhaal eronder lijdt. War Pony voelt soms meer als antropologisch onderzoek dan als speelfilm. De hoofdpersonen maken dingen mee: een hond wordt gestolen, een vader vermoord, een drugsdeal gesloten maar dat lijkt eerder toeval dan een onderdeel van een film. Ook in Rutherford Falls stond een obsessie met realisme grapjes en plotlijnen soms in de weg. Reservation Dogs slaagde er wel in meeslepend te zijn, al voerde ook daar de inheemse cultuur af en toe afleidend de boventoon.

Het suggereert een angst voor dramatisering. Maar alleen realisme is niet genoeg, blijkt in War Pony. Dan kijk je liever een documentaire. De gulden middenweg in het afbeelden van inheemse Amerikanen is nog niet gevonden, ook niet door Keough en Gammell.

https://www.youtube.com/watch?v=qSj9NAoaXcg