Wapens met ‘bump stocks’ toch geen machinegeweer, oordeelt Amerikaans Hooggerechtshof

Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft vrijdag besloten dat vuurwapens die uitgerust zijn met een „bump stock” niet als machinegeweer mogen worden bestempeld. Sinds 2017 werden wapens met zo’n onderdeel, waarmee sneller afgevuurd kan worden, wel als machinegeweer gecategoriseerd.

Deze classificatie werd in het leven geroepen door het Amerikaanse ATF (Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives) toen Stephen Paddock 59 mensen om het leven bracht tijdens een muziekfestival in 2017 in Las Vegas. Vanuit zijn hotel loste hij honderden schoten binnen enkele minuten.

Paddock kon zijn wapens zo snel afvuren doordat hij gebruikmaakte van ‘bump stocks’. Dat zijn geweeronderdelen die aan de kolf van een wapen bevestigd worden en tijdens het vuren de trekker van het wapen tegen de vinger van de schutter duwen. Zo maken ze het mogelijk om met niet-automatische vuurwapens sneller te vuren.

Na de massamoord, die plaatsvond tijdens de regering van president Donald Trump, besloot het ATF wapens met bump stock als machinegeweer te beschouwen. Eigenaren van bump stocks moesten die vernietigen of inleveren. Het bureau had voor de massamoord altijd betoogd dat zulke wapens niet als machinegeweer konden worden gecategoriseerd.

Wapenwet uit 1934

Nu heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof bepaald dat vuurwapens met bump stock toch niet onder de noemer machinegeweer mogen vallen. Daarbij beroept het hof zich op de definitie van een machinegeweer uit de „National Firearms Act” uit 1934. In die wet staat dat elk wapen dat „automatisch meer dan één schot kan lossen als de trekker één keer wordt overgehaald” een machinegeweer is.

Tijdens het versneld schieten met een bump stock moet de trekker technisch gezien meerdere keren worden overgehaald. Dat maakt vuurwapens met een bump stock volgens het Hooggerechtshof geen machinegeweren.