Wantrouwen in Spanje door wisselende cijfers over aantal slachtoffers door overstromingen

Een dodental dat daalt in plaats van stijgt. Cijfers die stagneren terwijl er nog steeds lichamen worden gevonden. Het is een mysterie dat de inwoners van Valencia bezighoudt na de verwoestende overstromingen van twee weken geleden. Het dodental staat nu officieel op 216, maar dat lag eerder hoger. En waar eerder 1.900 mensen werden vermist, zijn er nu nog maar 23 vermisten. Hoe is dat mogelijk, vragen Spanjaarden zich af.

Na de overstromingen in de regio Valencia werd al snel duidelijk dat de schade enorm was. Omdat de noodwaarschuwing van de overheid te laat kwam, waren op het moment van de overstromingen nog veel mensen buiten. In de eerste paar uur werden al snel lichamen gevonden en waren er elke uur updates over het stijgende aantal slachtoffers. Die aantallen bleken echter niet altijd accuraat. Drie verschillende instanties deelden informatie over de gevonden lichamen, terwijl er wettelijk gezien maar één instantie die taak heeft: het Centro de Integración de Datos (CID). Dat is een nationale organisatie met forensische experts en specialisten die slachtoffers identificeren.

Deze organisatie was echter niet meteen actief en dus nam de regionale crisisdienst Cecopi de eerste paar dagen de taak op zich. Toen op vrijdag 1 november het CID zich met de telling ging bemoeien ontstond de eerste verwarring. De nationale dienst had het over 162 doden, terwijl de regionale crisisdienst 202 doden meldde. In de dagen die volgden werd de verwarring groter, omdat het aantal doden bij de twee organisaties sterk uiteen liep.


Lees ook

over de politieke strijd rond de overstromingen

De Spaanse koning Felipe (boven) en koningin Letizia (linksonder) werden zondag in Paiporta bekogeld met modder bij een bezoek aan het rampgebied. Foto’s MANAURE QUINTERO/AFP, Reuters

Manier van tellen

Het CID begon pas met het officieel tellen van de doden nadat de lichamen daadwerkelijk waren opgehaald en geregistreerd, terwijl de andere instanties informatie gaven die alleen gebaseerd was op de locaties van de lichamen of meldingen van de politie.

Een woordvoerder van de Generalitat Valenciana, het regionale bestuur, zei dat hun cijfers gebaseerd waren op meldingen van de politie. Aanvankelijk werden veel lichamen door drones of de politie ontdekt, maar pas later werden ze officieel geregistreerd. Dit zorgde ervoor dat de cijfers snel stegen, maar later stagneerden of werden teruggedraaid omdat er bijvoorbeeld sprake was van ‘vals alarm’.

Ook het aantal vermisten zorgt voor de nodige verwarring. In de eerste dagen werd gesproken over bijna tweeduizend vermisten. Volgens de 112-centrale zijn er veel vermisten opgegeven die daarna niet meer zijn afgemeld. Hierdoor ontstond lange tijd de angst dat het dodental enorm zou toenemen. Maar het CID besloot op 5 november alleen nog meldingen te tellen die persoonlijk door familieleden zijn gedaan.

Wantrouwen

Dit zorgde er voor dat er een geruchtenmolen op gang kwam die voeding gaf aan complottheorieën. Sommige inwoners geloofden dat de overheid ‘bewust’ rommelde met de cijfers en dat er in werkelijkheid veel meer doden zijn dan gemeld. Die geruchten werden versterkt toen een week na de ramp óók de landelijke regering van premier Pedro Sánchez cijfers begon te delen die afweken van de organisatie die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor het tellen van slachtoffers. Minister van Transport Óscar Puente zei dat hij niet verantwoordelijk is voor de cijfers, maar bleef op platform X wel continu updates geven. En dus had Valencia naast de chaotische coördinatie bij de hulpverlening, ook een informatieprobleem.


Lees ook

deze reportage over de woede in Valencia

Burgers steken zelf de handen uit de mouwen om de met modder en rotzooi bezaaide straten schoon te krijgen.

Volgens critici is de chaos ontstaan omdat het CID een redelijk nieuwe organisatie is die niet veel ervaring heeft met rampen. De organisatie is vijftien jaar geleden opgericht door de regering en had tot nu toe te maken met twee rampen: een treinramp in Santiago de Compostella in 2013, met tachtig doden, en een crash van een F16-straaljager in Albacete in 2015, met elf doden.