Wanneer mag justitie de mails van de advocaat lezen? OM en advocatuur worden het niet eens

Geheimhouding De Nederlandse Orde van Advocaten is ontevreden over het voorstel van het OM om op een andere manier met vertrouwelijke informatie om te gaan.

Tussen het OM en de advocatuur speelt al jaren een conflict over het verschoningsrecht van advocaten, dat steeds meer een principekwestie is geworden.
Tussen het OM en de advocatuur speelt al jaren een conflict over het verschoningsrecht van advocaten, dat steeds meer een principekwestie is geworden.

Foto Roos Koole/ANP

Het Openbaar Ministerie en de advocatuur liggen nog steeds overhoop vanwege de wijze waarop het OM en opsporingsdiensten omgaan met vertrouwelijke informatie die per mail tussen advocaten en cliënten wordt uitgewisseld. Ook een nieuwe, door het OM aangepaste werkwijze is volgens de Nederlandse Orde van Advocaten in strijd met het verschoningsrecht dat vertrouwelijke communicatie tussen advocaat en cliënt waarborgt. Dat blijkt uit een reactie op deze werkwijze die de orde eind vorige week naar het OM stuurde.

In de toekomst wil het OM de rechter – en niet een speciale officier van justitie – laten bepalen of bepaalde informatie onder het verschoningsrecht valt. Maar volgens de advocatenorde bevat die werkwijze „nog onvoldoende waarborgen” om te voorkomen dat opsporingsambtenaren kennis nemen van vertrouwelijke communicatie, bijvoorbeeld als zij een databestand inzien zonder te weten dat dit vertrouwelijke informatie bevat. Ook zou nog onvoldoende zijn uitgewerkt hoe zulke informatie, nadat die eenmaal is verkregen, moet worden vernietigd.

Vertrouwelijke e-mails

Tussen het OM en de advocatuur speelt een hoog opgelopen conflict over het verschoningsrecht dat is terug te voeren op een strafzaak tegen de Brabantse vermogensbeheerder Box Consultants. Vorig jaar maart oordeelde de rechtbank Oost-Brabant dat het OM in de strafzaak tegen Box Consultants, waar in 2015 de fiscale opsporingsdienst FIOD een inval deed, meerdere malen in strijd met het verschoningsrecht had gehandeld. De schendingen kwamen naar buiten nadat advocaten van advocatenkantoor Stibbe hadden ontdekt dat het OM en de FIOD vertrouwelijke e-mails die zij met hun cliënt uitwisselden hadden ingezien en hadden gebruikt in een tuchtzaak.

Het OM en landsadvocaat Pels Rijcken ontkenden eerst dat deze schendingen waren gebeurd. Maar Stibbe kreeg de afgelopen jaren via allerlei juridische procedures en getuigenverhoren steeds meer bewijzen daarvan boven tafel.

Maandag stelde Stibbe bij het gerechtshof Den Bosch dat uit getuigenverklaringen van FIOD- en OM-medewerkers en computergegevens blijkt dat hun vertrouwelijke mails door de FIOD digitaal gekopieerd werden en op verschillende plekken en in verschillende computersystemen werden opgeslagen. Ook zou er door het onderzoeksteam gericht in de mails zijn gezocht. Vandaar dat Stibbe-advocaat Tim de Greve meermaals de verklaringen van de landsadvocaat en het OM „vals” en „gelogen” noemde.

Principezaak

Het conflict over het verschoningsrecht is de afgelopen jaren steeds meer een principezaak geworden. De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) sloot zich vorig jaar aan bij de zaak die Stibbe-advocaten bij de rechtbank Oost-Brabant tegen het OM en de FIOD voerden. Na reconstructies van de Box-zaak in NRC en FD toonde ook de Nederlandse Orde van Advocaten haar afkeuring.

Stibbe nam zelfs de vergaande stap om tuchtklachten in te dienen tegen Pels Rijcken, landsadvocaat Reimer Veldhuis en een prominente partner: een unicum in de top van de Nederlandse advocatuur. Het kantoor verwijt hen, naast het schenden van het verschoningsrecht, de rechter bewust verkeerd te hebben voorgelicht – wat zij met klem ontkennen.

Het OM erkent dat er in de Box-zaak fouten zijn gemaakt en paste op punten zijn werkwijze aan. Toch ging het in hoger beroep, „omwille van de rechtspraktijk en rechtsvorming”. Zo zou het nog altijd onduidelijk zijn welke procedures precies gevolgd moeten worden als tijdens een strafzaak heimelijk e-mails in beslag worden genomen.

Tijdens de behandeling maandag van het hoger beroep was er opnieuw veel discussie over het verschoningsrecht, zonder dat partijen het eens werden. Het gerechtshof besloot maandag bij de Hoge Raad advies in te winnen, via zogeheten prejudiciële vragen.

Twee advocaten van Pels Rijcken stelden maandag dat Stibbe ten onrechte „incidentele menselijke fouten presenteert als kwade trouw”. Ook zouden getuigenverklaringen en gegevens uit computerbestanden uit hun verband zijn gerukt. Volgens de advocaten staat het verschoningsrecht en de wijze waarop daar in de praktijk mee wordt omgegaan „hoog op agenda van het OM”.

Illustratief daarvoor zou zijn dat het OM uit zichzelf een nieuwe werkwijze invoerde, en die voorlegde aan de Nederlandse Orde van Advocaten.

Die haar dus nog niet steunt, omdat ze „nog onvoldoende bescherming biedt aan het verschoningsrecht”.


Lees ook: Strafzaak tegen vermogensbeheerder kantelt: hoe fout zat opsporing zelf?