Waldemar Torenstra oogt, beweegt noch spreekt als Marco Kroon in nieuwe film

Recensie Film

Oorlogsdrama In ‘De Vuurlinie’ wordt Marco Kroon misleidend neergezet als volksheld die door de elite een kopje kleiner wordt gemaakt.

Waldemar Torenstra als Marco Kroon in ‘De Vuurlinie’.
Waldemar Torenstra als Marco Kroon in ‘De Vuurlinie’. Foto Martijn van Gelder

Regisseur Roel Reiné is op missie voor het vaderland. Nederland, een land waar de maaivelden vol liggen met koploze lichamen, heeft helden nodig, en hij zal ze leveren. Eerder vond Reiné die helden in de geschiedenis; hij maakte Redbad over de legendarische Friese koning; en Michiel de Ruyter, over de legendarische zeeman. Met De Vuurlinie vindt hij een held in het heden: Marco Kroon, de legendarische militair. Én de beruchte wildplasser, stroomstootwapenbezitter en doorn in het oog van defensie. Maar daarover zwijgt De Vuurlinie.

Er zit een geweldig verhaal in het leven van Marco Kroon, dat veel confronterende, maatschappelijke en psychologische vragen over heldendom oproept. Kroon ís namelijk een oorlogsheld. In 2009 kreeg hij de Militaire Willems-Orde, ’s lands hoogste onderscheiding, voor zijn „optreden als leider, als militair en als mens” (dixit koningin Beatrix) in Afghanistan. Maar hij is ook controversieel. Hij werd verdacht (maar vrijgesproken) van drugsbezit, veroordeeld voor het bezit van stroomstootwapens, en kreeg veertig dagen cel voor het geven van een kopstoot aan een agent die hem betrapte op wildplassen tijdens carnaval in 2019. Daarnaast houdt de top van Defensie er na onderzoek „ernstig rekening mee” dat Kroon heeft verzonnen dat hij gevangen genomen werd, verkracht is, en zijn gijzelnemer vermoordde in Afghanistan. „Mogelijk zijn feiten door elkaar gehaald en is hij ze echt gaan geloven”, zei een anonieme werknemer bij Defensie tegen de Volkskrant.

Maar Kroon blijft bij zijn verhaal. En ook De Vuurlinie blijft bij Kroons verhaal. De film volgt Kroon (Waldemar Torenstra) vanaf het moment dat hij zijn Militaire Willems-Orde krijgt. Van Kroon hoeft het allemaal niet zo, die poespas, kunnen ze dat ding niet aan een ander geven? Natuurlijk: een echte held wil geen held zijn. Het is meteen duidelijk aan welke kant De Vuurlinie staat. Na de onderscheiding begint „misschien wel zijn moeilijkste missie ooit” – in de woorden van het promotietekstje van de film. Onder leiding van een kwaadaardige openbaar aanklager, die nog net geen kat streelt als ze haar plannen bekokstooft, start het OM een onderzoek naar drugs- en wapenhandel in Kroons café in Den Bosch. Ondertussen wordt Kroon geteisterd door dagdromen en waanbeelden, trauma’s uit Afghanistan die hem niet loslaten.

Er is veel matig aan de film. Zoals de casting van Waldemar Torenstra in de (slachtoffer)rol van Marco Kroon. Hij oogt, beweegt noch spreekt als Kroon. In plaats daarvan varieert hij twee uur lang tussen drie acteerstanden: boos, verdrietig en koe-ogig. Of Sallie Harmsen die vrij goed speelt, afgezien van het dikke Brabantse accent. De dialogen; als Kroon voor het eerst wordt beschuldigd en zegt: „Wat moet je nou? Wat zit je nou? Wat moet je nou? Met je bek.” De schietscènes in Afghanistan, die er weliswaar on-Nederlands realistisch uitzien, maar vervallen in repetitieve explosies, geweerschoten en mensen die schreeuwen in walkietalkies. Of het totale gebrek aan subtiliteit: tussen hompen geëxplodeerd mensenvlees staat één brandschoon speelgoedautootje. Maar dat valt allemaal nog wel weg te lachen, of toe te schrijven aan de inherente absurditeit van het actiegenre. Zelfs het feit dat de film Kroons versie van gebeurtenissen vertelt is nog wel acceptabel.

Maximaal slachtoffer

Maar de manier waarop is onacceptabel en manipulatief. Kroon wordt neergezet als maximaal slachtoffer. Als stoïcijns kind in militaire drag ondergaat hij alle onheil. Ondertussen zegt hij „nog nooit een stickie” te hebben gerookt, doet hij zijn stroomwapenbezit af als „een paar telefoontazertjes!” En maakt hij keer op keer duidelijk dat hij écht, écht nog nooit drugs heeft gebruikt. Allemaal terwijl de film blijft hameren op zijn trauma, voor het geval u hem nog niet onschuldig genoeg vond.

De Vuurlinie zet Kroon neer als slachtoffer van de media, van zijn heroïsche daden voor het vaderland en erger: van de elitaire, militaire kak die hem nooit heeft gemogen. Hij was te volks. Eens van de straat, altijd van de straat, zegt een officier in de film. Daarom moet en zal Defensie Kroon – fier en verdiend boven het maaiveld – een kopje kleiner maken. De volksheld, en daarmee het volk, wordt wederom gepiepeld door de elite. Het is een nare, populistische manipulatie, waar bovendien geen bewijs voor te vinden is.

In een disclaimer wordt vooraf aangegeven dat de film slechts gebaseerd is op ware gebeurtenissen. En regisseur Reiné heeft in interviews gezegd dat de film deels fictief is. Maar zijn hoofdpersoon heet nog steeds Marco Kroon, en er zijn zelfs journaal- en archiefbeelden van de échte Kroon door de film heen gesneden. De film wekt de indruk ‘het verhaal’ van Marco Kroon te vertellen, ook als de makers dat niet doen.

Aan het eind van de film wordt Kroon vrijgesproken. Over stroomstootwapens horen we niks meer. Het wildplasincident komt niet eens in de film voor. De held mag gewoon winnen. Een complex verhaal, waarin waarheid werd beneveld door mogelijk trauma, mediaspeculatie en volksophef, wordt door De Vuurlinie platgeslagen en gereduceerd tot een misleidend simpel heldenverhaal.

https://www.youtube.com/watch?v=9CYfCQ6KadY

Correctie: in een eerdere versie van dit artikel stond dat Marco Kroons café in Eindhoven zat. Het zit in Den Bosch.