Wake voor Gaza: ‘Als de Kamer niet terugkomt voor de genocide doen wij het’

„Hallo, ik ben Thea en ik sta hier als een betrokken wereldburger”, zegt Thea Schellekens (69) tegen een dertigtal actievoerders voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Dan begint ze met voorlezen: „Youssef, een jongen van 19… Hassan, een man van 21… Salem, een man van 80…”

Het is vrijdagavond half elf, de zon is inmiddels onder. De groep maakt zich op voor de nacht: iemand klapt een stoel uit, een ander blaast een luchtbed op, hier en daar wordt aan een energiedrankje genipt. Niemand weet hoelang de wake om aandacht te vragen voor het Israëlische geweld en de hongersnood in Gaza zal duren. Het oplezen van de namen van gedode Palestijnen gaat non-stop door.

Uitingen van protest bij de wake voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Foto Hedayatullah Amid

De microfoon wordt wat zachter gezet, zo nu en dan overstemt het voorbijrazende verkeer van de Rijnstraat de eindeloze reeks namen. „Dat hebben we afgesproken met de gemeente”, zegt Ineke Palm van de actiegroep Rotterdam Palestine Coalitie, de drijvende kracht achter de wake. „Om overlast in de nacht te voorkomen.” Die ochtend heeft ze aan een handjevol mensen uitgelegd wat de bedoeling is. Ze zullen doorgaan totdat buitenlandminister Caspar Veldkamp „zich steviger opstelt tegen Israël”.

Geen debat

Veel tijd om zich voor te bereiden hadden de actievoerders niet. Toen een debat over Gaza woensdag uitbleef in de Tweede Kamer, besloten verschillende organisaties snel in actie te komen. Wie er vrijdag zouden komen voorlezen, was een dag eerder nog onbekend bij de organisatoren van de wake. Palm: „We kunnen wel blijven wachten totdat alles tot in de puntjes georganiseerd is, maar de mensen in Gaza hebben die tijd niet.”

Marieke Lutjenhuis, aangesloten bij Artsen voor Gaza: „Bij stille protesten als deze gaan mijn gedachten naar Gaza.”

Het ontbreken van politieke aandacht contrasteert scherp met de stroom aan nieuws uit Gaza deze week, waar de hongersnood een nieuw dieptepunt bereikte. Het Wereld Voedselprogramma van de Verenigde Naties deelde dat bijna één op de drie Gazanen al dagen niet gegeten heeft en meer dan 90.000 vrouwen en kinderen dringend hulp nodig hebben. „Als de Tweede Kamerleden niet terugkomen voor een genocide, dan doen wij het”, lichtte Gerard Jonkman, directeur van de betrokken mensenrechtenorganisatie The Rights Forum telefonisch toe.

Marja Bode (74) verwoordt vrijdag in Den Haag het gevoel van veel deelnemers aan de wake: „De afgelopen week groeide mijn gevoel van machteloosheid. Hier heb ik nog een beetje het gevoel dat ik íéts doe.” Het lezen laat ze liever aan haar medeactievoerders over, vertelt ze met tranen in haar ogen. „Dat lukt mij niet.” Zo nu en dan lopen de emoties ook bij anderen hoog op en neemt iemand het voorlezen over. „In het begin had ik wel een brok in mijn keel”, zegt Thea Schellekens. „Nu probeer ik mij gewoon op de namen te concentreren.”

De organisatoren hebben de wake gemeld bij de gemeente, de komende tijd mag de groep demonstreren voor het ministerie. In de loop van vrijdag hebben twee politieagenten gewezen op wat níét mag: het ophangen van banners aan het ministeriegebouw bijvoorbeeld.

De aanwezige demonstranten kennen elkaar soms van eerdere Gaza-protesten. Zo was Marieke Lutjenhuis (75), gepensioneerd huisarts in de Schilderswijk en samen met haar man Joep aanwezig, donderdagavond bij het protest op Den Haag Centraal dat onderdeel was van lawaaidemonstraties op 29 Nederlandse treinstations. „Maar ik heb een voorkeur voor stille protesten zoals deze”, zegt ze. „Mijn gedachten gaan dan naar Gaza.”

Bijval van collega’s

Een voorbijganger, Diebrichtje Brands (53), stopt vrijdagochtend even voor het ministerie. Ze werkt als ambtenaar voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en wilde zien hoe de wake er aan toe gaat. „Het is te gek voor woorden dat zij hier nu moeten demonstreren, dat is de taak van het parlement. Maar het is nu niet anders”, zegt ze. Brands is aangesloten bij de groep Ambtenaren en Grondwet, die sinds het begin van de oorlog in Gaza iedere donderdag – tijdens de lunchpauze – een stil protest houdt op precies deze plek. En afgelopen week heeft ze met een collega een ‘hongerstaking’ gehouden. „We gingen lunchen in de kantine met een leeg bord. Binnenkort gaan we weer.”

Brands merkt dat ze steeds meer bijval krijgt van collega’s. „De beweging wordt groter en groter. Je merkt dat er meer ruimte is om het er tijdens een vergadering, of bij het koffiezetapparaat, over te hebben. Dat was aan het begin van de oorlog wel anders.”

Hoe lang de wake door zal gaan, durft initiatiefnemer Ineke Palm niet te zeggen. Met de gemeente is afgesproken dat de actievoerders in ieder geval twee maanden mogen blijven staan. „Maar ik hoop natuurlijk dat dat niet nodig is.”